Methoden En Technieken Van Ruimtelijke Interventies
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
planoloog34
Reviews received
Content preview
Methode & Technieken TT1
Hoorcolleges Statistiek– Els Veldhuizen
HC 1 – Structuur van gegevens
Onderzoek leidt tot beleidsbeslissingen aan de hand van onderzoeksresultaten.
Goed onderzoek heeft:
» Goede opzet van het onderzoek
» Juiste dataverzameling
» Juist gebruik van statistische procedures
» Juiste interpretatie van statistische uitkomsten.
Drie soorten data:
» Micro data = heel gedetailleerde data op laag schaalniveau.
» Open data = data die is gepubliceerd en vrij mag worden gebruikt; is data van derden die
beschikbaar is gesteld.
» Big data = data in grote hoeveelheden via nieuwe bronnen.
Twee soorten statistiek:
» Beschrijvende statistiek; gegevens worden overzichtelijk samengevat in grafieken, tabellen,
samenvattende maten en samenhangsmaten.
» Generaliserende statistiek: conclusies trekken op basis van steekproeven.
Gegevens kunnen gestructureerd worden in datamatrixen, een aantal
definities ten behoeve daarvan:
Onderzoekseenheden = ‘dingen’ (eenheden) waarvan je iets
wilt weten.
Variabelen = ‘dingen’ die je van de eenheden wilt weten.
Waarden = scores van de eenheden op de variabelen.
Variabelen hebben een schaalniveau:
» Nominaal = waarden zijn wel te onderscheiden maar hebben geen volgorde. Bijv. talen
» Ordinaal = waarden hebben een ondubbelzinnige volgorde. Bijv. negatief, neutraal, positief
» Interval = waarden liggen op een vaste plek uit elkaar en hebben geen echt nulpunt. Bijv.
temperatuur.
» Ratio/quotient = waarden kunnen gedeeld/vermenigvuldigd worden. Bijv. salaris
» (Dichotoom) = als er twee mogelijke waarden zijn bij nominaal, kunnen deze gecodeerd
worden met 0 en 1 waardoor ze hetzelfde schaalniveau krijgen als ratio. Bijv. ja of nee.
» (Geclassificeerd ratio) = Ordinaal. Is wanneer er klassen zijn opgezet voor ratiowaarden.
Dit schaalniveau is bepalend voor de analysemogelijkheden. Hoger schaalniveau = meer mogelijk.
Waarden in een datamatrix moeten zijn:
» Uitputtend = alle mogelijkheden zijn gedekt.
» Uitsluitend = mogelijkheden mogen niet overlappen.
Zo kan iedereen precies één antwoord geven.
, HC 2 – Beschrijvende statistiek
Ééndimensionale statistiek gaat over één variabele.
Frequentieverdeling = een tabel voor ééndimensionale statistiek, is een overzicht van alle waarden.
Is belangrijk dat missings (: missende waarden) hierin zichtbaar zijn.
Vaak staat er een cumulatief bij: dat is het optellen van alle waarden die dat niveau, of een niveau
eronder hebben. Hiervoor is minstens een ordinaal schaalniveau nodig.
Grafische weergaven van waarden is mogelijk door een:
» Cirkeldiagram; in principe nominale, maar ook wel eens ordinale schaal.
» Staafdiagram; vooral nominaal en ordinaal.
» Histogram; interval en ratio.
Soorten maten om mee te analyseren.
(1) Centrale tendentie
» Modus (Mo) = waarde die het vaakst voorkomt
» Mediaan (Md) = waarde die middelste is als waarden worden geordend (niet voor nominaal).
helft van de eenheden heeft een waarde onder de mediaan, andere helft erboven, gerelateerd:
- 1e en 3e kwartiel (25% onder, 75% boven en andersom).
- 1e…4e…8e… deciel (10% onder, 90% boven et cetera).
- 7e…23e…81e… percentiel (7% onder, 93% boven et cetera).
(Bij ordinaal, waarde die bij cumulatief 50% overschrijdt).
» Gemiddelde ( x ) = som van waarden/totale aantal eenheden (interval, ratio).
(2) Spreidingsmaten
Spreidingsmaten hebben te maken met de homo- of heterogeniteit van de waarden.
>> Nominaal: grootste heterogeniteit als mensen gelijkmatig over waarden zijn verdeeld. Te meten:
r
1 2
Herfindahl-index = ⋅ f 1 (kwadrateer frequenties, tel ze op en deel door aantal eenheden in
2 ∑
n i=1
kwadraat).
» Hoe hoger, hoe homogener
Diversiteitindex = 1 – Herfindahl.
» Hoe hoger, hoe heterogener
>> Ratio, interval: grootste heterogeniteit als afstand tussen waarden groot is. Te meten:
Kwartielafstand = Q3 – Q1 (als de mediaan de maat van centrale tendentie is).
» Hoe hoger, hoe heterogener
n
Standaardafwijking =
√ ∑ ( xi −x )2
i=1
n
(als gemiddelde de maat van centrale tendentie is).
Wordt gemeten in dezelfde dimensie als het gegeven, is dus niet te vergelijken.
» Hoe hoger, hoe heterogener
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller planoloog34. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.