Dit is een samenvatting van de powerpoint slides en cursus "Overzicht grote bouwplannen dieren" van Peter Aerts. In de samenvatting wordt per phyla een uitgebreide diagnose gegeven in puntjes (bevat alle algemene kenmerken). Daarna wordt er een verdere systematiek gegeven met de verschillende class...
Inleiding dierkunde
Prokaryoot/eukaryoot
- Prokaryoot
o geen kernwand, genetisch materiaal ligt los in cytoplasma
o geen organellen
- Eukaryoot
o door membraan afgelijnde kern, genetisch materiaal georganizeerd in chromosomen
o complexe celbouw met meerdere door membraan omgeven organellen
diagnose van de 6 rijken
archaebacterie
- algemeen
o microscopisch klein
o meeste zijn anoëroob en sommige aëroob
o mogelijk oudst nog levende organisme
o sommige zijn autotroof
- methanogene bacteriën
o meest voorkomende Archaebacteria
o compleet anaëroob
o reduceren o a. CO2 tot CH4 (methaan)
o leven in stilstaand water, in het rumen van runderen, in de darm van vele dieren o a.
thermieten, in de oceaanbodem, in heetwaterbronnen..., maar enkel als vrije zuurstof
volkomen ontbreekt
- extreem halofiele bacteriën
o leven in zeer hoge zout concentraties
o hebben roze cartenoïden kleurstoffen in hun celwand, deze beschermt hen tegen de
intense UV stralen
o sommige hebbben een bijkomend uitwendig membraan waarin het pigment
bacteriorhodopsine zit, laat eenvoudige fotosynthese toe
- thermofiele non-methanogene bacteriën
o leven in extreem zure omstandigheden of zwavelhoudende bronnen
o kunnen extreme temperaturen weerstaan
o hebben een stijf en weerstandig membraan
o de vorm kan zeer verschillen
eubacteria of monera
- algemeen
o microscopisch klein
o foto‐autotroof, chemo‐autotroof of heterotroof
o meestal saprotroof (voedend op dood organisch materiaal) of parasitair
o beweeglijk of onbeweeglijk
o meestal unicellulair, soms multicellulair
o Ubiquist (= voorkomend in vele biotopen)
o zowel zeer nuttige als uiterst schadelijke soorten
o problematische systematiek
1
, - groene zwavelbacterien
- flavobacteriën en bacteroiden
- gram-positieve bacteriën
o hebben een dikke celwand die gram kleurstof absorbeerd
- cyanobacteria of blauwwieren
o leven in het water
o fotosynthetish en produceren zuurstof
o eencellig en kunnen eventueel kolonies vormen
o liggen aan de basis van het ontstaan van de chloroplasten
- proteobacteria of purperbacteriën
o zijn bekende ziekte verwekkers
o sommige zijn foto-synthetisch
o liggen aan de basisch van het ontstan van mitochondrium
- spirochten
o lange, spiraalvormige bacteeriën
o zijn verschillende ziekteverwekkers
o soorten arme groep
protista
- algemeen
o unicellulair, eventueel kolonievormend
o meestal microscopisch klein
o twee grote groepen op basis van voedingswijze: eencellige foto ‐autotrofe Algae en
heterotrofe Protozoa (fagotroof, osmotroof, saprotroof)
o voorouders van meercellige meercellige eukaryoten
fungi
- algemeen
o geen fotosyntetische pigmenten, heterotroof (organische bestanddelen)
o tubulaire filamenten (’hyphen’)
o meestal saprofaag, soms parasitair
- glomeromycota
- chytridomycota
o aquatische vorm
o vormt mogelijk de link tussen protista en fungi
- zygomycota of schimmels
o terresctiesch fungi die leven in de bodem of op afgestorven plantenmateriaal
- ascomicota of gisten en zakzwammen
o produceren geslachteljke sporen in zakachtige structuren
o komen in zowat alle milieus voor
- basidiomycota of echte paddenstoelen
o hebben een typisch vruchtlicaam, die ontwikkelen uit een lang leven mycelium
plantae
- algemeen
o multicellulair
o foto-autotroof
o stijve celwanden en meestal niet mobiel
2
, o koolhydraten opgeslagen onder de vorm van zetmeel
animale
- algemeen
o multicellulair
o heterotroof
o slaan koolhydraten op als glycogeen
o hebben geen stijve celwand
