100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting "De Kern van de Economie, Bovenbouw VWO 2", hoofdstuk 14 $3.18
Add to cart

Summary

Samenvatting "De Kern van de Economie, Bovenbouw VWO 2", hoofdstuk 14

 38 views  1 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Een samenvatting van hoofdstuk 14 van het boek "De Kern van de Economie". Hoofdstuk 14 behandelt onder andere wisselkoersen en betalingsbalansen.

Preview 2 out of 6  pages

  • No
  • Hoofdstuk 14
  • February 6, 2021
  • 6
  • 2019/2020
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Samenvatting “De Kern van de Economie, Bovenbouw VWO 2”, hoofdstuk 14
Paragraaf 14.1, Vrijhandel
Landen die handel voeren met het buitenland hebben een open economie. Het steeds
hechter worden van de uitwisseling van mensen, goederen, diensten en kapitaal heet de
globalisering van de wereldeconomie. Deviezen zijn internationaal aanvaarde
betaalmiddelen, zoals de dollar. Deviezen worden door landen verdiend door goederen en
diensten te exporteren. Doordat bepaalde landen gespecialiseerd zijn in het produceren van
bepaalde goederen, hebben zij een voordeel ten opzichte van anderen; het absoluut
voordeel. Van vrijhandel is sprake als er tussen landen vrij handelsverkeer is.

Paragraaf 14.2, Economische Integratie
Samenwerking tussen landen op economisch gebied wordt economische integratie
genoemd. Deze komt in verschillende vormen voor:




Integratie in de wereldmarkt heeft altijd gevolgen. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
1. Handelsverschuiving: Handel met een niet-lidstaat wordt vervangen door
handel met een nieuwe lidstaat. De hoeveelheid
handel blijft hierin gelijk.
2. Handelsverruiming: Toename van handel tussen lidstaten door lagere
prijzen.
3. Handelsaftapping: Handel met niet-lidstaat wordt vervangen door handel
met lidstaat. De handel met niet-lidstaten neemt
hierdoor af.

Paragraaf 14.3, Absolute en Comparatieve voordelen
Voor internationale handel zijn verschillende verklaringen. Adam Smith stelt dat men moet
kijken naar de absolute voordelen:




In dit geval zal China beide producten gaan produceren. Internationale handel heeft volgens
hem immers pas zin als de absolute voordelen verdeeld zijn over de landen. Klassiek
econoom David Ricardo stelt daarentegen dat je moet kijken naar de comparatieve

, voordelen; hetgeen wat moet worden opgeofferd:




Bij de comparatieve voordelen wordt dus gekeken naar de opofferingskosten. In het
voorbeeld hierboven gaat China speelgoed produceren (ze offeren maar 4 melk op) en
Nederland melk (ze offeren maar 0,2 speelgoed op).

Een andere theorie is de Factor Endowment Trade Theory van Heckscher & Ohlin (niet voor
iedereen verplicht!!!) Zij kijken niet alleen naar arbeidsproductiviteit, maar ook naar andere
productiefactoren:
- 2 landen (A & B)
- 2 goederen (X & Y)
- 2 productiefactoren (K & L)

Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de technologische kennis gelijk is en de vraag in beide
landen groot en gelijk is:
K A KB L A LB
- Stel : > dus : <
LA LB KA KB
K X KY L L
- Stel : > dus : X < Y
L X LY K X KY

Op grond hiervan kunnen een aantal conclusies getrokken worden:
- Land A heeft in verhouding tot Arbeid meer Kapitaal dan land B
- Land B heeft in verhouding tot Kapitaal meer Arbeid dan land A
- Product X is kapitaalintensiever dan Product Y
- Product Y is arbeidsintensiever dan Product X
- Land A produceert Product X en Land B produceert Porduct Y

Paragraaf 14.4, Protectie
Hoewel vrijhandel veel voordelen oplevert, zijn er toch handelsbelemmeringen. Overheden
doen aan protectie, om hun eigen economie te beschermen. Ook beschermen overheden
bedrijven tegen oneerlijke concurrentie, zoals dumping (het aanbieden van producten tegen
een prijs die lager is dan de kostprijs). Hiertegen voert de overheid een invoerrecht in,
waardoor buitenlandse producten duurder worden. Protectie wordt ook ingezet om kleine
industrieën een kans te geven zich te ontwikkelen. Het gaat hier om tijdelijke bescherming
tegen de concurrentie van grote multinationals; het infant-industry argument. Landen die
veel verschillende producten exporteren doen aan exportdiversificatie. Veel
ontwikkelingslanden hebben echter een monocultuur, wat inhoudt dat ze erg afhankelijk
zijn van één product.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stanverspoor. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.18. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51662 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.18  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added