Theoretische Samenvatting inleiding tot de fiscaliteit [Inleiding + Directe belastingen]
107 views 1 purchase
Course
Inleiding Tot De Fiscaliteit
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Duidelijke & gestructureerde samenvatting van het vak ''inleiding tot de fiscaliteit''. Het vak wordt gegeven in het derde jaar van de bachelor Handelwetenschappen (Ku Leuven, Campus Brussel).
De samenvatting bevat de inleiding en het deel directe belastingen (= Inleiding, het onroerend ink...
DEEL 1: Inleiding tot de fiscaliteit
Hoofdstuk 1: Begrip en Kenmerken van de belasting.
[Inleiding]
(1) BELASTING
= een heffing opgelegd door een overheid volgens bepaalde rechtsregels met het oog op het
verzamelen van financiële middelen die nodig zijn om uitgaven te doen in het algemeen belang.
Kenmerken
1. Dwingend karakter
= opgelegd, verplicht
= niet naleving: “una-via” principe
= inbreuken op fiscale wetgeving uitsluitend bestraft door ofwel
- Administratieve sancties
- Strafrechtelijke sancties
2. Financieel doel
= hoofddoel
= het dekken van overheidsuitgaven, diensten van algemeen belang.
Vb. landsverdediging, verkeersveiligheid,..
3. Geen onmiddellijk aanwijsbare tegenprestatie
= algemeen belang
Vb. GEEN belastingen:
X Giften aan de overheid
(geen dwingend karakter)
X Strafrechtelijke boetes
(puur veiligheid, geen financieel doel, Vb. Verkeersovertreding)
X Inkomgelden van bijvoorbeeld musea en zwembaden
(onmiddellijk aanwijsbare tegenprestatie)
X Transacties m.b.t. aandelen van overheidsbedrijven
X Aankopen van vervoerbewijzen van openbare vervoersmaatschappijen
(geen dwingend karakter, wel een onmiddellijk aanwijsbare tegenprestatie)
X (2) RETRIBUTIE
= een gedwongen betaling aan de overheid voor een verleende dienst
Vb. Marktkramers betalen een vergoeding om op de markt te mogen staan, tolgelden,
parkeerretributies, havenrechten, tolgelden
X (3) PARAFISCALE BIJDRAGEN [SOCIALE ZEKERHEIDSBIJDRAGEN]
= De bijdragen die werknemers en werkgevers betalen aan de sociale zekerheid
(Rijksdienst voor Sociale Zekerheid [RSZ]). Van hieruit worden vervangingsinkomens
uitgekeerd aan werklozen, gepensioneerden, zieken en weduwen uitgekeer
(dwangmatig, financieel doel, maar niet voor de ‘’pot’’ van algemeen belang)
,Hoofdstuk 3: Noodzakelijk karakter van belastingen
[Noodzakelijk karkater]
1. Moderne Maatschappij
= Taken in het algemeen belang minder geschikt voor privé initiatief.
Bv. Landverdediging, openbaar vervoer, onderwijs, ..
Maar Moderne Maatschappij
= Gekenmerkt door productiemiddelen in de handen van de burgers
≠ Overheid winsten uit aanwending productiemiddelen.
➔ Verplichte bijdragen zijn noodzakelijk in een moderne maatschappij
2. Landen met Centraal geleidde Economie (
= productiemiddelen in de handen van de overheid
= belastingen overbodig.
PRINCIPE
= bijdragen in geld om de overheidsuitgaven te helpen financieren
héél soms in natura vb.: erfbelasting
België kent een hoge belastingdruk
(4) DE RELATIEVE BELASTINGDRUK
= Hoeveel procent van het bruto-inkomen er wordt uitgegeven aan belastingen.
= Belastinginkomsten (fiscale bijdrage) incl. sociale bijdrage (1/3) als % van BBP
1. Frankrijk: 46.1%
2. Denemarken: 44.9%
3. België: 44,8%
- Sociale bijdragen: 31% = Parafiscaal, niet te vergelijken met VS bv.
- Personenbelasting: 27%
- BTW: 15%
= Interpretatie: voor elke € van het BBP, kwam er €44,80 in de schatkist terecht.
= Gemiddelde EU: 34.3%
, Hoofdstuk 4: Functies van belastingen
[De Financiële Functie]
(5) BELASTINGDRUK OP ARBEID (binnen OESO)
= Geeft het verschil weer tussen de totale kost voor de werkgever en het nettoloon
van de werknemer.
= OESO: Organisatie voor Economische Samenwerking & Ontwikkeling, 37 landen =
België: 52.2% Hoogst voor alleenstaanden.
= Gemiddelde OESO-landen: 36,0%
Gezin met 1 gemiddeld inkomen en 2 kinderen
BE: 36.5% (7e plaats)
Gem. OESO: 26.4%
Gezin met 2 inkomens (1 gemiddeld en 1 67% van het gemiddelde en 2 kinderen)
BE: 44.5% (1e plaats)
Gem. OESO: 30.5%
(6) VENNOOTSCHAPSBELASTING (binnen OESO)
= Een belasting die wordt geheven op de belastbare winst van Rechtspersonen.
= België: 25% (2020)
= OPM: Europees gemiddelde gaat in dalende lijn.
Voor 2018: 33.99%
2018: 29.58%
2020: 25%
OPM: KMO’S betalen 20.4% op de eerste €100 000 belastbare winst.
OPM: Verschil Personenbelasting en Vennootschapsbelasting
1. Personenbelasting: natuurlijke personen (ook eenmanszaak)
= Progressief. (hoger)
2. Vennootschapsbelasting: Rechtspersonen (Vennootschappen)
≠ Progressief (lager)
(7) BELASTING OP TOEGEVOEGDE WAARDE (BTW)
= een indirecte verbruikersbelasting die de overheid heft op de verkoop van
producten en diensten.
= Gedragen door eindgebruiker maar gefractioneerd geïnd (bij elke transactie)
BE: 21% (10e plaats EU)
(8) SUCCESIERECHTEN EN SCHENKINGSRECHTEN
= Belasting die de overheid heft op een erfenis of schenking.
BE: 1.37% van de totale fiscale ontvangsten (hoogste in EU)
KENMERKEN BELASTINGSOPBRENGST
= Belastingstelsel moet voldoen aan de normen (eisen) van financiële techniek:
1. Geregelde belastingopbrengst
1. Stabiliteit
= Belastingen die weinig conjunctuur gevoelig zijn
Vb. vastgoed, beroepsinkomsten
2. Vrijheid/Bewegelijkheid
= Belastingen die inspelen op conjunctuurschommelingen
Vb. BTW (hoogconjunctuur = meer consumeren)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Handelswetenschappen123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.38. You're not tied to anything after your purchase.