Samenvatting Psychiatrie, een inleiding voor toets geestelijke gezondheidszorg / juridische kaders
51 views 4 purchases
Course
Geestelijke Gezondheidszorg
Institution
Saxion Hogeschool (Saxion)
Book
Psychiatrie, een inleiding
Samenvatting van het boek Psychiatrie een inleiding. Zeer uitgebreid en alles staat erin! Dit is de toetsstof voor de toets geestelijke gezondheidszorg / juridische kaders.
Hoofdstuk 7 stemmingsstoornissen en zelfmoord
Stemmingsstoornissen zijn verstoringen van de stemming die ongebruikelijk lang duren of
zodanig ernstig zijn dat ze belemmerd worden in het dagelijks functioneren.
7.2 typen stemmingsstoornissen
In de DSM-5 staat geen algemene categorie stemmingsstoornis. Er zijn nu twee categorieën:
1. Unipolaire stoornissen (Depressieve stemmingsstoornis)
2. Bipolaire stemmingsstoornis
De classificatie kent een verdere tweedeling. Er zijn 2 soorten depressieve
stemmingsstoornissen:
1. Depressieve stoornis: één of meer episoden van depressie
zonder een geschiedenis van manische of hypomane episoden die
niet door een middel zijn opgewekt. Soms eenmalig, meestal
terugkerend.
2. Dysthymie (persisterende depressieve stoornis): patroon van
depressie (bij kinderen en adolescenten mogelijk een prikkelbare
stemming) die langere tijd aanhoudt, bij volwassenen meestal vele
jaren
3. Premenstruele stemmingsstoornis (nieuw!): nieuwe categorie,
maar zeer omstreden omdat het menstruele klachten zou
stigmatiseren.
En er zijn 2 soorten bipolaire stemmingsstoornissen:
1. Bipolaire stoornis: stoornis met één of meerdere manische of
hypomane episoden, d.w.z. episoden van euforische stemming en
hyperactiviteit, waarbij het beoordelingsvermogen en het gedrag
vaak nadelig worden beïnvloed. Vaak worden manische of
hypomane episoden afgewisseld met episoden van ernstige
depressie, en tussengelegen perioden waarin de stemming
normaal is.
2. Cyclothyme stoornis: chronische stemmingsstoornis met talrijke
episoden (met minder ernstige manische kenmerken dan manische
episoden) en talrijke episoden van depressieve stemming of verlies
van belangstelling of plezier in activiteiten, maar niet zo ernstig dat
deze voldoen aan de criteria van een depressieve episode.
Depressieve stoornissen worden unipolair genoemd, omdat ze slechts één emotionele
richting hebben: neerwaarts. Stemmingswisselingsstoornissen worden bipolair genoemd,
omdat hierbij zowel episoden van depressie als euforie voorkomen die elkaar afwisselen.
Milde vormen worden wel cyclothemie genoemd, ernstige vormen een bipolaire stoornis.
Depressie: deze diagnose wordt gesteld als sprake is van 1 of meer episoden van ernstige
depressie zonder dat de patiënt een manie of hypomanie heeft gehad.
Een depressieve periode is een verandering in het functioneren waarbij een reeks
depressieve symptomen optreedt, waaronder een sombere stemming of een verlies van
belangstelling of plezier in alle activiteiten gedurende een periode van minstens 2 weken.
Kenmerken van een depressie zijn: veranderingen van emotionele toestand; veranderingen
van motivatie; veranderingen lichamelijk functioneren en motoriek; veranderingen van de
cognitie.
1
,De diagnostische criteria van een depressieve stoornis staan in de DSM-5 beschreven.
In Nederland en België heeft ongeveer 1 op de 4 mensen in hun leven met een depressie te
maken. Een beperkt aantal mensen krijgt een goede behandeling. Naar schatting krijgt 26%
van de vrouwen en 14% van de mannen ooit een depressie. Ook de economische kosten
van depressie zijn enorm. De meeste mensen die een episode van depressie hebben
meegemaakt krijgen een terugval. Vanwege het patroon van herhaalde episoden en
langdurige symptomen beschouwen veel hulpverleners depressie als een chronische
aandoening.
- Vrouwen hebben een bijna 2 keer zo grote kans als mannen om de diagnose
depressie te krijgen.
o Redenen zijn complex: Hypothese: patriarchale cultuur leidt tot onderdiagnose
bij mannen, maar ook grotere prevalentie bij vrouwen. Hormonale invloeden,
grotere stresslast etc)
- De gemiddelde leeftijd voor een depressie ligt tussen het 25e en 35e levensjaar. Het
komt heel weinig voor, vóór het 14e levensjaar.
