Beslag en executie
H1 Inleiding: executoriale titels, algemene regels executierecht
Condemnatoir vonnis/beschikking: uitspraak van de rechter met veroordeling. Bijvoorbeeld een
veroordeling tot het betalen van een geldsom.
Declaratoir vonnis/beschikking: een reeds bestaande rechtstoestand of rechtsverhouding wordt
geconstateerd en een verklaring van recht wordt uitgesproken.
Constitutief vonnis/beschikking: een rechtstoestand of rechtsverhouding wordt geschapen, gewijzigd of
opgeheven.
Wanneer de veroordeelde niet vrijwillig aan de rechterlijke uitspraak voldoet, stelt het recht een aantal
dwangmiddelen ter beschikking. Toepassing van die dwangmiddelen = executie of tenuitvoerlegging.
Deze uitspraken (declaratoir en constitutief) brengen met zich mee dat ze niet vatbaar zijn voor
tenuitvoerlegging met dwangmiddelen, omdat bij deze uitspraken niet tot een bepaald handelen of
nalaten wordt veroordeeld: de rechterlijke uitspraak stelt slechts de rechtstoestand vast c.q. werkt al van
rechtswege.
Declaratoire en constitutieve vonnissen kunnen wel een element met zich meedragen dat wel voor
executie vatbaar is, bijvoorbeeld een veroordeling in de kosten van het geding.
Om tot executie is wel een executoriale titel nodig. Bijvoorbeeld een condemnatoir vonnis.
Executierecht: het civielrechtelijke executierecht is het objectieve recht dat zowel regelt welke
dwangmiddelen gebruikt kunnen worden ter verwezenlijking van een civielrechtelijke aanspraak als welke
regels bij de toepassing van die dwangmiddelen in acht genomen moeten worden.
Dwangmiddelen mogen in beginsel alleen geschieden met overheidshulp:
- Degene die tenuitvoerlegging van een executoriale titel wenst, is niet gerechtigd zelf de
dwangmiddelen toe te passen gerechtsdeurwaarder nodig (art. 434 Rv).
- Anderzijds is het zo dat degene die de executoriale titel heeft verkregen zelf initiatief moet nemen
tot de executie door een gerechtsdeurwaarder de daartoe strekkende opdracht te geven.
Beslag in het algemeen: beslaglegging is een handeling, waarbij een openbaar ambtenaar (bijv.
deurwaarder) vermogensbestanddelen aan de vrije beschikkingsmacht van de eigenaar of anderen
onttrekt.
Uitspraak Forward/Huber:
Een beslag leidt niet tot beschikkingsonbevoegdheid van degene ten laste van wie het beslag is gelegd en
staat dus ook niet in de weg aan overdracht van het beslagen goed aan een derde, maar brengt wel mee
dat een vervreemding of bezwaring, tot stand gekomen na het beslag, niet tegen de beslaglegger kan
worden ingeroepen.
De beslagene heeft vaak nog wel de feitelijke macht over het beslagen goed, maar verliest wel de vrije
beschikkingsmacht.
Executoriaal beslag: een beslag dat gelegd wordt krachtens een executoriale titel. Een executoriaal beslag
is derhalve een middel om iemands recht, dat reeds in een executoriale titel vastligt, te verwezenlijken.
1
,Conservatoir beslag: een schuldeiser die nog niet in het bezit is van een executoriale titel kan conservatoir
beslag leggen. Dit is een bewarende maatregel, die in de regel slechts gelegd mag worden indien daartoe
verlof verkregen is van de voorzieningenrechter (art. 700 lid 1 Rv).
Conservatoire beslagen worden in de eerste plaats gelegd om de blokkerende werking, die eigen is aan
ieder beslag, zowel aan het conservatoire als aan het executoriale. Deze blokkerende werking dient bij de
conservatoire beslagen ertoe te voorkomen dat de beslagen goederen worden weggemaakt of in waarde
doen verminderd voordat er een executoriale titel is.
Nadat de executoriale titel is verkregen, zal een conservatoir beslag veelal overgaan in een executoriaal
beslag.
Faillissementsrecht: behoort ook tot beslag- en executierecht. Het faillissement kan gezien worden als
een beslag op hele vermogen van de failliete. Opbrengst van de vermogensbestanddelen worden
verdeeld over de gezamenlijke schuldeisers. In beginsel is er geen plaats meer voor executiemaatregelen
van afzonderlijke schuldeisers art. 33 jo. 301 Fw.
Het recht van parate executie: wanneer de wet de bevoegdheid geeft tot het toepassen van bepaalde
dwangmiddelen zonder dat daarvoor een executoriale titel vereist is.
