100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcollegedictaat week 1 Personenschade $3.20
Add to cart

Class notes

Hoorcollegedictaat week 1 Personenschade

 67 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Hoorcollegedictaat van het eerste hoorcollege van het vak Personenschade: theorie en praktijk. Alle powerpointslides zijn in het document verwerkt en alles is (bijna) letterlijk meegetypt.

Preview 4 out of 33  pages

  • February 4, 2021
  • 33
  • 2020/2021
  • Class notes
  • A. kolder
  • All classes
avatar-seller
Hoorcollege week 1: werkgeversaansprakelijkheid

Het vak is bedoeld om ook de theoretische kant van personenschade door te nemen, maar zeker
ook een praktische kijk in de keuken te geven. Mocht je dit nou leuk vinden, dan heb je een
klein beetje een idee hoe het er in de praktijk aan toe gaat.

Vandaag gaan we het hebben over werkgeversaansprakelijkheid. Het is een actueel thema en
maatschappelijk relevant. Wekelijks vindt er iets meer dan een arbeidsongeval plaats waarbij
iemand komt te overlijden of letsel oploopt. Dan is de vraag: wie is daar aansprakelijk voor? In
hoeverre is de werkgever aansprakelijk? Is dat 100% of een gedeelde aansprakelijkheid? De
Arbowetgeving: het wettelijk kader voor de werkgever. Daar is nu ook een corona afdeling in
opgenomen. De werkgever is ook verplicht om maatregelen te nemen tegen
coronabesmettingen. Denk aan afstand houden, mondkapjes dragen, hygiëne, mensen thuis
laten werken. Dat is ook iets wat zich afspeelt op het gebied van de
werkgeversaansprakelijkheid. Het thuiswerken, iedereen werkt nu zo’n beetje thuis, de
werkgever heeft een zorgplicht voor een veilige inrichting van de werkplek. De werkgever moet
er dus op toezien dat iemand niet de hele dag op een krukje aan de keukentafel zit te werken
achter zijn laptop. Daar ligt een verantwoordelijkheid van de werkgever; je moet een
ergonomische werkplek bieden aan je werknemer. Dat kan lastig zijn, want iedereen zit thuis.
Moet je dan maar voor iedereen een bureaustoel aanschaffen of een bureau laten bezorgen
thuis. Daar zit een spanningsveld; enerzijds heeft de werkgever de plicht om het redelijke te
doen om gezondheidsproblemen bij de werknemer te voorkomen en anderzijds kan je niet het
onmogelijke van de werkgever vragen. Maar ik denk wel als jij een groot bedrijf hebt waar heel
veel mensen thuiswerken dat je moet checken en nagaan of mensen er wel een beetje
fatsoenlijk bij zitten achter hun computer. Dat is een interessant punt in het verlengde van de
coronacrisis. Hoe ga je daarmee om? Die aspecten komen wel aan bod bij dit college. We gaan
gewoon van start.

› Klassieke arbeidsongevallen (art. 7:658)
› Beroepsziekten (art. 7:658)
› Flexibele arbeidskrachten (art. 7:658 lid 4)
› Verkeersongevallen (art. 7:611, variant I)
› Op de grens van werk & privé (art. 7:611, variant II)

Waar gaan we over praten? We gaan over verschillende soorten arbeid gerelateerde schade
praten. Je kunt ze onderverdelen in 5 categorieën. Zie hierboven.

De klassieke arbeidsongevallen (val van een ladder, hand in een machine, bekneld komen
zitten, uitglijden, je hoofd stoten, struikelen).

Beroepsziekten die kenmerken zich doordat, anders dan een val van een ladder en je breekt je
been (dit is 1 ontstaansmoment plots klaps daar is de schade). Maar bij beroepsziekten is het
vaak zo dat het een sluimerend proces is. Mensen worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen;
een schilder die jarenlang met bepaalde middelen moet werken en die dan sluimerende wijs
voor gezondheidsschade zorgt. Dat volstrekt zich in de loop der tijd. Soms pas in de loop van
vele jaren. Dan wordt je ziek en ga dan nog maar eens na komt dit nou door werkgever A of
werkgever B of heb je misschien wel als hobby gehad dat je gaat schilderen, misschien is het
wel in de thuissituatie ontstaan. Komt het wel door het werk, heeft het oorzaken buiten het
werk. Het verband met het werk is veel minder sprekend bij een beroepsziekten vaak dan bij
een klassiek arbeidsongeval.

