Uitgangspunt bij overdracht van en pandrecht op aandelen is zelfde. Art. 3:84.
Beschikkingsbevoegdheid, geldige titel, levering. Levering kent lex specialis in boek 2. Alles
omtrent BV en NV. Twee varianten. Aandelen op naam en aandelen aan toonder. BV kent
alleen aandelen op naam. NV kent beide.
Aandelen op naam: 2:86/2:196. Aandelen aan toonder: art. 3:90.
Pandrecht op aandelen: art. 3:98 jo. 3:84.
Stil pandrecht aandelen op naam: art. 2:86/2:196. Omzetting in openbaar pandrecht door
betekening of erkenning, art. 2:86a/2:196a. Heeft te maken met de rechten die aan het
aandeel zijn verbonden. Pandrecht kan worden omgezet van stil in openbaar. Wat voor
rechten je krijgt zien we zometeen.
Stil pandrecht aandelen aan toonder: art. 3:237 lid 1.
Openbaar pandrecht aandelen aan toonder: 3:236 lid 1.
3:84, bij levering afwijkend als het gaat om aandelen op naam. Zelfde geldt voor vestigen
van pandrecht op die aandelen (3:98).
Dan aantal andere dingen:
Blokkeringsregeling/aanbiedingsregeling waarbij aandelen eerst aan overige
aandeelhouders moeten worden aangeboden (art. 2:195 lid 1 BW). Die hoeft niet perse te
gelden, in statuten kan worden afgeweken. Maar in BV wil je wel een idee houden van wie
er betrokken zijn. Belangrijk: ook van toepassing op de executie van aandelen door een
pandhouder (art. 2:198 lid 6), tenzij statuten anders bepalen.
Onverpandbaarheid van aandelen: art. 2:89/198 lid 1 BW, kan worden uitgesloten. Voordat
je besluit je aandelen te verpanden moet je eerst statuten checken of dat mogelijk is.
Vorderingsrechten art. 3:83, kunnen onoverdraagbaar of onverpandbaar gemaakt worden.
Zelfde regime voor aandelen.
Stemrecht blijft in beginsel bij aandeelhouder, maar afwijking is mogelijk (art. 2:89 lid
2+3/198 lid 2+3 BW). Onderhandse verkoop kan ook, als voorzieningenrechter daar
toestemming voor geeft. Als je blokkeringsregeling hebt is onderhands handiger. Die
blokkeringsregeling geldt dus ook bij executie door pandhouder, maar kunnen statuten iets
anders bepalen.
, Executie door pandhouder: inachtneming wettelijke regeling omtrent executie (art. 3:250 ev
+ inachtneming statutaire blokkeringsregeling (HR Bethanie).
Vragen over verpanding van vorderingen op naam en aandelen
1. Waarom is verpanding van een roerende zaak enkel mogelijk wanneer deze zaak voor
overdracht vatbaar is. Geldt het vereiste ook voor verpanding van vorderingen op
naam? Waarom (niet)?
In Oryx/Van Eesteren bepaalde de HR dat als een vordering contractueel
onoverdraagbaar wordt gemaakt (op grond van 3:83 lid 2 BW), dit er niet toe leidt
dat de rechthebbende van de vordering beschikkingsonbevoegd is, maar is de
vordering in het geheel niet meer vatbaar voor overdracht. Een dergelijk verbod heeft
dus goederenrechtelijke werking.
Het verschil tussen verpanding van een roerende zaak en verpanding van
vorderingen, is dat als bij roerende zaken overdracht niet mogelijk is, is executie niet
mogelijk, en heeft verpanding dus weinig zin.
Maar bij vorderingen ligt dat anders. Die worden niet uitgewonnen door executie,
maar door inning. Dus ook al is het onoverdraagbaar, het heeft nog wel zin om te
verpanden. Want pandhouder kan de vordering na mededeling blijven innen.
In Coface/Intergamma oordeelde de hoge raad dat een beding dat de
overdraagbaarheid van vorderingsrechten uitsluit, uitsluitend verbintenisrechtelijke
werking heeft, tenzij uit – naar objectieve maatstaven uit te leggen – formulering
blijkt dat goederenrechtelijke werking is beoogd.
De vraag of onoverdraagbaarheid nou ook onverpandbaarheid betekent, heeft de HR
nog niet beantwoord.
Als we aannemen dat zo’n beding goederenrechtelijke werking heeft, kan je zo’n
vordering dan nog wel verpanden? Welke bepaling kan je aan denken? Als we iets
doen met vestiging of overdracht van beperkte rechten, 3:98 BW. Als ie
onverdraagbaar is, ook onverpandbaar via die schakelbepaling. Maar voor roerende
zaken is het ook echt nodig dat zo’n zaak kan worden overgedragen. Bij vorderingen
ligt dat anders, omdat executie doorgaans inning betekent en niet zozeer cessie van
die vordering. Dus je kan discussiëren of je dat wel zo moet uitleggen. Docent: ja.
Extra bevestiging in art. 3:228 BW. Op alle goederen die voor overdracht vatbaar zijn.
Waarom heb je die nodig als je 3:98 al hebt? In 3:228 wordt extra bevestigd dat
alleen die voor overdracht vatbaar zijn verpand kunnen worden. Dus misschien om
twijfel weg te halen is er een extra artikel opgenomen.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninadirkse. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.