- Prevalentie neemt over de hele wereld toe. Niemand weet precies waardoor,
misschien door sociale verandering, individualisering. Of betere diagnostisering en
erkenning.
2 speciale vormen van een depressieve stoornis:
1. Seizoensgebonden depressie
2. Postnatale depressie
Seizoensgebonden depressie:
De herfst en winter kunnen leiden tot een soort depressie die men seizoensgebonden
depressie (seasonal affective disorder (SAD)) of winterdepressie noemt. SGD komt vaker
voor bij vrouwen en de meeste mensen die lijden aan SGD zijn jongvolwassenen. De
oorzaken zijn mogelijk het gevolg van een verstoring van de interne centrale klok. De
belangrijkste ‘tijdsaanduider’ voor de centrale klok is melatonine, een hormoon dat wordt
vrijgegeven door de pijnappelklier als het donker is. Door de veranderende timing en de
hoeveelheid licht die in de donkere wintermaanden op onze ogen valt, verandert de ritmiek
van de melatonineproductie. Hierdoor veranderen ook de biologische ritmes in ons lichaam.
2
,Bij deze vorm van depressie helpt lichttherapie. Het kunstlicht vormt een aanvulling op het
weinige zonlicht. Daarnaast kan ook antidepressiva als Prozac de depressie helpen
verlichten.
Postnatale depressie:
Een postnatale depressie kan rond de geboorte (dus voor de bevalling of na de bevalling)
optreden bij de moeder. Vrouwen met een postnatale depressie maken een depressieve
episode door binnen 4 weken na de bevalling. In 50% van de gevallen begint het al voor de
bevalling.
Persisterende depressieve stoornis (dysthymie): mensen met een dysthyme stoornis
voelen zich het grootste deel van de tijd slecht of in de put, maar niet zo ernstig
gedeprimeerd als mensen met een ernstige depressie. Het risico op terugval is hoog en 90%
van de mensen met dysthymie krijgt uiteindelijk een depressieve stoornis.
Het wordt alleen gediagnosticeerd bij mensen die nooit eerder episodes van manie of
hypomanie gehad hebben, beide symptomen van bipolaire stoornis. Ongeveer 1,3% van de
bevolking in NL leidt op enig moment aan dysthymie; het komt evenveel voor vrouwen dan
bij mannen.
De klachten kunnen een zodanig vast onderdeel van het leven dat het soms lijkt of deze deel
uitmaken van de persoonlijkheidsstructuur van de patiënt. Soms worden deze mensen
ontlopen door hun omgeving, waardoor de stoornis alleen nog maar erger wordt.
Premenstruele stoornis is een ernstigere vorm van PMS (premenstrueel syndroom. De
diagnose PMSS is bedoeld voor vrouwen die een reeks significante psychologische
symptomen ondervinden in de week voor de menstruatie en een lichte verbetering een paar
dagen na het begin van de menstruatie. Voor de diagnose PMSS is een reeks symptomen
nodig, waaronder stemmingsschommelingen, plotseling huilen of verdrietig zijn, een
sombere stemming of een hopeloos gevoel, prikkelbaarheid of woede, angstgevoelens,
spanning, ongedurigheid, zich sneller afgewezen voelen en negatieve gevoelens over
zichzelf. Deze symptomen moeten ook samengaan met een belemmering van het
functioneren.
Bij deze vorm van depressie is het niet duidelijk wat de scheidslijn tussen normaal en
afwijkend gedrag is. Wordt dit wel overschreden bij deze PMSS?
De persisterende depressieve stoornis en dysthymie bewegen in de zin van de
stemmingsstoornissen alleen neerwaarts. De bipolaire-stemmingsstoornissen kennen echter
zowel ups als downs. De stemming beweegt dan doorgaans tussen manie en depressie. We
richten ons hier op 2 soorten:
1. Bipolaire stoornis
2. Cyclothyme stoornis (chronisch patroon van (minder ernstige) stemmingswisselingen
Bipolaire stoornis wordt gekarakteriseerd door extreme wisselingen in de stemming, de
energie en de activiteit. De stemmingswisselingen bewegen zich tussen enerzijds verrukking
en uitgelatenheid (manisch) en anderzijds de donkerste diepten van somberheid
(depressief). De eerste periode kan zowel manisch als depressief zijn.
Manische episode: dit is een episode van onrealistisch versterkte euforie; extreme
rusteloosheid; buitensporige activiteit; chaotisch gedrag; verminderd beoordelingsvermogen.