Flexibele arbeidskrachten. Denk aan de vrijwilligers, zzp’ers, mensen die voor een
uitzendbureau werken en dan ergens te werk worden gesteld. Je werkt dan mee in een
organisatie, terwijl je geen arbeidsovereenkomst hebt met het bedrijf waar je bent te werk
gesteld. Denk ook aan een stagiaire. Dan doe je allemaal werkzaamheden binnen zo’n



1

,organisatie, maar formeel heb je geen arbeidsovereenkomst. Hoe zit het dan? Kun je dan toch
aanspraak maken op de werknemersbescherming, terwijl je geen echte werknemer bent. Kun
je dan toch aanspraak maken op die werknemersbescherming en hoe zit dat dan?

Verkeersongevallen. Dit is een bijzondere categorie. De werknemer neemt deel aan het verkeer,
denk aan een buschauffeur, taxichauffeur, maaltijdbezorger. Door de coronacrisis is het
bezorgen van maaltijden meer geworden. Hoe zit het met mensen die op de elektrische fiets
zich in het verkeer moeten begeven of op de scooter om al die maaltijden te bezorgen. Ook daar
heeft de werkgever ook een bepaalde specifieke verantwoordelijkheid. De werknemer in het
verkeer. Dat is ook interessant.

Op de grens van werk & privé. De bedrijfsuitjes bijvoorbeeld. Stel je voor je werkgever
organiseert een bedrijfsuitje of een of andere ontspanningsactiviteit. Met elkaar de hei op en
vlotten bouwen en dergelijke. Ook tijdens zo’n bedrijfsuitje kan het vreselijk misgaan. Dat je
in het water valt en verdrinkt. Of dat je tijdens het uitje ten val komt en struikelt en je been
breekt. Hoe zit het met de verantwoordelijkheid tijdens bedrijfsuitjes. Je bent niet met je
eigenlijke werk bezig, maar de activiteit waarbij het mis gaat hangt wel in zekere zin samen
met het werk. Ook daar heeft de werkgever een bepaalde verantwoordelijkheid. Hoe dat zit dat
komt ook aan de orde.

Dit zijn eigenlijk de vijf categorieën die je voor jezelf voor ogen moet houden. Als je een
tentamenvraag krijgt, dan krijg je een casuspositie. Aan de hand van die casuspositie wordt er
naar de oplossing gevraagd. Ga dan direct na, met welke categorie heb ik te maken en voor elke
categorie geldt een bepaald regime.

Art. 7:658 (incl. lid 4)
- schuldaansprakelijkheid
- tekortkoming zorg veiligheid
- ‘in de uitoefening van’ het werk
- bijzondere regels stelplicht & bewijslast en ES
- volledige vergoeding
Art. 7:611 (I)
- risicoaansprakelijkheid
- schending plicht ‘behoorlijke verzekering’ af te sluiten
- ‘in de uitoefening van’ het werk
- onduidelijkheid stelplicht & bewijslast en ES
- vergoeding op niveau behoorlijke verzekering
Art. 7:611 (II)
- schuldaansprakelijkheid
- tekortkoming zorg veiligheid
- ‘buiten’ de uitoefening van het werk
- gewone regels stelplicht & bewijslast en ES
- volledige vergoeding

Daar kom ik dan nu over te spreken. Al die categorieën die ik zojuist schetste, die kan je
schuiven in dit systeem. Ik kan het niet makkelijker maken dan dat het is, maar we hebben
eigenlijk drie smaken qua werkgeversaansprakelijkheid en de eerste smaak is de bovenste, dat
is art. 7:658. Dit is de centrale bepaling voor arbeid gerelateerde schade. Als het mis gaat in
verband met het werk, dan kijk je in eerste instantie hiernaar. Ik ga dadelijk nog wel meer
vertellen hoe dit in elkaar zit, maar eerst even alvast de hoofdlijnen en dan geef ik de conclusie
al weg. Als je het nog niet direct helemaal kan volgen, geen paniek. Ik ga het allemaal nog
uitleggen en aan het einde van de rit valt het allemaal wel op zijn plek. Maar eerst even de
hoofdlijnen, hoor mij eerst maar gewoon even aan. Als je het niet direct kan plaatsen is er niets
aan de hand, het komt allemaal nog aan bod.




2

,Art. 7:658 BW, de centrale bepaling. Wat zijn nou de kenmerken van die aansprakelijkheid.
Het gaat om een schuldaansprakelijkheid. Of weer een ongeval gebeurt op de werkplek, dat is
geen risico-aansprakelijkheid. De werkgever moet een verwijt treffen. Dus het enkele feit van
een ongeval betekent niet dat de werkgever dus ook aansprakelijk is. Dus je krijgt een hand in
de machine en je bent een vinger kwijt, dan wil je een schadevergoeding. Dan zal voor
aansprakelijkheid een verwijt moeten zijn; de werkgever moet schuld hebben aan het ongeval.

