Staats- en Bestuursrecht – Webcasts
Inhoudsopgave
DEMOCRATISCHE RECHTSSTAAT.................................................................................................................... 1
REGERING EN PARLEMENT............................................................................................................................. 2
WETGEVINGSPROCEDURE.............................................................................................................................. 4
DECENTRALISATIE.......................................................................................................................................... 5
GRONDRECHTEN............................................................................................................................................ 5
JURISPRUDENTIE: TELEGRAAF MEDIA VS. THE NETHERLANDS........................................................................7
TRANSNATIONAAL RECHT.............................................................................................................................. 9
JURISPRUDENTIE: COSTA VS. ENEL............................................................................................................... 10
JURISPRUDENTIE: RUSTTIJDEN..................................................................................................................... 10
BESTUURSORGAAN...................................................................................................................................... 10
BELANGHEBBENDE....................................................................................................................................... 11
BELANGENVERENIGING INDISCHE BUURT.................................................................................................... 11
BESLUIT....................................................................................................................................................... 11
SOORTEN BESLUITEN................................................................................................................................... 12
GELAAGDE OPBOUW AWB........................................................................................................................... 13
VEREISTEN ART. 8-1 AWB............................................................................................................................. 14
GEWONE RECHTSMIDDELEN........................................................................................................................ 17
VOORLOPIGE VOORZIENINGEN.................................................................................................................... 17
BEPALINGEN OPENBARE ORDE..................................................................................................................... 18
NORMEN VOOR HET BESTUURSHANDELEN.................................................................................................. 18
HANDHAVING.............................................................................................................................................. 18
BEGINSELPLICHT HANDHAVING.................................................................................................................... 19
Week 1
Democratische rechtsstaat
ô Nederland als democratische rechtstaat en als onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden
Democratische rechtsstaat
Staat = organisatie die met voorrang boven andere organisaties gezag uitoefent over een gemeenschap van
mensen over een bepaald grondgebied.
- Mogelijkheid om met dwang de beginselen van die gemeenschap te handhaven.
- Binnen de staat zijn één of meer organen bevoegd om deze dwang uit te oefenen.
- Deze organen zijn met gezag bekleed.
- Gezag = uit oefenen van dwang, het nemen van beslissingen en het afwegen van belangen.
- Meestal wordt gezag opgedragen aan een kleine groep mensen. De kans is dan aanwezig, ook al is het
uit goede wil, dat die kleine groep mensen de macht, die met gezag samen gaat, niet meer uit handen
wil geven. Daarom is vanouds gezocht naar middelen om aan dit gevaar van ‘de greep naar de
macht’ (= machtsmisbruik) te ontkomen.
- Een manier om burgers tegen machtsmisbruik te beschermen, is de met gezag beklede organen zelf
ook te binden aan het recht. kenmerkend voor een rechtsstaat.
1
,Vier grondregels/pijlers rechtsstaat:
1. Legaliteitsbeginsel = geen bevoegdheid zonder grondslag in de (Grond)wet.
- Organen met gezag, te weten het bestuur en de rechter, mogen hun bevoegdheid slechts gebruiken
zover de Grondwet of de wet dat uitdrukkelijk toestaat.
- De wetgevende macht, de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk, bepaalt zo de grenzen
waarbinnen de bevoegdheden mogen worden uitgeoefend. Zonder voorafgaande toestemming van de
volksvertegenwoordiging kunnen dus geen dwangmaatregelen door de overheid genomen worden.
2. Scheiding/evenwicht der machten = Om het risico van de dreigende dictatuur tegen te gaan, wordt
het gezag over verschillende organen en dus over verschillende mensen of groepen van mensen
verdeeld.
- Doordat ieder orgaan slechts een deel van het gezag kan uitoefenen, heeft het de andere organen
nodig.
- De verschillende organen over wie het gezag verdeeld is, houden elkaar in evenwicht (‘checks en
balances’).
- Dit concept gaat terug op de leer van de trias politica van Montesquieu. De trias politica gaat uit van 3
machten de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht.
3. Onafhankelijke rechterlijke macht
- Groot belang: onpartijdigheid en onafhankelijkheid
4. Grondrechten
- Bescherming van fundamentele grondrechten
- De staat erkent dat individuen en particuliere instellingen een staatsvrijesfeer toe komt.