Bij hypomanie zijn er vergelijkbare, maar wel iets minder heftige symptomen. Patiënt heeft
(iets) meer realiteitsbesef en is niet psychotisch.
Een manische periode duurt meestal tussen de 2 weken en 2 maanden. En is korter dan de
depressieve periode en eindigt meer abrupt. Daling van de euforie kan een verhoogd gevaar
voor suïcidaliteit betekenen (omdat mensen dan weten dat er een depressieve periode aan
komt)
3
, Iemand in een manische episode spreekt meestal heel snel. Zijn gedachten springen vaak
van het ene naar het andere. Bijna altijd hebben manisch-depressieve personen een geringe
behoefte aan slaap. Door hun euforie kunnen ze niet werken en is het voor hen onmogelijk
normale relaties aan te gaan.
Mensen met een manische periode hebben meestal een slecht beoordelingsvermogen. In
ernstige gevallen hallucineren ze of krijgen ze ernstige wanen.
De DSM maakt onderscheid tussen 2 algemene typen bipolaire stoornis:
1. Bipolaire stoornis type I: de patiënt beleeft minstens 1 volledige manische episode.
i. Vaak stemmingswisselingen tussen euforie en depressie met normale
tussen periodes.
ii. Enkele gevallen: geen perioden van depressie aanwezig, maar
aangenomen wordt dat dit nog komt of dat het in het verleden over het
hoofd gezien is.
iii. Enkele gevallen: manische en depressieve episoden doen zich
gelijktijdig voor. (gemengde type).
2. Bipolaire stoornis type II: hypomanie (minder intense manie), minstens één
depressieve episode, maar geen manische.
Het blijft de vraag of dit echt 2 typen zijn, of dat het twee vormen van dezelfde stoornis zijn in
verschillende ernst.
Komt voor bij 1,2% van de mannen en 1,4% van de vrouwen in NL. Meestal ontstaan
bipolaire stoornissen in de jongvolwassenheid en ontwikkelt de stoornis zich tot een
chronische aandoening, waarvoor langdurige behandeling nodig is.
Bij mannen begint bipolaire stoornis type 1 met een manische episode, terwijl dit bij vrouwen
vaak een periode van ernstige depressie is. Het is onduidelijk of er een sekseverschil is in de
prevalentie van bipolaire-II-stoornis.
‘snelle stemmingswisselingen’ komen weinig voor, maar vaker bij vrouwen dan bij mannen
en gaan vaak gepaard met een ernstigere vorm van de stoornis. Er is een verband tussen
een bipolaire stoornis en creativiteit.
Cyclothyme stoornis: een stemmingsstoornis dat zich kenmerkt door een chronisch
patroon van minder ernstige stemmingswisselingen dan bij bipolaire stoornissen voorkomen.
Het houdt ten minste 2 jaar aan. Een cyclothyme stoornis begint meestal tijdens de late
adolescentie of vroege volwassenheid. Perioden waarin de stemming normaal is, duren
zelden of nooit langer dan ongeveer 2 maanden. De episoden van een verhoogde of
sombere stemming zijn echter niet ernstig genoeg om een diagnose bipolaire stoornis te
rechtvaardigen.
Bij de patiënt met cyclothymie fluctueren de symptomen eigenlijk tussen de gematigde
hoogtepunten en de gematigde dieptepunten.
Prevalentiecijfers zijn voor NL en België niet bekend. Men schat dat ongeveer 1 op de 3
mensen me cyclothymie uiteindelijk een bipolaire stoornis ontwikkelt.
7.3 welke factoren spelen een rol bij het ontstaan van depressieve stoornissen? (stress /
genetica / biochemisch (serotonine en norepinefrine) etc.
Stressvolle levensgebeurtenissen vergroten het risico op stemmingsstoornissen zoals
bipolaire stoornis en ernstige depressie. De DSM-5 vermeldt dat men rouw beschouwt als
een reactie die bij een groot verlies te verwachten is, en niet als psychische stoornis. Er
wordt echter ook gezegd dat zowel rouw als depressie kunnen optreden na een verlies en
dat sommige extreme reacties kunnen wijzen op de aanwezigheid van depressieve stoornis.
Het blijkt echter onduidelijk of professionals in de praktijk een onderscheid kunnen maken
tussen een normale rouw en een al aanwezige depressieve stoornis. De relatie met stress
werkt 2 kanten op. Stressvolle levensgebeurtenissen kunnen depressie in de hand werken,
en depressieve symptomen kunnen op zich stressvol zijn of tot een andere bron van stress
leiden, zoals verlies van een baan.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ltenheggeler. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.