100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Oriëntatie op geschiedenis, jaar 1 $4.28
Add to cart

Summary

Samenvatting Oriëntatie op geschiedenis, jaar 1

7 reviews
 29 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van alle hoofdstukken zonder de groene blokjes.

Preview 4 out of 78  pages

  • Yes
  • February 7, 2021
  • 78
  • 2018/2019
  • Summary

7  reviews

review-writer-avatar

By: femkeboxstart • 11 months ago

review-writer-avatar

By: raoulstap • 1 year ago

Translated by Google

a good abridged summary, but a few essential things are missing, but this is the good basis

review-writer-avatar

By: caithlyn1999 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: tomdreuning31 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: dominiquelambooo • 1 year ago

review-writer-avatar

By: DaniqueSouren • 1 year ago

review-writer-avatar

By: lynntol • 2 year ago

avatar-seller
Oriëntatie op geschiedenis samenvatting


Hoofdstuk 1 de tijd van jagers en boeren
Paragraaf 1 jagers-verzamelaars
Er was een verhouding waarbij de man de jager was en de vrouw overig voedsel verzamelde. Het
kind liep er achteraan en zorgde voor de resten.

De eerste mensen
 De eerste mensachtige was in Oost-Afrika 2,5 miljoen jaar geleden
 De Homo sapiens was voor het eerst 200.000 jaar geleden in Oost-Afrika
o 120.000 jaar geleden in het Midden Oosten
o 60.000 jaar geleden in Azië
o 45.000 jaar geleden in Europa
o Ze verdreven volgen veel historici de Neanderthalers
 De prehistorie: een periode zonder geschreven bronnen

Prehistorische tijden
 De oude steentijd (paleolithicum): jagers-verzamelaars
 De nieuwe steentijd (neolithicum): landbouwers
 De midden steentijd (mesolithicum): aanzetten tot een boerencultuur
 De eerste landbouwculturen ontstonden zo’n 10.000 jaar geleden in het Midden Oosten
o In Nederland rond 5300 v.C.
 Het schrift ontstond bij de rivieren van Irak tot Egypte in 300 v.C.
o In Noordwest-Europa pas in de tijd van de Romeinen
 Verschijnselen en processen op basis van ongeschreven bronnen: gereedschap, nomadisch
bestaan, temmen en cultiveren, optreden van standsverschillen en van strijd

Jagen en verzamelen
 De jacht vereiste instrumentarium, planning, communicatie en coördinatie
o Er werd vaak samengewerkt in grote groepen
 Ook moesten de mensen kennis hebben van gebieden
 Pas na de laatste ijstijd, vanaf 13.000 v.C., was er in Noordwest-Europa sprake van min of
meer een permanente bewoning
 Tijdens alles veranderde de mens lichamelijk
 De mens heeft 5 keer zoveel hersenvolume dan op grond van het lichaamsgewicht
o Door een kleiner spijsverteringskanaal is daar meer energie voor
 Toch weten we weinig over hoe er gegeten werd

Nomadisch leven en rolpatronen
 Bijeenkomsten van grote groepen door het vieren van rituelen, huwelijksmarkten en het
ruilen van materialen
 Sommige groepen leefde door elke keer het hele kamp te verplaatsen en andere groepen
kozen voor een basiskamp met kampen er omheen

Kunst en symbolisch denken
 Kunst bestond vooral uit afbeeldingen en beelden van vrouwen en jachtwild
 Het is hoogstens 30.000 jaar oud
 Vaak bedoeld om er voor te zorgen dat er meer jachtwild is en om de vruchtbaarheid van
vrouwen te bevorderen
 Afbeeldingen waren soms verrassend natuurgetrouw en soms schematische weergaves
 Symbolische denken is verbonden met taal: klanken die vaak iets anders voorstellen

,Oriëntatie op geschiedenis samenvatting


o Geloof in het hiernamaals
o Spraken van kannibalisme

Paragraaf 2 de komst van de landbouw
Landbouw is tot stand gekomen uit een samenspel van de mens en de natuur. De mens kan er
invloed op krijgen door met opzet te planten. Er komt een neolithische revolutie, ook wel een
landbouwrevolutie.

De uitvinding van de landbouw
 In 9000 v.C. kregen de Natufiërs rond de Jericho en de Dode Zee de neiging om op een plaats
te blijven
o Hierdoor werden ze gedwongen meer te doen met plantaardig voedsel
o Zo werden de plant en de mens voor het eerst van elkaar afhankelijk
o Door het zaaien van tarwe en gerst wordt zelf voedsel geproduceerd
 De mensen kwamen er achter dat het houden van dieren meer opleverde dan het direct
doden van dieren
 Wel moesten boeren veel harder gaan werken en er ontstond een veel groter risico
 Ook was er minder variatie in het etenspatroon

Gebruiksvoorwerpen en aardewerk
 Sikkel: een halfrond stuk hout of been met kleine scherpe steentjes als snijrand
 Er kwamen geslepen bijlen en er werd meer gebruik gemaakt van de maansteen
 Bankkeramiek: de eerste landbouwers rond 5300-4800 v.C.
 Hunebedbewoners hadden rond 3500-2700 v.C. de trechterbekercultuur
 In 2200 v.C. ontstond de klokbekercultuur

Vaste woonplaatsen
 Er kwamen ‘sedentaire’ culturen op
 Er kwamen grotere en stevigere huizen voor woning, opslag en de stalling van vee
o Lengte 25 tot 30 cm
o Breedte 6 tot 7 cm
o Het dak was van 5 rijen stevige eikenhouten palen
 Wanden waren gevlochten van takken en verstevigd met leem
 De latere huizen werden steeds kleiner
 Een dorpje bestond uit 60 tot 110 inwoners in 15 tot 20 huizen

