100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Biologie H8 Evolutie samenvatting $5.98   Add to cart

Summary

Biologie H8 Evolutie samenvatting

 14 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

duidelijke en volledige samenvatting, inclusief afbeeldingen van Biologie H8 Evolutie

Last document update: 3 year ago

Preview 2 out of 5  pages

  • No
  • H8 evolutie
  • February 6, 2021
  • February 8, 2021
  • 5
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Evolutie
8.1

Het oude scheppingsverhaal in Genesis: God heeft de mens en de planten- en diersoorten geschapen in 6 dagen.
 natuuronderzoekers namen aan dat soorten niet veranderen, maar blijven zoals ze geschapen zijn

Cuvier: bestudeerde fossielen
Fossielen: restanten van vroeger levende organismen
 ontdekte dat fossielen uit verschillende afzettingslagen niet lijken op de levende organismen in het gebied
(bergen rondom Parijs)  herkennen van resten van organismen als resten van uitgestorven organismen
Catastrofetheorie: meerdere scheppingen: catastrofe  alle levende organismen verdwenen  nieuwe schepping
 nieuwe soorten
(Breuk met de Bijbel: niet één perfecte schepping)


18e eeuw: evolueren:
- soorten kunnen veranderen
- uit een soort kan een andere soort ontstaan

Lamarck: bestudeerde fossielen
Eerste echte evolutiebioloog ( introduceerde het woord ‘biologie’ )
 ontdekte dat fossielen afkomstig uit verschillende afzettingslagen overeenkomsten in lichaamsbouw vertonen
Evolutietheorie: organismen verwerven tijdens hun leven nieuwe eigenschappen als aanpassing aan hun omgeving.
Deze nieuwe eigenschappen geven ze door aan hun nakomelingen
(verklaart hoe soorten veranderen en nieuwe soorten ontstaan)
De aanpassingen van individuen aan hun leefomstandigheden bepalen het verloop van de evolutie.


Darwin: bestudeerde dieren en planten over de hele wereld
Nam waar dat binnen dezelfde populatie individuen variëren in eigenschappen.
Individuen die het langst overleven, krijgen de meeste nakomelingen. Na enkele generaties bestaat het grootste deel
van de populatie uit individuen die zijn aangepast aan de leefomstandigheden.
Selectiedruk uit de omgeving = de drijvende kracht achter evolutie
Individu past zich niet aan, maar leeft langer en plant zich meer voort  Natuurlijke selectie op gunstige
eigenschappen binnen een populatie.

Darwin wachtte ongeveer 20 jaar met publiceren omdat hij bang was voor kritiek vanuit christelijk geloof.
Zijn theorie was niet waterdicht, geen verklaring voor:

 Het overerven van eigenschappen
Mendel gaf inzicht in het overerven van eigenschappen d.m.v. zijn erfelijkheidswetten: recombinatie van
allelen en mutaties in het DNA variaties in de erfelijke eigenschappen
neodarwinistische theorie
 Het ontstaan van een nieuwe soort
Mayr: wanneer een barrière een populatie in tweeën splits, is het mogelijk dat nieuwe soorten ontstaan. Elk
deel van de oorspronkelijke populatie gaat een eigen evolutionaire weg door mutaties en natuurlijke
selectie. Na veel generaties kunnen populaties ontstaan zijn waarvan de individuen elkaar niet meer als
soortgenoten herkennen: het zijn aparte soorten geworden
allopatrische soortvorming

, 8.2

Natuurlijke selectie:

1. ‘Struggle for life’
strijd die organismen voeren met soortgenoten om te overleven
2. ‘Survival of the fittest’
The ‘fittest’: individuen in een populatie die de meeste nakomelingen krijgen en het langst leven onder de
selectiedruk. Zij hebben de gunstigste eigenschappen
 selectieprocessen op de populatiesamenstelling

Nieuwe soorten kunnen onstaan door:
- allopatrische soortvorming: door scheiding
- sympatrische soortvorming: seksuele selectie (B.V: vrouwtjes kiezen mannetjes met bepaalde kleur)  nieuwe
soorten in niet-gescheiden populatie
(Licht dringt niet goed door  roodgevoelige vrouwtjes vissen kiezen altijd zelfde kleur mannetje en blauwgevoelige
vrouwtjes ook  onbewuste selectie)
- kunstmatige selectie: fokken van dieren en het kweken van planten  selectie door mensen




8.3
Hardy-Weinberg-evenwicht: als allel- en genotypefrequenties van generatie op generatie gelijk blijven.
- (theoretisch) oneindig grote populatie
- geen natuurlijke selectie door voor- of nadeel
- geen mutaties
- geen migratie
- geen voorkeur voor een bepaald type partner, elke combinatie berust op toeval

Allelfrequentie: de frequentie waarin allelen in een populatie voorkomen
p+q=1
p = allelfrequentie van het dominante allel
q = allelfrequentie van het recessieve allel


Genotypefrequentie: aantal fenotypen : totaal aantal personen
p2 + 2pq + q2 = 1 (eigenlijk: (p+q)(p+q) = 1  genotype is combi van twee allelen)
p2 = genotypefrequentie van de dominante homozygoot
2pq = genotypefrequentie van de heterozygoot
q2 = genotypefrequentie van de recessieve homozygoot

q = √ q2
p=1–q

Genenpool: de erfelijke samenstelling van de populatie
Is verrijkt door kolonisatie
Gene flow: de migratie van allelen van de ene naar de andere populatie
Genetic drift: een verandering in de samenstelling van de genenpool

In werkelijkheid bijna nooit omstandigheden van HWE.
Haplotype met een dominant allel dat gunstig is  frequentie neemt toe.
Haplotype met een dominant allel dat ongunstig is  frequentie neemt af.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dominiquegeerdink. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.98
  • (0)
  Add to cart