100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Anatomie, fysiologie en pathologie LOI $17.26   Add to cart

Summary

Samenvatting Anatomie, fysiologie en pathologie LOI

5 reviews
 646 views  23 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het hele boek, alles staat erin, enkel de stukken die je niet hoeft te weten zijn er uit gelaten. Ook heel het laatste hoofdstuk staat erin.

Preview 4 out of 229  pages

  • February 4, 2021
  • 229
  • 2020/2021
  • Summary

5  reviews

review-writer-avatar

By: asmaabasuni91 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: svdklink • 1 year ago

review-writer-avatar

By: lisabrandes99 • 2 year ago

Translated by Google

Wearing way too long. Almost exact copy of the book. A waste of money. Better create a summary yourself

review-writer-avatar

By: hjbogaard • 2 year ago

review-writer-avatar

By: jtheunisz • 3 year ago

avatar-seller
Anatomie, fysiologie en pathologie

1. De basis van anatomie en fysiologie
Definities
 Anatomie: kennis en bouw van organisme.
 Fysiologie: normaal functioneren van organisme.
 Pathologie: ziekteleer.
 Therapie: behandelen van ziektes.
Deze begrippen hangen nauw met elkaar samen.

Anatomie en fysiologie
 Organisme: het dier zelf.
 Orgaansysteem: orgaanstelsel, organen met gedeelde functie.
 Orgaan: eenheid dat een bepaalde functie heeft, bv maag.
 Weefsel: cellen met een vergelijkbare vorm en functie, bv spierweefsel.
 Cel: kleinste functionele eenheid, bv darmcel.

Celbiologie
 Opbouw cel
o Celmembraan
o Cytoplasma
o Cytosol
 Celmembraan: dubbele laag fosfolipiden, met grote eiwitmoleculen. 5nm dik en
semipermeabel, zowel passief als actief.
o Grens met ‘buitenwereld’
o Opname voedingstoffen/afgifte afvalstoffen
o Opvangen signalen
o Interacties met andere cellen
 Transporteiwitten
o Voor energie, bouwstoffen en afvalstoffen.
o Ontelbare eiwitten, steken dwars door de celwand.
o Ionkanaal en ionenpomp
 Ionkanaal
o Passief, geleide aan concentratie
 Ionenpomp
o Lopende band, actief(kost energie)
 Cytoplasma
o Bestaat uit cytosol (celvloeistof) met eiwitten,
suikers en ionen
o Erin liggen de celorganellen (orgaantjes)
 Mitochondriën

,  Endoplasmatisch reticulum (ER)
 Ribosomen
 Lysosomen
 Golgi-apparaat
 Kern
 Mitochondrien
o 1 micrometer
o Energiecentrale
o Dubbele membraan (uit- en inwendig)
o Sterk geplooid, voor grote energieproductie
o Belangrijkste functie: ATP productie
o Rode bloedcellen hebben geen mitochondriën.
 Endoplasmatisch reticulum
o Netwerk van membranen(die opgebouwd zijn als celmembraan)
o Bevat ribosomen die belangrijk zijn bij eiwitvorming
o Slaat grondstoffen op
o Transport van eiwitten naar Golgi-apparaat
 Lysosomen
o Bevat enzymen die afvalstoffen van de cel afbreken, voor hergebruik of afscheiding
 Golgi-apparaat
o Voorraadschuur van eindproducten van de cel
o Kliercellen goed ontwikkeld
 Centrosomen
o Klompje eiwitten
o Kunnen sterk verlengen en samentrekken
o Belangrijke rol bij celdeling(mitose en meiose)
 Celkern
o Volwassen rode bloedcellen hebben geen celkern
o DNA opgeslagen
 Stukje DNA: gen
 Groep genen: chromosoom, bij elkaar gehouden door eiwitten
 Mensen 23, kat 19 chromosomen
 Maternale en paternale chromosomen (van moeder en vader 1) 2N of
diploïd
 N: aantal chromosomen
 Geslachtscellen: 1N
 Homologe chromosomen (gelijkwaardig)


Communicatie tussen cellen
Als een cel geen signalen krijgt van andere cellen, sterft het na enige tijd af. De communicatie gaat
met behulp van chemische stoffen. Dit kan zowel op kort als op lange afstand.
Korte afstand, bv overdracht tussen zenuwstoffen. Lange afstand communicatie gebeurt met stoffen
die in de bloedbaan komen, bv hormonen.

Celreceptoren
Celreceptoren zijn eiwitten die chemische signalen waarnemen. Ze zitten in de celwand. Op iedere
cel zitten er ontelbaar veel, die allemaal specifiek zijn. Er is dus voor iedere signaalstof een soort
receptor.




