100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 'Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen' $4.33   Add to cart

Summary

Samenvatting 'Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen'

37 reviews
 4041 views  184 purchases
  • Course
  • Institution

UItgebreide samenvatting van heel het boek.

Preview 4 out of 59  pages

  • Yes
  • August 13, 2014
  • 59
  • 2013/2014
  • Summary

37  reviews

review-writer-avatar

By: mettemyrtevanderberg • 1 year ago

review-writer-avatar

By: janelllxx • 5 year ago

review-writer-avatar

By: naoualmej • 5 year ago

review-writer-avatar

By: astudentw123456 • 6 year ago

review-writer-avatar

By: jonneboonstra • 6 year ago

review-writer-avatar

By: berber1994 • 6 year ago

review-writer-avatar

By: floortjehoningh • 6 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Samenvatting Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen

Psychopathologie: de wetenschap waarin psychische stoornissen worden bestudeerd.

Deelonderwerpen zijn:
- Het vóórkomen
- De hoeveelheid
- Het ontstaan
- Het onderscheid tussen
- De behandeling
(van de stoornissen)

Verschil psychopathologie en psychiatrie
Psychopathologie slaat op de theorie
Psychiatrie slaat op de hulpverleningspraktijk

Ontwikkelingspsychopathologie
 Het ontstaan en beloop van psychische stoornissen wordt onderzocht
 Ontwikkeling is het centrale begrip (begrijpen van het proces/hoe is gedrag ontstaan en
gegroeid)

De ontwikkelingspsychopathologie is niet zozeer een nieuwe wetenschap, maar een benadering die
meerdere inzichten combineert, ervan uitgaand dat integratie van inzichten en ervaringen vanuit
verschillende invalshoeken nodig is. De ontwikkeling van psychopathologische stoornissen kent
zoveel aspecten en invloeden dat geen enkele wetenschap of theorie in staat is een alomvattende
verklaring te geven.
2 integraties:
Belangrijkste > Kennis vanuit de ‘oudere’ wetenschappelijke disciplines:
 Ontwikkelingspsychologie (studie van de normale ontwikkeling)
 Klinische psychologie (studie van de afwijkende ontwikkeling)
 (ortho)pedagogiek (studie van de opvoedkundige praktijk)
 Biologie (studie van de lichamelijke rijping en erfelijke aanleg)
 (kinder)psychiatrie (studie van de psychiatrische stoornissen)
 Sociologie (studie van maatschappelijke normen, waarden en processen)
 Culturele antropologie (studie van cultuur)
 Epidemiologie (studie van verdeling – aantallen, frequentie en spreiding)
Combineren van inzichten uit verschillende theorieën binnen een bepaald discipline:
Psychologie
 Psychoanalyse, leerpsychologie, cognitieve psychologie en systeemtheorie
Pedagogiek & ontwikkelingspsychologie
 Theorieën van de ecologische systeembenadering (Bronfenbrenner) en
ontwikkelingsopgaven
Biologie
 Theorieën over erfelijkheid, maar ook de evolutietheorie

,Belangrijke thema’s uit de ontwikkelingspsychopathologie:
 Vroeger en later
Vroegere ervaringen, eerder in het leven, hebben invloed op hoe iemand in het heden functioneert
 Een dynamisch gezichtspunt
Men gaat ervan uit dat de verschijningsvorm van afwijkend gedrag verandert gedurende de
levensloop van een persoon > het gedrag wat in de ene levensfase normaal en wenselijk kan zijn, kan
in een andere levensfase als abnormaal en ongewenst gezien worden.
Hangt niet alleen samen met leeftijd, maar ook met de ontwikkelingsopgaven.
 Een uniek individu met unieke ervaring
Eenzijdige redenaties waarin de nadruk wordt gelegd op 1 oorzakelijke factor, zijn vrijwel altijd
onjuist en schadelijk > Gedrag is het resultaat van verschillende invloeden (vanuit het kind, het gezin
en de omgeving). Allemaal zijn we unieke individuen met unieke ervaringen.

