100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
College aantekeningen Grondslagen Van Klinische Psychologie $4.87   Add to cart

Class notes

College aantekeningen Grondslagen Van Klinische Psychologie

 40 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een uitgebreide verslag van aantekeningen met tentamenstof vormen voor het tentamen van het vak Grondslagen van de Klinische Psychologie (GKP) van de studie Psychologie aan de Universiteit Utrecht geschreven in het Nederlands.

Preview 4 out of 35  pages

  • February 6, 2021
  • 35
  • 2020/2021
  • Class notes
  • N.v.t.
  • All classes
avatar-seller
Hoorcollege aantekeningen van
Grondslagen van de Klinische Psychologie

Jaar 2 Semester 1 Blok 2
2020-2021


College 1A en 3A zijn geen tentamenstof, meer ter verduidelijking van de opdrachten en
intro.

,10/11/20 Hoorcollege 1 – Introductiecursus en vakgebied klinische psychologie
Deel 1: Introductie geen tentamenstof!
Leerdoelen cursus
 Begrip van de noodzaak, de feilbaarheid en het belang van theorie in de wetenschap
(met name de klinische psychologie)
 Begrijpen dat en hoe psychopathologische fenomenen en de psychologische
verklaring ervan wordt beïnvloed door culturele en historische contexten. We
hebben een theorie nodig om richting te geven aan hoe we bijvoorbeeld
psychopathologie kunnen begrijpen en verklaren.
 Dit begrip over theorie en context kunnen toepassen bij het doen van uitspraken
over klinische vraagstukken
 Schriftelijk (essay) en mondeling (podcast) kritisch kunnen argumenteren over
klinisch psychologische kwesties, op grind van ‘best empirical evidence’

Geschiedenis van de klinische psychologie
 1896: Lightner Whitmer startte een psychologische kliniek in Philadelphia. Hij is dus
ook echt de eerste klinische psycholoog
 1907: hij richtte als eerste een wetenschappelijk tijdschrift op voor de klinische
psychologie waarin hij beschreef wat hij in die 10 jaar gedaan had. Dat noemde hij de
psychological clinic wat vooral ging over kinderen met leer moeilijkheden. Dit was
ook waar mensen in de begin dagen van de klinische psychologie waar men het
vooral over had.
 1905: Alfred Binet (Frankrijk) hij is de grondlegger van de intelligentietest, de
psychologen van toen maakte er veel gebruik van. Het doel was toen om
psychologische kennis niet alleen verder te ontwikkelen maar ook om het toe te gaan
passen. In eerste instantie bij kinderen
 Psychologen waren vooral bezig met diagnostiek en de behandeling werden door de
psychiaters gedaan.
 WO I: Shellshock (tremor, verlamming, hyperventilatie, depressieve, slapeloosheid,
hysterie, nachtmerries het is dus een voorloper van PTSS maar er was hier geen
behandeling voor)
 1940: oprichting van de sectie Clinical Psychology binnen de Americal Psychological
Association
 WO II: Psychologen hielpen mee met de behandeling van shellshock hier was nu wel
een behandeling voor. Na WOII was er een grote investering in Clinical Psychology
graduate programs naar angststoornissen en het shellshock fenomeen.
 1947: Het oprichten van het Boulder model (scientist-practicioner model). Dit houdt
in dat je onderzoek en praktijk combineert. Het idee daarachter is dat als je een
goede onderzoeker wil zijn je ook ervaring moet opdoen in de praktijk. En als je een
goede clinicus wil zijn moet je ook leren om academisch te denken.
 Jaren ‘60: De psychotherapie kreeg een grotere rol binnen KP en allerlei modellen
binnen de psychotherapie.
 1973: Vail model (practicioner-scholar model). Hier is behandeling de
hoofdcomponent. Je werkt vanuit de praktijk maar je doet iets van onderzoek daarin.




2

,Klinische psychologie in Nederland
 1942: Piet Calon start in het academisch ziekenhuis in Nijmegen als eerste
Nederlandse klinisch psycholoog (op verzoek van psychiater)
 Jaren ‘40-’50: De psycholoog was vooral actief als psychodiagnosticus, meestal
alleen in psychiatrische ziekenhuizen.
 Bij de UU: 1965: Jos Dijkhuis wordt hoogleraar in de klinische psychologie en
psychotherapie
 Vanaf 1966: start registratie van klinisch psychologen.
 Jaren ’70-’80: Psychotherapie werd belangrijker dan diagnostiek voor Klinisch
Psychologen
 1992: wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg (BIG). Regelt titelbescherming,
tuchtrecht en vereiste opleiding.

