De veranderende rol van informatie en informatietechnologie
Reden voor inzetten van IT in organisaties
Niet alleen voor het sneller en goedkoper (of veiliger) uitvoeren van bestaande taken, maar, door de
veranderende rol van IT in de loop der jaren, ook:
- Voortdurende groei van mogelijkheden van computertechnologie;
- Veranderende manier van omgaan met IT (meer ervaring met de manier waarop de
organisatie IT nuttig in de bedrijfsprocessen kon inzetten).
Nolan model (9 fasen, 3x3) beschrijft hoe organisaties met het groeien van hun ervaring met
IT, steeds anders met deze technologie omgaan. Dit model kan ook worden ingezet als
management tool/groeimodel.
Doel:
- Inzichtelijk maken van de afhankelijkheid tussen de organisatie en IT;
- Inzichtelijk maken dat de rol (impact) van IT toeneemt (noodzaak voor een betere
afstemming tussen de organisatie en IT neemt toe).
Dataverwerkingstijdperk (mainframes) => centrale rol IT afdeling. De relatie ORG - IT is
ongestructureerd. Er is vooral sprake van automatisering. Het gaat voornamelijk om applicaties die
moeten leiden tot meer efficiënte, goedkopere en effectieve processen binnen de ORG, de aard van
de processen die worden geautomatiseerd verandert nauwelijks. VB: geautomatiseerde financiële
administratie, -salarisadministratie, -debiteurenadministratie etc.
Fasen:
- Initiatie: introductie computers. Geen bemoeienis/interesse management;
- Uitbreiding: gebruik van computers verspreidt zich, er is vraag naar nieuwe
computertoepassingen. Management bemoeit zich nog steeds nauwelijks/er is geen centrale
aansturing;
- Beheersing: kosten automatisering lopen sterk op door vraag naar meer eindgebruikers.
Management moet zich gaan bemoeien door bij nieuwe investeringen in IT financiële
onderbouwingen te vereisen.
Dit tijdperk kenmerkt zich door een sterke groei van de rol van IT zonder dat daar veel sturing of
beheersing door het management tegenover staat.
Primair doel van de inzet van IT in dit tijdperk is gericht op efficiëntie!
Aan het eind van dit tijdperk zijn de kosten hoog opgelopen en is een wildgroei aan applicaties
ontstaan (eiland-automatisering), ingrijpen door management is onvermijdelijk. Veel werknemers
worden nu gedwongen om dezelfde systeemsoftware en applicaties te gaan gebruiken, zodat de
onderlinge uitwisseling van gegevens soepeler verloopt. Kosten van onderhoud en aanschaf worden
hierdoor lager.
Technologische discontinuïteit (periode van grote verandering waarin de ORG het ene tijdperk
verlaat en het volgende tijdperk binnenstapt) => in deze fase brengt de ORG ingrijpende
veranderingen aan in de gebruikte informatietechnologieën.
,Informatiseringstijdperk (pc’s) => verhogen effectiviteit en verbeteren interne en externe
structuur. Heeft betrekking op de vormgeving van de interne informatievoorziening. Er ontstaat
een samenhangende IT organisatie door de integratie van systemen en gegevens en door het
goed plannen van de voor de informatievoorziening benodigde technologie. Standaardisatie en
integratie van de gebruikte informatiesystemen (hardware en software) spelen belangrijke rol
om de steeds toenemende kosten beter in de hand te houden. VB: hier past belangstelling voor
een ERP systeem (Enterprise Resource Planning), waarmee het mogelijk is alle bedrijfsprocessen
met 1 geïntegreerd standaard-softwarepakket te ondersteunen. Onderhoudskosten worden
hiermee lager.
Fasen:
- Integratie: bestaande losstaande systemen worden geïntegreerd tbv verdere groei en de rol
van het management neemt aanzienlijk toe;
- Gegevensbeheer: behoefte eindgebruikers aan gegevens in informatie. Meer nadruk op het
centrale beheer van gegevens;
- Volwassenheid: IT is integraal onderdeel van de ORG en wordt op strategisch niveau gepland.
Belangrijk kenmerk van dit tijdperk: de informatiesystemen sluiten beter aan op de behoeften
van de gebruikers.
Primair doel van de inzet van IT in dit tijdperk is gericht op effectiviteit!
Aan het eind van dit tijdperk verschuift de invloed van de gebruikte informatietechnologie van
intern naar extern. Er ontstaan mogelijkheden om IT te gebruiken om de relatie met de partners
buiten de ORG te versterken wanneer de interne informatievoorziening goed op orde is.
Organisatorische discontinuïteit (periode van grote verandering waarin de ORG het ene tijdperk
verlaat en het volgende tijdperk binnenstapt) => in deze fase brengt de ORG ingrijpende
veranderingen aan in de werkprocessen en de organisatiestructuur. Hier is geen sprake van
technologische veranderingen, maar van veranderingen die te maken hebben met de invloed die
de technologie heeft op de werkwijze en de structuur van de bestaande ORG.
Netwerktijdperk => Management houdt zich bezig met de planning en strategievorming van IT.