Prevalentie: het vόόrkomen van een stoornis
Co-morbiditeit: welke stoornis vaak samen met de behandelde stoornis voorkomen
Differentiaaldiagnose: welke stoornissen de hulpverlener moet uitsluiten als hij op een juiste manier
wil vaststellen waaraan een kind lijdt.

Cultuur heeft op twee manieren invloed op de psychopathologie
1. Cultuur kan de kans dat kinderen bepaald gedrag gaan vertonen bevorderen of
verminderen (vb: kinderen uit oorlogsgebieden)
2. De manier waarop normen en waarden uit een cultuur de opvattingen van volwassenen
(over het gedrag van kinderen) beïnvloeden
> oordelen van volwassenen uit eenzelfde cultuur kunnen ook verschillen

Internaliserende problematiek: problematiek slaat naar binnen (intern) > kinderen hebben zichzelf
te veel onder controle. Weinig uiting van emoties.
 Verlegenheid, angst, vage lichamelijke klachten en depressiviteit
Externaliserende problematiek: problematiek richt zich naar buiten (extern) > ook wel
gedragsstoornis.
 Slechte concentratie, liegen/bedriegen, aandacht opeisen, agressie.

Risicofactor: een factor die een negatieve invloed heeft op de (normale) ontwikkeling van een kind >
de aanwezigheid van een risicofactor vergroot de kans op een stoornis.
Beschermingsfactor: een factor die in een situatie van risico de negatieve invloed van de
risicofactoren op de ontwikkeling geheel of gedeeltelijk tenietdoet.

Factoren van beide soort kunnen zowel binnen het kind, binnen het gezin als binnen de sociale
omgeving te vinden zijn. Er zijn altijd meerdere riscio- en beschermingsfactoren.

Factoren kunnen elkaar versterken

Met wetenschappelijk onderzoek is onomstotelijk vastgelegd dat al ons gedrag door zowel erfelijke
factoren wordt beïnvloed als door factoren uit de omgeving.

,Hoofdstuk 2. Classificatie, diagnostiek en epidemiologie

Classificatie: stoornissen onderscheiden – de vraag ‘hoeveel verschillende soorten psychische
stoornissen er bij kinderen bestaan – wordt m.b.v. een classificatiesysteem beantwoord.
Vaststellen wat een kind heeft.

Diagnostiek – ‘Hoe is de stoornis ontstaan’ reden/oorzaken van het ontstaan en het blijven
voortbestaan.

Epidemiologie: hoeveel een stoornis voorkomt

Classificeren en diagnosticeren wordt verricht door de gespecialiseerde hulpverlener: arts,
psychiater, psycholoog of (ortho)pedagoog. Andere hulpverleners, zoals een SPH’er of leerkracht
worden hierbij betrokken omdat zij informatie geven waarop de diagnosticus zijn oordeel mede
baseert.

Een goed classificatiesysteem, dus onderscheid kunnen maken tussen verschijnselen,
overeenkomsten kunnen zien tussen verschijnselen en nieuwe verschijnselen kunnen indelen, wordt
gezien als de basis van een wetenschap.

DSM-IV > Bekendste en meest gebruikte classificatiesysteem in de geestelijke gezondheidszorg
‘Diagnostic and Statistical Manual of mental Disorders, vierde editie 1994)