2

,Signaalstoffen kunnen zowel endogene(lichaamseigen) als exogene(lichaamsvreemde) chemische
verbindingen zijn.
Signaalstof bindt zich aan zijn receptoreiwit, hierdoor verandert het receptoreiwit van vorm, zowel
binnen als buiten de cel. Deze vormverandering kan leiden openen van (ion)kanalen of
activeren van eiwitten, dat dan ook weer eiwitten activeert enz.
Zo’n keten van activiteiten noemen we een cascade. Het signaal wordt hierdoor ongelofelijk
versterkt.
1 stof kan verschillende receptoren in verschillende organen prikkelen en daarmee verschillende
reacties veroorzaken.

Remmechanisme
Er moet ook een remming zijn, zodat bv een spier niet constant aangespannen blijft. Er is een
mechanisme dat er voor zorgt dat het signaal weer ongedaan gemaakt wordt.
Chemische verbinding tussen signaalstof en receptor is niet blijvend sterk en na enige tijd laat het
vanzelf los en vormt het weer naar de oude vorm.
Er zijn ook stoffen die neurotransmitters afbreken, zodat ze niet opnieuw kunnen binden aan een
receptor.
Het cytoplasma is gevuld met eiwitten die geactiveerde eiwitten kunnen afbreken.

Celdeling
Mitose
De normale celdeling vindt in alle cellen plaats, behalve in geslachtscellen. De kern moet ook in 2en
gedeeld worden, dat is een complex proces. Chromosomen moeten hierbij eerst verdubbeld worden
en daarna over 2 kernen verdeeld worden.

Het doel is dat uit 1 moedercel 2 dochtercellen ontstaan, deze zijn volledig identiek aan de
moedercel.
Moedercel bevat 2N, wordt verdubbeld naar 4N en dan opgesplitst naar 2x2N. Zo ontstaan 2
diploïde cellen.

Mitose heeft 4 fases:
 Profasa
 Metafase
 Anafase
 Telofase
Profase
DNA wordt strak opgevouwen, condensatie. Gedupliceerde zusterchromosomen liggen bijna los van
elkaar, alleen in het centrum nog verbonden, het centromeer. Aan de uiteinden van de cel komt
een poollichaampje, dat het chromosoom uit elkaar trekt.
Metafase
De kernmembraan verdwijnt en de chromosomen liggen in een vlak midden in de cel. Vanuit de
poollichaampjes groeien trekdraden, die zich hechten aan chromosomen.
Anafase
De zusterchromosomen laten elkaar los bij het centromeer en worden uit elkaar getrokken naar
ieder een kant van de cel. Elke kant ontvangt 2 helften.
Telofase
De trekdraden verdwijnen en er vormt een nieuw kernmembraan om elke set chromosomen. De cel
heeft nu 2 kernen.




3

, Vervolgens snoert de celmembraan in, de cel deelt zich hierbij in 2en, waarbij het cytoplasma en de
celorganellen worden verdeeld, cytokinese. Dit is geen mitose meer.
Samengevat:
 2N -> 4N
 4N -> 2x 2N
 Dochtercellen zijn identiek

Reductiedeling/meiose
Meiose vindt plaats bij geslachtscellen. Omdat deze cellen bij bevruchting samensmelten, moeten de
cellen ervoor 1N(haploïd) zijn, zodat het uiteindelijk weer 2N wordt.
Het begint hetzelfde als mitose, er komen 2 sets zusterchromosomen. Elke kant krijgt nu 1 dubbel
stuk chromosoom, hierdoor zijn de 2 helften na deze deling niet identiek.
Dan vindt er nog een deling plaats, zonder dat de chromosomen gekopieerd worden. Hierbij worden
de chromosoomparen uit elkaar getrokken en zijn er alleen nog enkele chromosomen.
De verdeling van de chromosomen is gerandomiseerd. Dit betekent dat het niet vast ligt, hoe het
verdeeld wordt. Ook vindt er recombinatie plaats, dat wil zeggen dat de genen van 2 homologe
chromosomen een uitwisseling kunnen ondergaan.
Samengevat:
 2N -> 4N
 4N -> 2x 2N
 2x 2N -> 4x 1N
 Geen identieke dochtercellen




Geslachtscellen
Geslachtschromosomen hebben een X-variant van de moeder en een Y-variant van de vader.
Vrouwelijk organisme heeft: XX
Mannelijk organisme heeft: XY
Het mannelijk organisme kan een X- of een Y-chromosoom doorgeven, wat dus bepalend is voor het
geslacht van de nakomeling.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marchaslagter. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $17.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$17.26  23x  sold
  • (5)
  Add to cart