Deel 2: Wat is normaal en wat is abnormaal? Wel tentamenstof
Abnormaal gedrag
Q1: waarover gaat klinische psychologie?
 A1: Over mentale en gedragsstoornissen (althans grotendeels)
Q2: Wat hebben mentale en gedragsstoornissen gemeen?
 A2: Abnormaliteit (Vlg. handboeken ‘abnormal psychology’)
Q3: Wat is dan ‘Abnormaal”?
 A3: Zie tekst vd Molen: 7 betekenissen
Q4: Klopt dat wel; gaat klinische psychologie wel over abnormaliteit?
 A4: Gaan we nu kritisch na, aan de hand van tekst vd Molen

Als de ?? (kwadranten) niet ingevuld zijn dan Gedragsstoornissen
heb je sprake hebben van een sterke Abnormaal Wel een ?
definitie. gedragsstoornis en
Als er abnormaal gedrag is dat je niet kunt ook abnormaal
classificeren als een gedragsstoornis, of er ? Geen
gedragsstoornissen zijn die je niet kunt gedragsstoornis en
aanmerken als abnormaal dan is er wel een ook niet
probleem. abnormaal

Betekenissen van ‘abnormaal’
 (Sociaal) dysfunctioneel
 Irrationeel
 Onvoorspelbaar
 Opvallend/onconventioneel (anders dan gewoon)
 Ongemakkelijk gevoel buitenstaander
 Immoreel
 Persoonlijk lijden

7 betekenissen van ‘abnormaal’ besproken, en daarbij hebben we tegenvoorbeelden
gegeven. Voorbeelden van gedrag dat in de kwadranten zit waar geen gedrag mag zitten, als
van der Molen gelijk heeft. De conclusie is dus dat abnormaliteit in de zin van van der Molen
een slecht criterium is.


3

, Persoonlijk lijden is verwant met Wakefields ‘harmful dysfunction’
 (Mental) disorders: ‘harmful dysfunctions’
 (Dys)functies (in psychologie/psychiatrie):
 Cognitief: waarneming, aandacht, bewustzijn, geheugen, redeneren e.d.
 Affectief: emotie en stemming, regulatie van affect
 Conatief: motorisch gedrag
 Harm
 Lijden: zelf/anderen

Waarschuwing!! Misverstand op de loer!
A. Psychiatrische stoornis (bijvoorbeeld depressie)
vaak gezien als onderliggende “dysfunctie”. De
depressie gaat dan functioneren als een
verklaring van de symptomen.
B. Psychiatrische symptomen (bijvoorbeeld
lusteloosheid, slaapproblemen) is “harm”.
C. ‘Dysfunctie/stoornis’ (A) zou oorzaak zijn van symptomen (B)
Dit is echter onzin

Misverstand in een schema 
Waarom is ‘stoornis’  symptoom misverstand?
Depressieve stoornis is de oorzaak van
depressieve symptomen. NEE!! Depressie bestaat
uit deze symptomen. Een depressieve stoornis is
de verzamelnaam van deze depressieve
symptomen. Je kan ook niet zeggen: Nederland is de oorzaak van de 12 provincies. Nee,
Nederland bestaat uit de 12 provincies.

Alternatief: symptoom  symptoom relaties
Hoe komt het dat je clusters hebt van symptomen, terwijl er geen stoornis ten grondslag aan
ligt? Misschien dat de symptomen elkaar versterken.
Lasting stress  depressed mood  self-reproach  insomnia  fatigue
 Domino effect

Harmfull dysfunctie
 Harm = symptomen/klachten
 Dysfuncties zijn NIET ‘onderliggende stoornissen’ zoals depressie
 Dysfuncties gevolg van causale relaties (de pijlen) in netwerk

Samengevat
 ‘Abnormaliteit’ gedrag slechte karakterisering van onderwerp Klinische Psychologie
 In 6 betekenissen van ‘abnormaal’ is allerlei gedrag
1) Wel abnormaal/geen gedragsstoornis
2) Niet abnormaal/wel gedragsstoornis
 Beter is “harmfull dysfunction” : (Stoornis + lijden)
 Waarschuwing: Psychiatrische stoornissen zijn


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ikokoutchri. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79223 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.87  2x  sold
  • (0)
  Add to cart