Dat zie je ook dan bij het tweede puntje. Dan zitten we bij tekortkoming van de werkgever in
de zorg voor de veiligheid van de werknemer. Dus het is een schuldaansprakelijkheid
gekoppeld aan een zorgplichtschending. Deze aansprakelijkheid van 7:658 is een vergaande
aansprakelijkheid. Die ziet alleen op ongelukken die gebeuren in de uitoefening van de
eigenlijke werkzaamheden, dus eigenlijk tijdens het eigenlijke werk zou je kunnen zeggen. Ik
geef straks wat voorbeelden. Stel je voor dat je op een bedrijfsuitje gaat, dat is eigenlijk niet in
de uitoefening van je eigenlijke werk en dan zitten we straks in een ander regime, dat zal ik
laten zien. Dit gaat nu om de werknemer, de glazenwasser, die op de ladder staat en tijdens
zijn werk valt hij van de ladder. Daar ziet 7:658 BW op. Het gaat om de uitoefening van het
eigenlijke werk.

Verder is belangrijk aan deze aansprakelijkheid dat er bijzondere regels van stelplicht &
bewijslast gelden en ook een bijzondere eigen schuldregeling. Ik kom daar nog op terug, maar
ik stip het nu alvast aan. Want hoe zit het namelijk, of er een ongeluk gebeurt tijdens het werk,
dan is het zo dat de werkgever moet aantonen dat hij zijn zorgplicht heeft nageleefd. Het is dus
niet zo dat de werknemer de zorgplichtschending van de werkgever moet aantonen. De
bewijslast van de nakoming van de zorgplicht rust bij de werkgever. De werkgever moet
aantonen dat de werkgever zelf de zorgplicht heeft nageleefd. Dat is een afwijking van 6:162
BW; de algemene onrechtmatige daad. Als je dan zegt ik stel een ander aansprakelijk, dan moet
het slachtoffer, de eiser, aantonen dat de andere kant de zorgplicht heeft geschonden. Dus
6:162 BW. Hier is het andersom, de bewijslast is omgedraaid. De werkgever moet de naleving
van zijn zorgplicht aantonen.

Ten tweede eigen schuld, er gelden bijzondere regels voor eigen schuld. Namelijk eigen schuld
van de werknemer telt alleen mee als deze opzettelijk of bewust roekeloos heeft gehandeld. Dus
veel vormen van schuld van de werknemer: hij is onoplettend geweest, hij is heel erg
onoplettend geweest en hem treft een ernstig verwijt, hij is vele malen gewaarschuwd en gaat
toch weer het dak op en valt van het dak; als dat niet opzettelijk is en niet bewust roekeloos,
dan heb je toch recht op 100% schadevergoeding als werknemer. Dus je wordt flink beschermd
door een bijzondere eigen schuldregeling. Eigen schuld van de werknemer telt in feite niet mee.

Als je dan in de prijzen valt, het is dus schade in de uitoefening van het werk, de werkgever kan
de naleving van de zorgplicht niet aantonen, als je dan in de prijzen valt dan is het ook een
volledige vergoeding (100% schadevergoeding). Dit zijn de kenmerken van die centrale
aansprakelijkheid van art. 7:658 BW. Dat ziet dus op ongelukken in de uitoefening van het
werk.

Dan hebben we nog smaakje 2, art. 7:611 variant 1. We hebben ook nog art. 7:611 variant 2. We
gaan eerst naar kijken naar art. 7:611 variant 1 kijken en dat is een riscio-aansprakelijkheid.
Waar ziet nu deze aansprakelijkheid op? Die ziet op verkeersongevallen, de werknemer in het
verkeer. Dat is variant 1. Dat is geen schuld, maar een risico-aansprakelijkheid. Hoe zit dat nu?
De HR heeft bepaald dat de werkgever de werknemer die aan het verkeer deelneemt een
behoorlijke verzekering moet afsluiten voor schade door een verkeersongeval. Dus het is hier
niet zo dat de werkgever van tevoren de inrichting van het werk veilig moet maken en
instructies en dergelijke moet geven. Nee, als hier eenmaal een ongeluk is gebeurd in het
verkeer, dan moet je als werkgever zorgen dat er een verzekering is. Dus het is een financiële
voorziening die je moet treffen met het oog op verkeersongevallen. Als een ongeluk gebeurt,
dan ben je aan de beurt als werkgever en moet je zo’n verzekering hebben.



3

, Als je niet zo’n verzekering hebt als werkgever, er zijn ook werkgevers die zo’n verzekering niet
afsluiten. Wat dan? Dan ben je als werkgever aansprakelijk voor de schade die de werknemer
lijdt omdat hij een verzekeringsuitkering mist. Dus de schade van de werknemer bestaat uit
het bedrag dat hij is misgelopen omdat de werkgever geen verzekering heeft afgesloten. Om
welk bedrag gaat het dan? Dat hoeft niet per se volledige 100% vergoeding te zijn. Dat is dan
een vergoeding die je zou hebben gehad als er een behoorlijke verzekering was geweest. Dus
de omvang van de uitkering van de werknemer wordt gekoppeld aan de uitkering van een
behoorlijke verzekering.