o kunnen zich autonoom voortbewegen
o seksuele voortplanting
o lichaam wordt bij een gehouden door structurele eiwitten en gespecialiseerde
intercellulaire verbindingen
generieke kenmerken van het leven
- een unieke en complexe moleculaire organisatie
- hierarchische organisaties
- leven de systemen kunnen zichzelf reproduceren, op elk niveau van de biologische hierarchie
- een genetisch programma zorgt voor overerving van kenmerken
- organismen doorlopen een levenscyclus
- organismen houden in stand door nutriënten uit hun omgeving op te nemen, eventueel af te
breken en opnieuw te gerbuiken: metabolisme
- organismen interageren met hun omgeving: ecologie
grondbeginselen voor de biologie
- eerste wet van de thermodynamica: behoud van energie: energie kan niet verdwijnen of
worden bijgemaakt, enkel omgezet tussen verschillende vormen
- tweede wet van de thermodynamica: fysische systemen neigen steeds naar een staat van
grotere wanorde tenzij er energie wordt toegevoegd
ontstaan van cellen
- eukaryote cel: ontstaan van de kern: invouwen van plasmamembraan geeft aanleiding tot de
kernmembraan en endoplasmatisch reticulum
- dierlijke eukaryote cel: opname van heterotrofe prokaryote cel geeft aanleiding tot cellen
met mitochondrie
- plantaardige eukaryote cel: bijkomende opname van een fotosynthetiserende prokaryot cel
geeft aanleiding tot vorming van plastiden
3
, Systematiek
Classificatie
1. regnum
2. phylumc
3. classis
4. ordo
5. familia
6. genus
7. species
indeling van het dierenrijk
- fylogenetische benadering
o studie van het ontstaan van de verwantschappen tussen groepen, gemeenschappelijke
afstamming
o monofyletische groepen: alle afstammelingen van de gemeenschappelijke voorouder
(inclusief deze voorouder) worden in één taxon geklasseerd
parafyletisch: niet alle afstammelingen van de gemeenschappelijke voorouder behoren
tot het taxon
polyfyletisch: de gemeenschappelijke voorouder (en niet alle afstammelingen) behoort
niet tot het taxon
o clade gedefineerd op basisch van synapomorfieën (= gemeendschappelijk afgeleide
kenmerken)
o enkel dichotome splitsingen
- genetische of fenetische kenmerken
o fenetische kenmerken = de wijze waarop genetisch materiaal zich uit (bouwplan en
morfologie)
o genetische en proteoomkenmerken = moleculaire kenmerken, hangt af van de
samenenstelling van het genetische materiaal
- bouwplannen
diagnose: door morfologisch, fysiologisch, biochemisch, ecologisch, ethologisch signalement
kan je een groep van een andere groep onderscheiden: gelijk bouwplan verwantschap
o homologe kenmerken: kenmerken die dezelfde voorouderlijke oorsprong hebben, maar
eventueel in uiterlijk kunnen verschillen
analoge kenmerken: organen of structure met eenzelfde functie of uitzicht, maar een
verschillende voorouder
o cellulaire organisaties: eencellig), meercellig maar geen organen, meercellig met organen
o lichaamssymetrie: sferisch, radiaal of bilateraal
o verteringsapparaat: onvolledige (enkel een mond) en volledige darmtactus
protostomia: wanneer de eerst gevormde opening zich tot mond ontwikkelt
deuterostomia: wanneer de mond zich vormt uit de laatst ontwikkelde opening
o zenuwstelsel en skeletvorming: zenuwstelsel ventraal en skelet (uitwendig) vormt zich uit
ectoblast of zenuwstelsel dorsaal en skelet (inwendig) vormt zich uit mesoblast
o matamerisatie: lichaamssegmentatie
o lichaamsholte: 2 (dipoblast) of 3 (tripoblast) kiembladen: ectoblast (buitenlaag is
lichaamaflijnend), entoblast (binnenlaag is voedsel opnemend) en mesoblast
(middenlaag omvat alle andere lichaamsstructuren)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marindebeule. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.09. You're not tied to anything after your purchase.