- De staat moet grondrechten zoals de vrijheid van godsdienst, de vrijheid van meningsuiting, of het
recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, respecteren.
Democratie = hoogste gezag berust bij het volk
- ‘demos’ = volk
- ‘Cratos’ = oppergezag
- Staat open voor wisseling van de regering
Vier kenmerken democratie:
1. Vrije en geheime verkiezingen voor volksvertegenwoordiging
- Burgers hebben gelijkelijk het recht om de volksvertegenwoordiging te kiezen
2. Invloed op besluitvorming via volksvertegenwoordiging
3. Openbaarheid besluiten en besluitvorming
4. Rechten en belangen minderheden dienen te worden gerespecteerd
Koninkrijk der Nederlanden
- 1954 Statuut
- 1975 Suriname onafhankelijk
- 1986 Aruba krijgt status aparte het land Nederlandse Antillen werd gesplitst in twee
gelijkwaardige landen; de Nederlandse Antillen en Aruba.
- 2010 Nederlandse Antillen ontmanteld.
Samenstelling Koninkrijk der Nederlanden
- 4 landen: Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland
- Waartoe behoren de openbare lichamen:
o Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Regering en Parlement
Trias politica
- Wetgevende macht
- Uitvoerende of bestuurlijke macht
- Rechtsprekende macht
2
, Wetgeving in formele zin kan slechts tot stand komen door samenwerking tussen de wetgevende en de
uitvoerende of bestuurlijke macht. Deze samenwerking bij de vaststelling van formele wetgeving is vastgesteld
in art. 81 Gw.
Wetgevende macht
- Volksvertegenwoordiging
- Parlement
- Staten-Generaal
- Eerste en Tweede Kamer
Verschillende begrippen die allemaal hetzelfde aanduiden.
Art. 81 Gw de vaststelling van wetten geschiedt door de regering (Koning en ministers) en de Staten-
Generaal (Eerste en Tweede Kamer).
Staten-Generaal = Eerste + Tweede Kamer
Staten-Generaal:
- Eerste en Tweede Kamer
- De Staten-Generaal en de regering werken niet alleen samen. De volksvertegenwoordiging en dan
vooral de Tweede Kamer heeft ook een controlerende functie ten opzichte van de uitvoerende macht
(regering).
Beide Kamers:
- Vergaderen meestal afzonderlijk, maar kunnen en moeten in sommige gevallen in verenigde
vergadering bijeenkomen. De inrichting en samenstelling van de Staten-Generaal, maar ook een aantal
regels over de werkwijze van de Staten-Generaal zijn vastgelegd in Hoofstuk 3 van de Grondwet.
- Beide Kamers en de verenigde vergadering hebben een Reglement van Orde (art. 72 Gw). In dit
reglement zijn meer regels voor de wijze van werken vastgelegd.
- Hebben hun eigen functie in het proces van wetgeving:
o Het primaat ligt bij de Tweede Kamer
o De Eerste Kamer (‘chambre de reflection’) heeft een minder actieve rol.
Eerste Kamer:
- Kan in beginsel alleen wetsvoorstellen aannemen of verwerpen.
o Geen recht van initiatief kan zelf geen wetsvoorstellen maken en indienen.
o Geen recht van amendement kan geen wetsvoorstellen wijzigen
- Taak: in het wetgevend proces beoordelen van de kwaliteit van wetgeving.
Tweede Kamer:
- Recht van initiatief kan zelf wetsvoorstellen maken en indienen.
- Recht van amendement kan wetsvoorstellen wijzigen.
Regering:
- Samengesteld orgaan Koning + ministers (art. 42 lid 1 Gw).
- De ministeriele verantwoordelijkheid de Koning is onschendbaar, de ministers zijn
verantwoordelijk.
- De uitvoerende of bestuurlijke macht wordt op centraal niveau gevormd door de regering.
Ministerraad:
- Alle ministers (art. 45 Gw).
- Beraadslaagt en besluit over het algemeen regeringsbeleid en dient de eenheid van het
regeringsbeleid te bevorderen.
- Heeft ook een Reglement van Orde waarin de werkwijze naders is vastgelegd.
Ministers:
- Geven leiding aan een ministerie
- Kunnen ook niet belast zijn met de leiding van het ministerie (art. 44 lid 2 Gw).
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Noa1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.