Tijdvakken die Couch (2016) beschrijft
In zijn hoofdstukken onderscheidt Couch verschillende tijdvakken. Daarbij worden de
volgende aspecten beschreven: de drijvende krachten die een rol spelen, de stedelijke
dynamieken (urban change) die zichtbaar zijn en de planningsidealen en -praktijken die
daarbij horen.
Het eerste tijdvak dat Couch onderscheidt, is 5000 jaar voor Christus. Hier ontstonden de
eerste steden in Mesopotamië. Eigenlijk is de opkomst van steden de drijvende kracht voor de
opkomst van een politiek stelsel in het vroegere Athene, dus het politieke stelsel is de
stedelijke dynamiek. De planningsidealen waren er toen ook. Er werden namelijk grenzen
getrokken en er was scheiding in land gebruik (seperation of land use).
Na het Romeinse rijk vielen de steden. In de late middeleeuwen kwamen deze weer op
(stedelijke dynamiek). Door de drijvende krachten politiek en wetten werden deze steden
complexer. Dat geeft dus ook een verandering aan in de steden zelf.
Industriële periode
Waar het hoofdstuk echt begint, is in de 19e eeuw. Hierin begonnen steden te veranderen. Dit
had te maken met de drijvende kracht industrialisering en de daarmee verbonden economische
groei die in steden plaatsvond (Couch, 2016). De stedelijke dynamieken die in deze periode
door deze drijvende krachten plaatsvonden, waren verschillende vormen van urbanisatie,
omdat veel mensen nu konden werken in de stad en dus verhoogde de urbanisatiegraad. Er
volgde een tweede golf van urbanisatie, omdat deze basisactiviteiten de vraag naar niet-
basisactiviteiten deed stijgen. De werkenden hadden namelijk kleding, eten en behuizing
nodig. Ook hierna vond een derde golf van urbanisatie plaats. Deze dynamiek was het gevolg
van grotere markten en agglomeratie-economieën met comparatieve voordelen.
Een andere dynamiek die plaatsvond was suburbanisatie. Dit kwam door de groei van de
middenklasse die uit het onhygiënische centrum wilde vertrekken en dat konden zij betalen,
omdat ze meer geld hadden(drijvende kracht). Hierdoor ontstond ook een soort segregatie.
Het dominante landgebruik in deze steden waren woningen, hotels, spa’s, casino’s, parken en
tuinen.
Concurrentie tussen marktpartijen in deze tijd zorgde voor steeds hogere boden op land,
waardoor het duurder werd en de landwaarde dus steeg. Hierdoor steeg het landgebruik.
Gebieden die niet volledig gebruikt werden, werden afgebroken en opnieuw gebouwd voor
hogere dichtheden. De fabrieken waren omringt met slechte, arme huizen. Ook de komst van
de treinsporen (drijvende kracht) verhoogde de stedelijke mobiliteit (dynamiek). Ook hierdoor
stegen de grondprijzen.
Het planningsideaal in deze periode was een zo hoog mogelijke bevolkingsdichtheid creëren,
waardoor prijzen stegen en er efficiënt met de ruimte om werd gegaan. Toch werd er weinig
aan planning gedaan.
Moderne stadsplanning
, Door verschillende nieuwe gezondheidswetten (drijvende krachten) konden steden iets
schoner worden en waren er minder zieke mensen, door bijvoorbeeld riolering en sanitaire
voorzieningen (dynamiek).
In deze periode ontstonden er utopische planologen, zoals Howard. Deze utopische gedachten
ontstonden doordat nog steeds veel mensen in armoede leefde en in slums. Hij kwam met het
idee Garden Cities. De drijvende kracht hiervoor waren de slechte voorzieningen die veel
mensen nog ondervonden. De dynamiek die hij wilde creëren was van een hoge dichtheid,
naar een stad met een lagere dichtheid, met veel groene ruimte. Zijn planningsideaal was dus
om een utopische, schone, groene stad te vormen met lage dichtheden van mensen. Daarnaast
kwam er een wet die zorgde dat autoriteiten ‘town planning schemes’ mochten voorbereiden
voor perifere gebieden. In Frankrijk kwam er sociaal bewustzijn van de slechte
omstandigheden (drijvende kracht), hierdoor stimuleerde de overheid grote stedelijke
autoriteiten om civiele programma’s op te stellen (dynamiek)
Tussenoorlogse periode
Om krottenwijken te slopen en huizen te bouwen was tijd nodig. Tijdens de Eerste
Wereldoorlog was daar geen tijd voor en werd dit achter wegen gelaten. Eigenlijk werden in
deze periode traditionele huizen gebouwd met een lage dichtheid. Dit was het
planningsideaal. Door hoge vraag naar en dalende kosten van ontwikkeling (drijvende kracht)
werden er enorm veel huizen gebouw (dynamiek). Le Corbusier kwam met het idee om
hoogbouw te creëren met laagbouw daaromheen. In de hoogbouw woonden de elite en in de
laagbouw de arbeiders, waardoor segregatie ontstond (dynamiek). Ook was er een derde
Utopist, namelijk Frank Lloyd Wright, met de Broad Acre City. Dit waren gebieden met lage
dichtheden met grote stukken land per bewoner. In Groot-Brittannië ontstond er urban sprawl
(dynamiek) door een slechte planningswetten en -regels (drijvende kracht).
Planning tijdens en na de Tweede Wereldoorlog
Door ongelijke regionale ontwikkelingen (drijvende kracht) kwamen er sterkere
planningssystemen (dynamiek). In de late jaren van 1940 was het planningsideaal om het
verleden de recreëren: herbouwen van vroegere straten en gebouwen zo precies mogelijk.
Hierbij was de oorlog de drijvende kracht en het herbouwen van steden de dynamiek.
Sommigen hadden juist het idee om steden helemaal anders te maken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller timmokoordes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.