DSM-IV – Een systeem waarbij psychische stoornissen op vijf verschillende assen genoteerd kunnen
worden. Elke as heeft betrekking op een bepaald onderdeel van de classificatie.
 As I : Klinische stoornissen (syndromen). Hebben gemeen dat ze allemaal op een bepaald
moment in het leven van een persoon kunnen verschijnen en, soms ook weer verdwijnen.
Ze zijn er niet levenslang
 As II : Persoonlijkheidsstoornissen (zwakzinnigheid). Stoornissen die min of meer als
constante (levenslange) eigenschap van een persoon worden gezien.
 As III : Lichamelijke ziekten en aandoeningen. Aandoeningen die van belang zijn om de
psychische stoornis te begrijpen
De gespecialiseerde hulpverlener maakt de notaties op As I, II en III.
Bij de volgende assen kunnen andere hulpverleners/opvoeders een belangrijke rol vervullen.
 As IV : Psychosociale moeilijkheden en omgevingsproblemen van het afgelopen jaar
(echtscheiding/verhuizing/overlijden etc.)
 As V : Algemene beoordeling functioneren hulpvrager
Hierbij wordt gebruik gemaakt van de GAF-schaal (Global Assessment of Functioning)
Schaal van 100 tot 0. Hoe hoger, hoe beter het kind functioneert.

Emil Kraepelin wordt gezien als de grondlegger van de moderne classificatiesystematiek.

Het DSM-systeem is niet gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, maar op afspraken tussen ter
zake deskundige specialisten.

, DSM-IV Benadering:
 Categoriaal ‘alles of niets’ aanpak
Met behulp van het DSM-IV worden uitspraken gedaan of een bepaalde combinatie van klachten nu
wel of niet een stoornis is. Een beetje ziek kan hierbij niet.

Andere benadering
 Dimensionale benadering
Een bepaald kenmerk van een persoon meten en daaraan een cijfer verbinden (bijvoorbeeld IQ test).
Wordt gebruik gemaakt van vragenlijsten, in meer of mindere mate een psychisch probleem hebben.
Een behaalde score wordt wel ingedeeld in een categorie, bijvoorbeeld ernstig/zorgwekkend, maar
niet zo eenduidig als bij categoriaal (alles of niets).
CBCL : Child Behavior Checklist > meest gebruikte dimensionale classificatiesysteem (ontwikkeld
door psycholoog Achenbach)
Bestaat uit 120 vragen, waarbij uit 3 antwoorden kan worden gekozen, helemaal niet/een
beetje,soms of duidelijk/vaak van toepassing. 8 mogelijke probleemgebieden.

Voordelen van CBCL t.o.v. DSM-IV
- Sluit beter aan bij de praktijk van snel wisselende en verder ontwikkelende vaardigheden bij
kinderen. Deze veranderingen kunnen bij CBCL beter in kaart worden gebracht dan bij DSM-
IV
- Er bestaan geen harde criteria voor psychische stoornissen, bij DSM-IV wel. Bij CBCL wordt
meer vergeleken met andere kinderen, eventuele vooringenomenheid van de hulpverlener
speelt dan minder een rol
- CBCL heeft vragenlijsten ontwikkeld voor verschillende informanten (ouders/leerkracht/kind
(als hij oud genoeg is). Bij DSM-IV is het eigenlijk altijd alleen maar de hulpverlener.

Nadelen van CBCL t.o.v. DSM-IV
- DSM-IV is over de hele wereld verbreid, communicatie tussen hulpverleners makkelijker
- Zeldzame stoornissen zijn beter met DSM-IV op te sporen

Diagnostiek
Diagnose is een aanzet tot het verklaren en begrijpen van wat de hulpverlener waarneemt.
Als is vastgesteld hoe een stoornis is ontstaan, is het ook van belang om vast te stellen wat het is
om psychische problemen te hebben of wat het voor ouders betekent om een kind met
psychische problemen op te voeden. Zowel van het lijden als van de draaglast moet een duidelijk
beeld komen.
Diagnosticeren – antwoord krijgen op de ‘3 Waaromvragen’:
1. Waarom heeft dit kind deze klachten op dit moment gekregen en waarom niet bij wijze van
spreken een halfjaar geleden?
2. Waarom heeft het kind juist deze problemen met deze klachten ontwikkeld en niet
bijvoorbeeld andere klachten?
3. Welke positie neemt het kind binnen het gezin in? / Waarom heeft juist dit kind psychische
problemen/zijn er nog meer leden van het gezin die psychische problemen hebben?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SharonaReimink. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75632 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.33  184x  sold
  • (37)
  Add to cart