Inleiding
Vroeger dacht men dat problemen veroorzaakt werden door de maatschappij, nu denken we vooral
dat mismatch is tussen individu en samenleving. SW werk wordt in dit spanningsveld uitgevoerd.richt
zich nooit alleen op individu, gaan uit van samenhang tussen cliënt, mensen om hem heen en
maastchappij.
Isoleren en buitensluiten van mensen met problemen werkt niet, maar terugbrengen in maatschappij
lijdt ook tot spanningen. Als swer bewust zijn van deze spanningen.
Empowerment: sociaal werk beweegt zich per definitie tussen disciplinering en individuele
ontwikkeling. Soms tegenstelling tussen samenleving en cliënt.
Poging om die tegenstelling op te heffen is de bemoeizorg voor dak en thuislozen en psychiatrische
patiënten. De polen maatschappij en cliënt komen hierdoor dichter bij elkaar te liggen. Bemoeizorg is
niet alleen dwang en drang maar ook zorg en behandeling.
SW zijn er om mensen bij de samenleving te houden, verheffen en verbinden is dan ook de kern van
sw in NL.
Historisch overzicht
Heilige geestbanken: deelde ze brood uit.
Bedeling: steun aan armen, vooral in steden. De stedelijke overheden verplichtte de burgers om voor
de armen te zorgen. Burenhulp werd verplichting: moesten begrafenis regelen en corrigeren bij
burenruzies. Hierna overgenomen door begrafenisfondsen.
Als je gewelddadig, drankmisbruikte, vreemden of prostituee was of je niet aan je kerkelijke
verplichtingen hield kon je buitengesloten worden van bedeling.
Voor niet gelovigen of vreemden etc. werd een acte van indemniteit of cautie gevraagd: bij armoede
moest stad van herkomst voor de kosten opdraaien.
18e eeuw grote armoede door slechte economie, liep door tot 19e eeuw.
In de loop 18e eeuw armoede niet meer gezien als een door god gegeven toestand, maar iets waar je
zelf iets aan kon doen door kennis en inzicht te krijgen.
Ontstonden volkshuizen (Toynbeehuizen) die cursussen aanboden met als doel volksverheffing.
Socialisten en katholieken gingen hun eigen huizen vormen. Overheid vond persoonlijke
verantwoordelijkheid en huizen werden wegbezuinigd. Aan de andere kant ontstond het
maatschappelijk werk en later sociaal pedagogisch werk.
Nu hebben we verzorgingsstaat: het geheel aan voorzieningen. Eerst vooral beschermende wetten,
hierna kreeg welzijn van burger meer aandacht. Kwam discussie over betaalbaarheid van de
verzorgingsstaat en dat rijke voor ellende arme moesten opdraaien. Nu nog steeds verzorgingsstaat,
maar wel beperkt tot het noodzakelijke.
Nu gaat het vooral om de vraag heeft iedereen recht op geluk.
Kenmerken social worker: professionaliteit, kunnen omgaan met diversiteit, bescheidenheid en
respectvol en terughouden kunnen omgaan met cliënten.
Is relationeel werk: vind plaats samen met cliënt en niet voor cliënt.
Professionalisering is in NL na tweede wo op gang gekomen.
Gestreefd word naar evidence based practice: wetenschappelijke kennis wordt gecombineerd met
de werkervaringen van de professional en de ervaringen en bevindingen van de cliënt.
Evidence based:werkwijzen en methode moeten effectief zijn, maar is moeilijk omdat bij social work
omdat het niet echt meetbaar is en altijd veranderd.
Practice based theory: toevoegen van praktijkkennis aan wetenschappelijke kennis.
Normatieve professionaliteit: vorm van professionaliteit die kennis kan verbinden met ervaring.
Rekening houden met diversiteit van cliënten, ze accepteren en de nuances kunnen vinden tussen bv
ouderen en kinderen. Ook rekening houden met eigen kracht van cliënt> eigen krachtconferentie.
Soms balanceer je tussen ondersteunen en ingrijpen, je moet bescheiden blijven en respect tonen en
terughoudend zijn.