Dan is het van belang om te weten wat zou dan een behoorlijke verzekering hebben uitgekeerd
als die er wel was geweest aan de kant van de werkgever. Docent gaat er nu niet te veel op in,
maar het kan soms zijn dat zo’n verzekering een gordelkorting heeft. Dat houdt in dat wanneer
jij als taxichauffeur je gordel niet draagt, dat je 25% eigen schuld om de oren krijgt. Als je zegt
zo’n verzekering met gordelkorting is een behoorlijke verzekering en je krijgt als taxichauffeur
dan het ongeluk. De werkgever heeft verzuimd die verzekering af te sluiten. Dan kun je dus je
werkgever aanspreken en zeggen: ik wil het geldbedrag hebben wat ik zou hebben gehad als je
wel een verzekering voor mij zou hebben afgesloten. Als daar dan die 25% gordelkorting in
staat, als die verzekering er was geweest dan had je 75% van je schade vergoed gehad en niet
100%. Dus ik hoop dat jullie dat aanvoelen dat via de koppeling met de behoorlijke verzekering
kun je nog wel eens uitkomen op een ander bedrag dan 100% schadevergoeding. Het gaat er
dan om wat was de verzekering geweest, wat waren de verzekeringsvoorwaarden geweest als
de werkgever wel aan zijn plicht had voldaan. Vaak heeft de werkgever wel een verzekering
afgesloten en als je dan als taxichauffeur het ongeluk krijgt, dan kun je je direct wenden tot die
verzekeringsmaatschappij en dan kun je daarmee in overleg treden om een schadevergoeding
te krijgen. Dat is voor verkeersongevallen.

Van belang is om te weten is nog wel dat die verkeersongevallen alleen gedekt zijn, de
werkgever heeft alleen een verantwoordelijkheid voor verkeersongevallen die in de uitoefening
van het werk gebeuren. Dus tijdens de uitoefening van je werkzaamheden. Wat valt hier niet
onder en dat is een belangrijke uitzondering: woon-werk verkeer. Dus als jij als buschauffeur
’s ochtends in je eigen auto stapt om naar de standplaats te rijden waar je dan in de bus stapt,
je bent onderweg naar je werk. Onderweg naar je werk krijg je een verkeersongeval. Dat is
woon-werk verkeer, dat wordt nog geacht prive tijd te zijn en een ongeluk tijdens woon-werk
verkeer dat valt niet onder de verantwoordelijkheid van de werkgever. Dus het gaat alleen om
verkeersongevallen in de uitoefening van de eigenlijke werkzaamheden. Dus je moet echt bezig
zijn met het uitvoeren van je werk voordat je dus aanspraak kunt maken op deze bescherming.

Qua eigen schuld, stelplicht en bewijslast ligt het ook net even anders dan bij 7:658. Hier is het
zo, bij 7:658 de bovenste aansprakelijkheid is het zo dat de werkgever moet aantonen dat hij
zijn zorgplicht heeft nageleefd. Hier is het zo bij verkeersongevallen, dan moet de werknemer
aantonen dat de werkgever zijn verzekeringsplicht niet is nagekomen en moet ook aantonen
wat een behoorlijke verzekering zou zijn geweest. Wat had de werkgever als behoorlijke
verzekering kunnen afsluiten. Dus dat ligt dan in de hoek van de werknemer. Ook eigen schuld
is net even anders. Want je kunt dus, via de koppeling wat zou een verzekering hebben
uitgekeerd als die er was geweest, kun je dus lichtere vormen van eigen schuld tegengeworpen
krijgen als werknemer dan opzet of bewuste roekeloosheid. Dus ook het niet dragen van de
gordel kan zo maar 25% eigen schuld opleveren, terwijl dat geen opzet of bewuste
roekeloosheid hoeft te zijn. Dus die bescherming is dus wat minder van art. 7:611 variant 1.

Stelplicht en bewijslast liggen wat anders, de eigen schuldregeling is anders en het niveau van
de vergoeding hoeft niet altijd 100% te zijn. Dus dat over de verkeersongevallen. Het gaat om
een werknemer in het verkeer, denk dan aan variant 1, art. 7:611 BW.

Om het nog wat ingewikkelder te maken is het zo dat als je als werknemer een verkeersongeval
overkomt, dan heb je altijd het vangnet van deze risico-aansprakelijkheid. Maar bij ongelukken
in het verkeer geldt ook gewoon art. 7:658. Als het gaat om een ongeval ten uitoefening van je


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wendelaoudkerkpool. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.20
  • (0)
Add to cart
Added