Bezit en sociale gelaagdheid
 Het bezit van grond werd steeds belangrijker
 Er kwam erfrecht voor roerende en onroerende goederen
 Door het uithuwelijken werd de bewegingsvrijheid van vrouwen flink beperkt
 Er ontstond sociale ongelijkheid
o In een dorp kwam een ‘hoofdman’
o Er kwamen ook groepen van niet productie leden zoals leiders en geestelijke
 Er is veel onderscheid tussen arm en rijk te zien bij de graven
 Door de sociale ongelijkheid kwam er veel meer gewapend geweld
o Zoals het kapen van vee




Paragraaf 3 de eerste stedelijke culturen

,Oriëntatie op geschiedenis samenvatting


De eerste Bijbelboeken zijn geschreven in ballingschap. In 3000 v.C. kwamen er steden in
Mesopotamië en de Indusvallei, samen met de ontwikkeling van het schrift en complexe politieke
organisatievormen.

Natuur en politiek
 Mensen moeten vanwege klimaatveranderingen goed nadenken voor het samenbrengen van
land en cultuur
 Samenwerken was onmisbaar
 Centrale leiding werd nodig
o De bovenlaag van rijken en de machtigen
o De koning
 Stadstaten: een stad met omringend landbouwgebied
 In Egypte raakte het bestuur in 3000 v.C. in de handen van een farao
o Het eerste ‘rijk’
 In Mesopotamisch gebied kwam er een farao in 2000 v.C.
o Babylonische Rijk
 Beheer, bestuur en bezit zijn hetzelfde
 Door de landbouw opbrengt kon de vorst uitkeringen doen aan het plaatselijke bestuur,
ambtenaren, priesters en militairen

Specialisatie en gelaagdheid
 Er ontstond ruimte voor andere bezigheden
o Er komen ambachten
o Ambtenarencorps
o Militairen voor landverdediging
o Priesters voor het contact met goden
 Er kwam een gelaagde samenleving en er kwamen kooplieden
 Farao Hatsjepsoet organiseerde een reis
o 5 schepen met elk 210 opvarenden
o Wierrook, mirre, oliën en zalven, dieren en planten, ivoor, zilver en goud
 Er bestond nog geen geld
 Tempelcomplexen en bestuursgebouwen gingen dienen als de hoofdmaat
 Er kwam een distributie-economie

Een geschreven cultuur
 3300 v.C. kwamen de Soemeriërs met het schrift
o Het was nodig voor administratie
o Streepjes en tekentjes werden al snel een geheugensteun
o Er werd geschreven op kleitabletten
 Later ontstond er een driehoekig schrift
o Het spijkerschrift
 Honderden jaren later ontstond het schrift in Egypte
o Op muren of met een pen en inkt op een papyus
o Hiërogliefenschrift
 Het oudste wetboek zijn de wetten van Hammoerabi
o 282 wetsartikelen in spijkerschrift




Godsdiensten

, Oriëntatie op geschiedenis samenvatting


 Alle zaken die met godheid verbonden zijn
 Volgens Mesopotanen is de vorst een vertegenwoordiger van de goddelijke macht
o De farao was een zoon van de zonnegod Ra of Amon
 Polytheïstische godsdienst: voor alles is een god
 Monotheïstische godsdienst: 1 god
o Het is abstracter
o Het goede stond tegen over het kwade
o Dit kwam weinig tot ontwikkeling
 Een beetje bij farao Echnaton (1351-1334 v.C.)
 Er was een constante en onveranderlijke cultuur in Egypte
o Er was een voorbereiding op het eeuwige bestaan

Hoofdstuk 2 de tijd van grieken en romeinen
Paragraaf 1 de griekse polis
Perikles (495-429) stelde in 430 v.C. dat de oorlog tussen Athene en Sparta een strijd tussen
democratie en tirannie, vrijheid en gebondenheid, hoop en angst.

De aristocratie
 In de 8ste en 7de eeuw kwam er een polis
o Een stad met het omringende platteland
 Geografische omstandigheden veranderden
 Mensen gingen dezelfde taal spreken, dezelfde goden aanbieden en gebruikten dezelfde
gewoontes
 Sinds 776 v.C. was de eerste Olympische spelen in de polis Olympia
 Het bestuur
o De voorstaande families vormde de adelsraad
o Daarnaast zijn er bestuursambtenaren die naast de adellijke raad stonden
 Het bewind van edelen werd een aristocratie genoemd
o Het is een bewijs van superioriteit
 Vanwege droogte en overbevolking gingen mensen naar de nederzettingen aan de kust
o De Middellandse Zee behoorden min of meer tot de Griekse binnenzee
o Athene had olijventeelt, wijnbouw en aardewerk
o Graan kwam uit het Zwarte Zeegebied
 De burgerij en nijverheid kwam op
o Kooplieden, ondernemers en ambachtslieden
 Er ontstond in het leger een falanx (slagorde)
o Een gesloten formatie met rijen soldaten (hoplieten) met grote schilden (haplon)
o Ze droegen een helm, borst- en scheenplaten, zwaard en een lans
 In de 6de eeuw kwam er een machtsstrijd tussen de sociale groepen
o Het gevolg was een oligarchie (= een regering van weinigen)
o Leden van de oude aristocratische families en rijke ondernemers vormden de
regering

Sparta
 In macht van:
o College van 5 ambtsdragers (de ephoren)
o Twee koningen als legeraanvoerders
o 28 mannen met de leeftijd van minimaal 60 jaar (de gerousia)
o Ten slotte een vergadering van vrije volwassen mannen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller IsaLeenders. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64450 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.28  29x  sold
  • (7)
Add to cart
Added