Vennootschapsbelasting college 4
Jurisprudentie
HR BNB 2007/140
Opgaan in tot en met 2002, sindsdien alsof een belastingplichtige
Het opgaan in houdt in dat niet het belang in de dochtermaatschappij in de balans van de
moedermaatschappij wordt opgenomen, maar de bezittingen en de schulden van die
dochtermaatschappij
Een van de gevolgen: onderlinge vorderingen en schulden vervallen
HR BNB 1996/16
M verkoopt haar afgewaardeerde op D aan X
HR; het is met stelsel fiscale eenheid niet verenigbaar verlies in aanmerking te
nemen bij overdracht vordering aan derden
Vermogensdaling kan niet ten laste van winst worden gebracht
HR BNB 1998/292
X verkoopt haar afgewaardeerde vordering op D aan M
HR; vermogensvooruitgang fiscale eenheid is winst
Geen kwijtscheldingsvrijstelling, want niet prijsgegeven
HR BNB 1986/239 Sarakreek
M geeft een lening aan D, die deze gelden gebruikt ter financiering van vastgoed
dat in de Verenigde Staten is gelegen
Vraag is of de rentelast van belang is voor de voorkoming van dubbele belasting
(sinds 2012 objectvrijstelling op grond van artikel 15e)
HR: onderlinge vordering en schuld bestaat fiscaal niet
Let op: inmiddels antimisbruikbepaling artikel 15ac lid 5
HR BNB 2003/286: Sarakreek omgekeerd
M feitelijk gevestigd Nederlandse Antillen
HR: D wordt belast als een vaste inrichting in Nederland
Onderlinge vordering en schuld bestaat fiscaal niet
Rente niet aftrekbaar
Let op: situatie voor 2003/ inmiddels is deze fiscale eenheid niet langer mogelijk
HR BNB 2007/149: externe werking art. 13d
B draagt onderneming over aan Y
A en B gaan failliet
HR: voortzetting van onderneming B door Y is niet voortzetting van onderneming
A door Y
Externe werking: artikel 13b lid 3
A heeft vordering op B
Afgewaardeerd ten laste van fiscale winst
Onderneming B wordt overgedragen aan C
Artikel 13b lid 3 Wet Vpb, overdracht van de onderneming aan een verbonden
lichaam
Fiscale toetsen op niveau fiscale eenheid
- Investeringsaftrek & energie-investeringsaftrek (maximumbedrag)
- Innovatie box –
- Herinvesteringsreserve
- Tariefopstap
- Aftrekbeperking artikel 10a
- Verliesverrekening bij belangenwijziging artikel 20a
, - Herstructurering binnen fiscale eenheid zonder heffing over stille reserves (echter
anti-misbruikregels)
- Geen deelneming
- Minder administratieve verplichtingen
- Geen onderlinge vorderingen/schulden
Nadelen fiscale eenheid
- Extra boekjaar
- Geen liquidatieverlies binnen fiscale eenheid
- Impact opgeofferd bedrag/ liquidatieverlies na ontvoeging
- Tariefopstap
Artikel 1 Wet Vpb – belastingheffing van lichamen
De regeling van de fiscale eenheid is te vinden in art. 15 – 15aj Wet Vpb.
Het principe van de fiscale eenheid is te vinden in art. 15 lid 1 Wet Vpb: De belasting
van tot een fiscale eenheid behorend lichaam wordt geheven alsof er 1 belastingplichtige
is, in die zin dat de werkzaamheden en het vermogen van de gevoegde
dochtermaatschappij deel uitmaken van de werkzaamheden en het vermogen van de
moedermaatschappij.
- De fiscale eenheid is niet verplicht, maar wordt op verzoek toegekend
- De fiscale eenheid vereist geen samenwerking tussen lichamen
De vereisten fiscale eenheid
- Lid 1
o Gehele juridische en economische eigendom
Juridische eigendom – Levering van de aandelen bij notariële akte
De moedermaatschappij moet in civielrechtelijke zin
eigenaar zijn van de aandelen in de dochtermaatschappij. Dit
betekent dat zij het stemrecht op deze aandelen kan
uitoefenen in de algemene vergadering van aandeelhouders.
Economische eigendom
De moedermaatschappij heeft recht op alle economische
voordelen uit de aandelen.
Werknemersopties onder voorwaarden toegestaan
Verpanding onder voorwaarden mogelijk
Artikel 4 BFE geeft enige ruimte aan het feit dat de Juridische levering niet altijd
gelijk is aan verkrijging economische belang
Juridische levering binnen vijf werkdagen na verkrijging
economische belang
Verlenging tot drie maanden mogelijk bij overmacht, na verzoek.
o Ten minste 95%
De moedermaatschappij behoeft het 95% belang in de
dochtermaatschappij niet rechtstreeks te bezitten. Art. 15 lid 3
bepaalt namelijk dat, als de moedermaatschappij een middellijk
bezit heeft in een dochtermaatschappij en dit bezit wordt gehouden
via een andere fiscale-eenheidsmaatschappij, dat middellijke bezit
ook meetelt voor de ‘ten minste 95%’-grens, mits aandelen worden
gehouden door een gevoegde dochtermaatschappij of een
tussenmaatschappij.
Voorwaarden tussen- en topmaatschappij
Artikel 15 lid 5 en 6 Wet Vpb
NV/BV of vergelijkbaar lichaam gevestigd in EU/EER
In Nederland aan heffing onderworpen als deze in Nederland
gevestigd zou zijn
Geen vaste inrichting (dan is een ‘normale’ FE mogelijk)
o In het nominaal gestorte kapitaal
Hybride leningen zijn geen nominaal gestort kapitaal
o Stemrechten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hmdkoca. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.