Voorbeelden:
- Burenrecht in art. 5:44 BW men mag op zijn erg doorschietende wortels en overhangende takken
zelf weghakken = toegestane eigenrichting.
- Het aan de pandhouder (art. 3:248 lid 1 BW) en hypotheekhouder (art. 3:268 lid 1 BW) toegekende
recht om de verkoop van het bezwaarde goed te bewerkstelligen, teneinde uit de opbrengst van die
verkoop betaling van hun vordering te verkrijgen. Art. 544-548 Rv moeten hierbij in acht worden
genomen.
Executoriale titels:
- Belangrijk artikel is art. 430 lid 1 Rv.
- Niet iedere executoriale titel is direct voor executie vatbaar:
a. Nog niet opeisbare of toekomstige vorderingen. Bijvoorbeeld in geval van een veroordeling tot
betaling van toekomstige huur- en loontermijnen of de veroordeling tot betaling van een
dwangsom, voor het geval de veroordeelde niet aan de hoofdveroordeling doet (art. 611a lid 1
Rv jo. art. 3:296 lid 2 BW).
b. Wachttermijn en schorsende rechtsmiddelen. Art. 432 Rv kent een wachttermijn van acht dagen
alvorens tot executie tegen een derde kan worden overgegaan. Ook mag niet tot executie
worden overgegaan wanneer een gewoon rechtsmiddel tegen de desbetreffende rechterlijke
uitspraak is ingesteld (gewoon rechtsmiddel schorst de executie.
c. Voorafgaande betekening. Executie mag pas nadat de executoriale titel is betekend ex. art. 430
lid 3 Rv.
Meest voorkomende executoriale titels:
Condemnatoire vonnissen en beschikkingen
- Art. 430 lid 1 en 2 Rv: grossen van in NL gewezen vonnissen en beschikkingen met bovenaan het
eerste blad de woorden “in de naam des Konings”.
- Het vonnis/de beschikking dient een condemnatoir element te bevatten. Zuivere declaratoire of
constitutieve uitspraken zijn niet vatbaar voor tenuitvoerlegging met dwangmiddelen.
- Grosse: een authentiek afschrift van het vonnis/beschikking dat door de griffier als zodanig is
gewaarmerkt. De grosse wordt verstrekt aan de partij die tot executie kan overgaan (art. 231, 290
Rv).
Beslissingen van buitenlandse rechters
- Indien noch krachtens de wet, noch krachtens een verdrag executie van een buitenlands vonnis
mogelijk is volgt met de regeling van art. 431 lid 2 Rv: zaak overdoen bij de NL-rechter.
2
,- Praktijk: EG Bevoegdheids- en Executieverordening (EEX-Vo) tussen de EU-landen. Zelfde soort
verdrag is gesloten met landen die lid zijn van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVEX). Art. 431 lid 2
Rv is dus in de praktijk uitzondering.
Proces-verbaal van schikkingscomparitie
- Art. 87 lid 3 Rv (schikkingscomparitie). In de procespraktijk zeer veel gebruikt, de uitgifte van dit
proces-verbaal in executoriale vorm.
Arbitrale vonnissen
- Verlof vragen aan de voorzieningenrechter (exequatur) art. 1062 Rv.
- Voor buitenlandse arbitrale vonnissen zie art. 1075 jo. 1067 Rv.
Authentieke akten
- Art. 430 Rv: grosse van authentieke akte.
- Uitspraak Rabobank/Visser: Op het tijdstip van verlijden van de akte reeds bestaande en in de akte
omschreven vorderingen alsmede met betrekking tot toekomstige vorderingen die hun onmiddellijke
grondslag vinden in een op dat tijdstip van het verlijden van de akte reeds bestaande en in de akte
omschreven rechtsverhouding.
- Een authentieke akte kan slechts als executoriale titel gelden indien zij direct of indirect voldoende
duidelijkheid verschaft omtrent hetgeen de debiteur verschuldigd is.
Dwangbevel
- Het dwangbevel uitgevaardigd door de ontvanger van de belastingen (belastinginspecteur) =
belastingaanslag. Art. 12 jo. 14 Invorderingswet 1990. Dit is het terrein van de belastingdeurwaarder.
Onderscheid directe en indirecte executiemiddelen:
- Executie leidt wel of niet tot het beoogde resultaat.
- Voorbeeld direct: executie/beslag tot afgifte van een roerende zaak, niet-registergoed, art. 491 Rv of
het leggen van een beslag ten behoeve van een geldelijke vordering (verhaalsbeslag).
- Voorbeeld indirect: het opleggen van een dwangsom (art. 611a e.v. Rv).
Art. 3:276 BW jo. art. 435 Rv: executant is vrij om te kiezen op welke vermogensbestanddelen beslag
wordt gelegd.
