100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie H4 Cel en leven $5.98   Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie H4 Cel en leven

 15 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

duidelijke en volledige samenvatting, inclusief afbeeldingen van Biologie H4 Cel en leven

Preview 2 out of 10  pages

  • No
  • H4 cel en leven
  • February 4, 2021
  • 10
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Cel en leven
4.1

Met biologisch onderzoek heb je verschillende organisatieniveaus (= schaal waarop onderzoek plaatsvindt)

Levenskenmerken (van een organisme):

 Opgebouwd uit 1/ meer cellen
 Groei
 Voortplanting
 Stofwisseling (opnemen, omzetten en afgeven van stoffen)
 Waarnemen van, en reageren op veranderingen in de omgeving
 Organisatie van erfelijk materiaal

Cellen: de kleinste eenheden van net leven.

 Organismen bestaan uit 1/ meer cellen.
 Cellen bevatten 1/ meer organellen.

Organel: een (microscopisch kleine) structuur binnen een cel, met een eigen functie. W ordt begrensd door een enkel of door
een dubbel membraan  ribosomen zijn GEEN organellen. Organel is no dig om te leven.



 In celkern: DNA-moleculen, bevatten handleiding voor leven.
 Hebben zuurstof nodig.
 Cellen variëren van afmeting: 10-100 micrometer
- Volume: bepaalt mate van zuurstofbehoefte
- Groote van het oppervlak: bepaalt de snelheid van uitwisseling stoffen met de omgeving (B.V: zuurstof)



Eencelligen (B.V: pantoffeldiertje): staan met hun oppervlak/ enige cel direct in contact met de omgeving  ze kunnen
makkelijk O2 opnemen en CO2 afgeven.
Oppervlak-volumeverhouding is relatief groot (groot oppervlak, klein volume)

Meercelligen: staan niet met alle cellen direct in contact met omgeving.
Als organismen groeien, is verhouding oppervlak-volume kleiner: volume neemt sterker toe (x 3) dan hun oppervlak (x2). (het
volume (cellen die O2 nodig hebben) neemt sneller toe dan het oppervlak (waarmee organisme O 2 uit omgeving kan opnemen)

Om toch genoeg O2 en voedingsstoffen te krijgen, hebben meercelligen gespecialiseerde organen (longen/kieuwen/darmen).
Deze organen hebben groot oppervlak. Hart en bloed(vaten) zorgen voor snel transport tussen organen.



Celdifferentiatie: cellen van meercellige organismen verschillen in grootte, vorm en functie. Daarnaast verschillen
gedifferentieerde cellen ook in de eiwitten (enzymen, bouweiwitten …) die ze maken.

Weefsel: gevormd door groepen cellen met zelfde bouw en functie
De samenwerking van cellen in weefselverband verbetert cel activiteit.


Organen: gevormd uit verschillende weefsels. Hebben gespecialiseerde taken.



Organisme

Je hart heeft zenuw-, bind- en spierweefsel.
Zenuwweefsel: zorgt dat het spierweefsel zich samentrekt.
Bindweefsel: zorgt daarna dat het spierweefsel weer ontspant.

, Cellen kunnen besmet raken, dan zijn het zieke cellen.
Problemen op celniveau werken door op andere organisatieniveaus:
Zieke cel deelt zich  groep cellen/ weefsel werkt niet meer  orgaan functioneert niet goed meer  organisme krijgt klachten


Stamcellen: ongedifferentieerde cellen die kunnen blijven delen.
Ze vormen B.V steeds nieuwe haarcellen.
Stamcellen kunnen:

- Delen  nieuwe stamcellen vormen
- Uitgroeien tot verschillende type andere cellen

Volwassen stamcellen kan je makkelijk beïnvloeden. Ze veranderen in cellen met een bepaalde functie.

Stamcellen kunnen worden gehaald uit:

 Embryo’s
Na een ivf behandeling kunnen er cellen overblijven, deze worden dan geïmplanteerd.
Kunnen uitgroeien tot elk type cel.
 Navelstreng
Lijken al erg op volwassen stamcellen.  kunnen niet meer uitgroeien tot elk type cel
 Volwassen organen
Bekendst: cellen in beenmerg (maken continu nieuwe bloedcellen)




4.2

Celkern: bestaat uit een kern, omgeven door een kernmembraan met kernporiën. In de kern zit het DNA
opgevouwen.
Nutteloze delen: opgeborgen tegen het membraam aan.
Nuttige delen (lichter van kleur): ligt binnen de kern, kan gelezen worden door de cel.

Kernmembraan: een dubbel membraam met kleine openingen(de kernporiën). Aan de buitenkant hiervan (kant
cytoplasma) zitten de ribosomen.

Transcriptie: DNA wordt vertaalt naar RNA (boodschapper)  RNA gaat door het kernmembraam heen 
er wordt een eiwit, bestaande uit aminozuren, aangemaakt bij de ribosomen: translatie
Let op: bacteriën hebben geen celkern! Dieren, planten en schimmels wel!

Kernlichaam: betrokken bij aanmaak ribosomen
Celmembraan: begrenst de cel en voorkomt willekeurig uitwisselen van stoffen


Aminozuren: bouwstenen van eiwitten

In je voedsel zitten eiwitten, plantaardige of dierlijke.  Je darmen veranderen deze naar aminozuren  De aminozuren gaan
via het bloed naar de cellen  Deze cellen maken van deze aminozuren weer lichaamseigen eiwitten d.m.v. ribosomen.

Eiwitproductie begint in de celkern. Hierin ligt een dradenmassa van DNA-moleculen, verstevigd met eiwitten/ chromosomen.
De bouwinstructies voor het maken van eiwitten liggen in het DNA.

Het productieproces start wanneer de cel een kopie maakt van een: stukje DNA met de bouwinstructies voor het maken van een
eiwit. Deze kopie is in de vorm van een RNA-molecuul.

Om de celkern heen zit kernmembraam, dit zorgt voor bescherming. In dit
membraam zitten kleine openingen, kernporiën. Het RNA molecuul gaat via deze

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dominiquegeerdink. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.98
  • (0)
  Add to cart