H1 Psychologie: een palet vol theorieën
Psychologie: Wetenschap die zowel het Gedrag van mensen bestudeert als de Gevoelens en
Gedachten die ze hebben bij het ervaren van hun gedrag en de omstandigheden waarin dit
plaatsvindt.
Kenmerken van psychologische stromingen:
- Cultuurhistorische bepaaldheid: product van de tijd, waarden en normen van dat
moment.
- Op elkaar reageren: als bestaande stromingen een eigenschap van de psychologie
verwaarloosde, werd er vaak een stroming opgericht die op dat kenmerk was
gefocust. Behaviorisme (gedrag) oprichting cognitieve psychologie (denken).
- Slingerbeweging: hernieuwde belangstelling, bepaalde onderwerpen op bepaalde
momenten dominant.
- Gebruikmaken van elkaar: stromingen nemen elkaars standpunten over, en deze
worden naar eigen inzicht aangepast. Soms samenwerking van theorieën worden
samen één.
- Nadruk op effectiviteit: evidence based, er wordt van hulpverleningsmethoden
verlangd dat bewezen is dat ze effectief zijn.
Theorieën: Referentiekaders van waaruit psychologen te werk gaan.
Functies van theorieën:
- Systematische weergave van verschijnsel
- Verklaren en voorspellen
- Heuristische, nieuwe voorspellingen (andere situaties)
Theoretische stromingen:
1. Mensbeelden
2. Biopsychosociale model
Mensbeelden:
Een mensbeeld kent twee aspecten:
- Ibidem: een beschrijving van de kenmerkende eigenschappen. Verschil tussen mens
en dier, kind en volwassene etc.
- Doelbeeld: een verwijzing hoe mensen behoren te zijn. Hoe een mens zich hoort te
gedragen.
, 1) Het mechanistisch mensbeeld
- Samengesteld uit afzonderlijke delen
- Delen van de mens kunnen afzonderlijk bestuurd worden
- Mens kan bestuurd worden los van de sociale of materiële omgeving
Bv. Geneeskunde
2) Het organistisch mensbeeld
- De mens is één geheel, een levend groeisel
- De mens staat in wisselwerking met zijn omgeving: wederzijdse beïnvloeding
3) Het personalistische mensbeeld
- Uniek karakter van de mens
- Wordt beïnvloed door cultuur én schept cultuur
- Het doelgericht handelen staat centraal: gemotiveerd om iets in de toekomst te
bereiken
Bv. Psychologie
Het biopsychosociale model: Afkomstig uit de algemene systeemtheorie (metatheorie:
theorie over theorieën): Een overkoepelend kader waarbinnen verschillende wetenschappen
en de bijbehorende inzichten een plaats krijgen.
BPS-model:
, H2 Psychoanalyse
De psychoanalytische theorie is niet ontstaan in een laboratorium, maar door het
systematiseren van ervaringen die op werden gedaan tijdens hulpverlening – psychotherapie
– aan mensen.
2.1 De uitgangspunten van de Psychoanalyse:
1. Subjectieve ervaringen van mensen. Een psychoanalyticus is meer geïnteresseerd in
onderscheid dan in overeenkomsten tussen mensen. Het gedrag van de mens is
gebaseerd op levensgeschiedenis en biologische aanleg.
2. Mensen sturen lang niet altijd hun gedrag bewust aan. Keuzes van mensen, voor
studie/vakantie/etc., worden mede bepaald door onbewuste krachten. Emoties zoals
verdriet en angst spelen hierbij een rol.
Bv. Motivatie Laureen om arts te worden (Ziekte Jur).
3. Het onbewuste van mensen. Het gebied waar mensen niet bij kunnen, maar waar
wel inhoud (bv. wensen waarvan we niet weten dat we ze hebben) is weggestopt die
actief blijft en dus zo ons gedrag beïnvloedt.
4. Het conflictmodel: Het waarneembare (manifeste) gedrag van mensen en hun
bewuste gedachten en dromen wordt bepaald door hun onbewuste wensen en het
feit dat ze deze niet accepteren.
Bv. ‘’Ik wist dat het niet mocht, maar ik deed het toch.’’ = Wens vs. Verbod
5. Al ons gedrag heeft betekenis. Toevallig gedrag, zoals een verspreking, een
vergissing of een ‘ongelukje’, bestaat volgens de psychoanalyse niet. Elk gedrag heeft
een (verborgen) betekenis, bepaald door: Wens vs. Verbod. Aan de psychoanalytisch
therapeut om deze verborgen betekenis te verhelderen.
6. Ervaringen uit de eerste levensjaren zijn in belangrijke mate van invloed op de
persoonlijkheid van de volwassene.
Bv. Pleegkind die, tijdens het rijpingsproces van de hersenen, op jonge leeftijd stress
heeft ervaren (door bv. verwaarlozing). Hierdoor is de kans op psychische stoornissen
op latere leeftijd groter.
2.2 Theorieontwikkeling van de psychoanalyse
- Sigmund Freud, grondlegger van de psychoanalyse.
- Twee belangrijke wetenschapstheorieën: natuurwetenschappelijke en romantische
benadering
o Natuurwetenschappelijke: mensen hebben aangeboren driften, seksdrift en
agressiedrift (mechanistisch mensbeeld/benadering)
o Romantische: niet het verstand maar de irreële wil bepaalt het gedrag. De
hermeneutische methode ‘aan gedrag en dromen werd een betekenis
toegekend waardoor ze begrijpelijk werden’ (personalistisch mensbeeld
/benadering)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maaikefranse. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.