Fasen:
- Functionele infrastructuur: inrichten goed afgestemde en flexibele infrastructuur;
- Groei op maat: ontwikkeling nieuwe toepassingen/applicaties naar wens van klant. Nieuwe
toepassingen worden niet belemmerd door de inrichting van de flexibele infrastructuur in de
vorige fase;
- Snelle respons: finale afstemming tussen de bedrijfsprocessen en de ondersteuning van de
gebruikers
Dit tijdperk kenmerkt zich door het gebruik van IT om de relatie met handelspartners te
intensiveren. Hierbij is een grote rol voor het internet weggelegd. De IT moet erop gericht zijn
dat de ORG zich snel kan aanpassen aan veranderingen in haar omgeving, zoals de wensen van
klanten of de samenwerking met leveranciers. Dit kan inhouden dat bepaalde IT taken wordt
geoutsourcet aan externe partners die over specialistische kennis beschikken waardoor de ORG
snel toegang kan krijgen tot de nieuwste technologieën.
, Primair doel van de inzet van IT in dit tijdperk is gericht op flexibiliteit!
Het Nolan model kan ook worden gebruikt als groeimodel, door de verschillende fasen te
koppelen aan de groei van de rol/de impact van IT naarmate de ervaring van die ORG met IT
toeneemt. Dit houdt in dat:
- Managers het model kunnen gebruiken om de ontwikkeling van IT in hun eigen organisatie te
beoordelen en te sturen. Het model kan worden gebruikt om vast te stellen in welke fase een
ORG zich bevindt en geeft vervolgens sturing aan de activiteiten van het management in de
volgende fasen;
- Elke ORG, het model kan gebruiken om de rol van IT te sturen;
- Een moderne ORG zich in elke willekeurige fase van het model kan bevinden.
Lang niet alle organisaties zullen doorgroeien tot fase 9, aangezien hun kernactiviteiten
bijvoorbeeld niet gebaat zijn bij het onderhouden van externe netwerken.
Verschil groeimodel en historisch model =>
1. In een historisch model bevinden de meeste organisaties zich in dezelfde fase van het
model, maar in een groeimodel kunnen er op elk willekeurig tijdstip organisaties zijn die zich
in fase 1 bevinden terwijl andere organisaties zich in fase 8 of 9 bevinden.
2. Een historisch model beschrijft primair de geschiedenis en het groeimodel van Nolan schat
veranderingen in voor de toekomst.
In tabel 1.1 van pagina 27 laat Nolan zien dat de mate waarin het management de
automatiseringsfunctie actief moet plannen en beheersen, afhankelijk is van de fase van
ontwikkeling waarin de automatiseringsfunctie binnen een ORG zich bevindt.
Rol van de Informatiemanager in het:
Dataverwerkingstijdperk => TECHNISCH: zorgen voor goed werkende informatiesystemen en
problemen op technisch vlak oplossen. Het IT-domein is het belangrijkste aandachtsgebied voor de
Informatiemanager.
Informatiseringstijdperk => ORGANISATORISCH: inrichten en aansturen van de IT-functie, waarbij
het functioneren van de technische elementen maar een klein onderdeel van zijn taken is. Primaire
aandacht van de Informatiemanager ligt bij de inrichting van het informatiedomein.
Netwerktijdperk => STRATEGISCH: inzet van IT zo goed mogelijk afstemmen op de strategie van de
ORG. Primaire aandacht van de Informatiemanager ligt bij de afstemming tussen de IT-strategie en
de organisatiestrategie (=alignement) en bij de afstemming tussen processen en de
informatiesystemen die in deze processen worden ingezet.
In tabel 1.3 op pagina 28 toont men de afstemming tussen IT-domein en bedrijfsdomein.
Infrastructuur is de verbindende schakel tussen strategie en operations!
, De rollen van de Chief Information Officer (CIO):
In tabel 1.4 op pagina 30 worden deze rollen in verband gebracht met de taakgebieden uit figuur 1.3.
Alternatieve kijk op de rol van IT
Alle IT is goedkoop en breed beschikbaar en is voor vrijwel elke ORG bereikbaar en betaalbaar.
Het is net zo belangrijk/onbelangrijk als elektriciteit of water voor het voortbestaan van de ORG
en het heeft geen strategische waarde omdat ook al haar concurrenten er vrijelijk en tegen lage
kosten over kunnen beschikken.
De economische waarde van informatietechnologie
Welke economische waarde levert de inzet van IT?
Leiden al die grote investeringen wel tot een positieve bijdrage?
Hoe gaan we om met al die (deel)projecten in onze organisatie?
Zijn IT projecten rendabel? En hoe dat te bepalen?
Mogelijke examenvraag: Waarin verschillen organisaties waarin IT investeringen wel slagen van die
waar ze niet slagen:
- Organisatiestrategie is in lijn met IT strategie
- Organisatiestructuur is gedecentraliseerd
- Het management is in staat weerstanden weg te halen
- Personeel is veranderingsbereid
Productiviteitsparadox => organisaties gingen in de jaren tachtig en negentig steeds meer
geld uitgeven aan IT, maar de productiviteit van de economie (macroniveau => totale
economie) nam er helemaal niet zichtbaar door toe.
Verklaringen voor deze paradox (tegenstrijdigheid):
- Meetproblemen => het meten van productiviteit is heel moeilijk waardoor het ook moeilijk is
om vast te stellen wat de invloed van IT op die productiviteit is;
- Tijdseffecten en andere factoren => het kan jaren duren voordat de positieve effecten van
IT-investeringen zichtbaar worden en dan nog is het lastig aan te tonen dat de rendementen
daadwerkelijk te danken zijn aan de oorspronkelijke investering (misschien komt het wel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Denkie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.70. You're not tied to anything after your purchase.