, Hoofdstuk 1
Kinderen en jeugdigen
Ouders kunnen ook terecht bij jeugdzorg bv bij opvoedbureau’s, AMW, centra jeugd en gezin of
ernstigere problemen bureau jeugdzorg.. bureau jeugdzorg kan indicatie verzorgen voor
specialistische hulp bv hezinsondersteuning og doorverwijzen naar psychiatrie. Hulp is bij voorkeur
ambulant. Als toch tot uithuisplaatsing komt biedt jeugszorg residentiële hulpverlening. Bv
crisisopvang, pleegzorg, behandeling in leefgroep. Bij sprake van criminaliteit naar gesloten opvang
met of zonder behandeling.
Gaat niet alleen om hulpverlening, maar ook om preventie en opvang. Willen jongeren van slechte
pad afhouden maar ook ontwikkelkansen bieden en verheffen. Om goed overzicht te houden is
centra voor jeugd en gezin opgezet, waar bureautjes en kinderartsen ook onder vallen.
Jeugdzorg: voor kinderen tot 18 jaar met ernstige opvoed of opgroeiproblemen en voor hun ouders,
kinderen die professionele hulp nodig hebben, op het verkeerde pad zijn, of minder mogelijkheden
hebben tot ontwikkeling.
Historie
Eerst viel de zorg voor kinderen onder de armenzorg. In de 17e eeuw kwamen weeshuizen. In de 18e
eeuw meer aandacht voor verwaarloosde en criminele jongeren. Daarvoor konden ze alleen naar het
tuchthuis. Daarom in 19e eeuw rijksopvoedingsgestichten en jeugdinrichtingen opgericht, die laatste
hadden vooral gelovige grondslag. Late 19e eeuw kwam rol opvoeders ook meer onder de aandacht.
Kwamen wetten (kinderwetten van 1901) waarin overheid zich met opvoeding ging bezig houden.
Hiervoor al kinderwetje van van houten en leerplichtwet. In kinderwetten werden ouders (vader)
verplicht kinderen te verzorgen, bij verwaarlozing kon uit de ouderlijke macht gezet
worden.opvoeding werd en is nu ook verantwoordelijkheid van overheid. Nu hebben we minister van
jeugd en gezin moet deze invloeden bundelen en effectief maken.
In de loop 20ste eeuw ontstond een gedifferentieerd netwerk die op een of andere manier hulp nodig
hadden.
In jaren 60 vond omslag plaats en kinderen mogen nu ook meer zelf kiezen, meer
verantwoordelijkheid en zijn geen objecten meer.
De wet op jeugdhulpverlening 1992 moest voor meer samenwerking zorgen tussen voorzieningen,
maar bleef onduidelijk. Hiervoor hebben we nu de wet op de jeugdzorg 2005. Jeugdigen en ouders
hebben nu recht op jeugdzorg en er is één centrale onafhankelijke toegang tot de jeugdzorg. Cliënt
blijft betrokken bij de uitvoering en het hulpverleningsplan.
Bureau jeugdzorg: hulpvrager doorverwijzen naar de juiste zorg en contact opnemen met gezin als er
signalen zijn dat het niet goed gaat. Voert taken uit van voogdij en ots en jeugdreclassering en
fungeert als adviespunt en AMK.
Residentiële hulpverlening: oudste vorm van jeugdzorg. Is hulp waarbij jongeren voor dag en nacht
wordt opgenomen in een tehuis of pleeggezin. Vroeger gestichtopvoeding.
Men stapte af van het idee dat kinderen beter in een bosrijke stille omgeving terecht waren en
vonden gezin nu het beste. Dit is nog steeds zo.
Ambulante jeugdzorg: houdt het gezin intact en realiseert de zorg aan huis of in de instelling waar de
jeugdigen met of zonder ouders naartoe gaan. een indicatie van bureau jeugdzorg is hier niet nodig.
Bij GGZ en gezinsvoogdij wel. Is verdeeld in hulp aan jonge en oude kinderen. Lichtste vorm is
informeren en voorlichten, zwaardere en soms langdurige vormen zijn coaching en gezinsgerichte
benadering hierbij gaan ze ervan uit dat het niet alleen aan individu maar ook aan gezin ligt. Bv
family’s First, video-hometraining, intensieve orthopedagogische gezinsbehandeling etc.
Dagbehandeling: woont jeugdige thuis, maar krijgt gedurende een aantal uren per dag behandeling
of begeleiding in een voorziening voor dagbehandeling. Richt zijn aandacht op kind en het gezin, niet
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Hilson. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.