100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Organisatiekunde $3.77   Add to cart

Summary

Samenvatting Organisatiekunde

 254 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 28 pagina's voor het vak Organisatiekunde aan de HZ

Preview 2 out of 28  pages

  • August 8, 2014
  • 28
  • 2013/2014
  • Summary
avatar-seller
Organisatiekunde

Hoofdstuk 1

Het woord organisatie komt van organon dat werktuig of hulpmiddel betekent. Een
organisatie is een hulpmiddel om iets te bereiken en vaak een doelgericht
samenwerkingsverband. Definitie:
Een organisatie is een min of meer duurzaam samenwerkingsverband van mensen en
middelen om een gemeenschappelijk doel te bereiken.
De duurzaamheid kan variëren van enkele weken tot vele jaren.
Een organisatiedoel kan zijn: een feest, zorg voor zieken, politieke visie, winst etc.
Het samenwerkingsverband bestaat uit de mensen die zich daarvoor hebben aangemeld of
zijn aangetrokken en de hulpmiddelen die ze daarbij nodig hebben bv geld, ruimte etc.
Het woordt organisatie is de algemene, brede term die te gebruiken is voor alle mogelijke
doelgerichte samenwerkingsverbanden. Het woord instelling verwijst naar het feit dat er
ooit iets is opgericht met een specifiek doel bv een school. Het woord instituut is de
verlatijnste vorm van het woord instelling. Het woord inrichting verwijst ook naar het doel
het is zo ingericht of georganiseerd dat het doel bereikt kan worden bv inrichting voor
geesteszieken. Vroeger werd ook wel de term maatschappij gebruikt.
Met organisatie wordt ook wel vereniging bedoeld of in de betekenis van iets plannen, iets
organiseren.

Er zijn veel verschillende organisaties, je kunt ze op verschillende manieren indelen:
-Soorten doelstellingen: sociaal-cultureel, maatschappelijk, economisch, politiek,
staatsrechtelijk etc. een belangrijke tweedeling wat betreft het doel is: commercieel of
maatschappelijk. Het eerste type streeft naar winst voor de eigenaren, het tweede naar iets
goeds of nuttigs voor anderen.
-de beschikbare hulpmiddelen:
*bron van financiering: commercieel of gesubsidieerd
*hoeveel beschikbare middelen of aantal medewerkers
-de leeftijd en geschiedenis van de organisatie: vaak zijn oude organisaties groter dan zeer
jonge, maar dit kan variëren.
-de organisatiestructuur: vooral kleine organisaties zijn vaak eenvoudig en overzichtelijk.
Grote organisaties zijn vaak complex. Een organisatie met 1 team en 1 teamleider is
eenvoudig. Een organisatie met veel vestigingen en onderafdelingen is complex.
-de invloed van medewerkers: hier spreek je van horizontaal of plat en verticaal en
hiërarchisch. In een horizontale organisatie is iedereen ongeveer gelijk in een verticale
organisatie heb je tal van directeuren, chefs en uitvoerend personeel.
-de rechtsvorm: voor commerciële organisaties bestaan andere rechtsvormen dan voor
ideële organisaties. Dit regelt o.a. de mate van aansprakelijkheid van de eigenaren en
bestuurders van de organisatie. Voor commerciële organisaties, meestal bedrijven genoemd,
heb je het eemansbedrijf, de nv (naamloze vennootschap), bv (besloten vennootschap) en
vof (vennootschap onder firma).
Voor ideële organisaties heb je de stichting en de vereniging. Het gaat er om wie je moet
aanspreken. Om dit duidelijk te maken onderscheidt de wet een aantal rechtspersonen
naast natuurlijke personen. Een rechtspersoon is een organisatie die kan optreden alsof het
een natuurlijke persoon is zie tabel blz 6.

, Elke organisatie heeft te maken met het afstemmen van doelen en middelen. De manier
waarop dat gebeurt is echter verschillend. Er is een belangrijk verschil tussen
profitorganisaties en non-profitorganisaties.
Profitorganisaties: zijn ondernemingen die goederen of diensten verkopen aan klanten met
het doel er winst aan over te houden. (kun je ook commerciële organisaties noemen).
Goederen: tastbare producten, bij goederen voor de grote massa is er geen direct verband
tussen producten en klant: de producent verkoopt de goederen via de tussenhandel aan
anonieme klanten. Door marktanalyse kent de producent de wensen van klantencategorieën
en via reclame wordt dit aangeprezen. De precieze kenmerken van het product zijn bekend.
Er bestaat ook commerciële dienstverlening bv advocatenkantoor, waarbij de relatie met de
klant centraal staat. Diensten komen al werkend tot stand, toegespitst op de wensen en de
situatie van de klant. i.p.v. reclame is wederzijdse informatie over wensen en mogelijkheden
belangrijk. Bij zeer grote diensten (bv ziekenhuis) is er ook nauw overleg tussen de klant en
de ontwerper en bouwer. De productie vindt dus samen met de klant plaats. Dat plaatst
leidinggevende op de achtergrond, ze zitten niet bovenop het productieproces. Er is enkel
een manager nodig.
Dienstverlenende organisatie: is een duurzaam samenwerkingsverband van mensen en
middelen dat als gemeenschappelijk doel heeft diensten te verlenen aan klanten die daar
behoefte aan hebben.

In alle gevallen produceert het commerciële bedrijf goederen of diensten en biedt deze aan
op de afzetmarkt. Particuliere bedrijven worden opgezet door ondernemers die hopen
hierdoor een inkomen te verwerven. Hun kosten zijn niet allen de productie en verkoop van
goederen of diensten, ze staan ook voor eigen pensioenvoorzieningen, verzekeringen tegen
arbeidsongeschiktheid, administratiekosten etc. om te verhinderen dat klanten naar de
concurrent gaan dient de ondernemer dicht bij zijn kostprijs te zitten. Prijzen benaderen dan
vaak hun kostprijs. Voor het bedrijf is de winst een graadmeter voor succes.
In de praktijk is er vaak onvolkomen concurrentie: producten verschillen van elkaar.
Soms ontbreekt concurrentie. Er is dan sprake van monopolie: één ondernemer beheerst de
markt. Bij alles wat de overheid exclusief aan burgers aanbiedt bestaat er een
monopoliesituatie (bv paspoorten).
Oligopolie: enkele, grote aanbieders, die elkaars producten nauwgezet in de gaten houden
en soms prijsafspraken maken.
De overheid kadert de markt in om te verhinderen dat de productie ons allen schaadt door
milieuvervuiling, oneerlijke behandeling van de klant of slechte werkomgeving. De overheid
zorgt ook voor een infrastructuur (wegen, terreinen etc). waardoor het marktmechanisme
kan werken.

Ondernemingen kunnen verschillende rechtsvormen hebben:
-de eenmanszaak (ook wel zzp’ers genoemd zelfstandige zonder personeel). Hier is de
ondernemer zelf aansprakelijk.
-de vennootschap onder firma (vof) waarin een aantal ondernemers samen een
onderneming bezitten en runnen en persoonlijke afsprakelijk blijven voor de financiële
verplichtingen van de vof
-de besloten vennootschap waarin deelnemers een aandeel hebben in de onderneming en
niet persoonlijk aansprakelijk zijn voor de financiële verplichtingen van de bv als
rechtspersoon.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Hilson. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.77  9x  sold
  • (0)
  Add to cart