Uitzonderingen: art. 436, 447, 448 en 475 e.v. Rv.
Het recht om beslag te kunnen leggen mag niet worden misbruikt (art. 3:13 BW), dit levert een vexatoir
beslag op.
Vexatoir beslag: een beslag dat gezien de omstandigheden onnodig is gelegd en waarbij de beslaglegger
geen of nauwelijks belang heeft.
Bij een dergelijk beslag, of indien een derde persoon meent dat een beslagen goed niet van de
geëxecuteerde is, maar van hem, kan een executiegeschil aanhangig worden gemaakt, art. 438 Rv. In
beginsel een bodemprocedure, maar meestal een kort geding bij de voorzieningenrechter.
Uitspraak Ritzen en Vandeberg/Hoekstra: De executoriale titel wordt zoveel mogelijk daarbij
gerespecteerd, tenzij de executant ‘geen redelijkheid te respecteren belang heeft, bij gebruikmaking van
zijn bevoegdheid om in afwachting van zijn bevoegdheid om in afwachting van het hoger beroep tot
tenuitvoerlegging over te gaan’.
Huisrecht: een deurwaarder heeft bepaalde bevoegdheden met betrekking tot het betreden van een huis,
vastgelegd in art. 444 Rv.
Overgang van bevoegdheid tot tenuitvoerlegging executoriale titel: art. 6:142 lid 1 BW bepaalt dat bij
overgang van een vordering de nieuwe schuldeiser ook de bij die vordering de nieuwe schuldeiser ook de
3
, bij die vordering behorende nevenrechten verkrijgt, waaronder de bevoegdheid om de ter zake van die
vordering bestaande executoriale titels ten uitvoer te leggen.
Executie onder een derde: art. 432 Rv bepaalt dat de executant bij de executie tegen een derde van een
vonnis, dat niet uitvoerbaar bij voorraad is, een wachttermijn in acht moet nemen van acht dagen na
betekening van het vonnis aan de veroordeelde.
De wet eist slechts in een bijzonder geval (zoals art. 475 lid 2 bij derdenbeslag) dat de executoriale titel
aan de derde, die bij de executie betrokken wordt, moet worden betekend.
Domiciliekeuze: zie art. 439 jo. 63 lid 2 Rv o.a. doel is dat de geëxecuteerde en eventuele derden
gedurende de executie steeds een adres hebben waar ze rechtsgeldig exploten aan de executant kunnen
brengen.
Executiekosten: de kosten van de executie komen in beginsel ten laste van de geëxecuteerde. Uit art.
3:277 lid 1 BW volgt dat de executiekosten als eerste uit de executieopbrengst worden betaald. Zie ook
art. 474, 480, 524, 551, 491 en 555 e.v. Rv voor specifiekere zaken.
Verjaring van de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging: in art. 3:306-323 BW geeft de wet in art. 3:324 en
325 BW een speciale regeling voor de verjaring van de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van rechterlijke
en arbitrale uitspraken.
H2 Reële executie, indirecte executiemiddelen
Reële executie: executie waardoor de executant, zonder medewerking van de schuldenaar, het resultaat
bereikt dat ook bereikt zou zijn indien de schuldenaar vrijwillig aan zijn verplichtingen zou hebben
voldaan.
Kan de schuldeiser steeds de prestatie verkrijgen waar hij recht op heeft?
Uitgangspunt van het nieuwe BW t.o.v. het oude BW nakoming (art. 3:296 jo. 3:297 BW) vs.
(vervangende) schadevergoeding. In het nieuwe BW heeft de schuldeiser dus recht op nakoming van
jegens hem bestaande verplichtingen.
Voorbeelden van reële executie:
Rechterlijke machtiging (art. 3:299 BW)
De rechter kan een partij machtigen om zelf datgene te bewerken waartoe nakoming door de andere
partij jegens hem zou hebben geleid. Ook mogelijk is de machtiging om iets teniet te doen.
Levering registergoed (art. 3:300 BW)
Rechter kan op vordering bepalen dat zijn uitspraak in de plaats komt van (een deel van) de transportakte
(art. 3:89 BW).
Afgifte (en levering) roerende zaak (art. 491-500 Rv)
Deurwaarder kan roerende zaak meenemen en afgeven aan degene die op grond van een executoriale
titel daar recht op heeft, art. 491 Rv.
Ontruiming (art. 555- 558 Rv)
Gedwongen ontruiming van een onroerende zaak.
Afgifte minderjarigen (art. 812 Rv)
Degene die het gezag over de kinderen krijgt kan dat afdwingen als dat nodig is, eventueel m.b.v. de
sterkte arm (politie).
Botsing van executies:
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lynn_vdkroft. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.