Samenvatting ‘Leefwerelden van jongeren’ > Gezins- en jeugdsociologie
Inleiding – Hoofdstuk 1. Een nieuwe blik op jongeren
1.2 De rol van leeftijd en de betekenis van jeugd
In de huidige samenleving is jeugdigheid een ideaal waaromheen een hele cultus van
gezondheid, vitaliteit en levenslust is ontstaan. Zo lang mogelijk jeugdig blijven of lijken, is
het adagium van de hedendaagse maatschappij.
Op het denken in ontwikkelingsstadia zijn veel opvoedings- en onderwijsarrangementen gebaseerd.
De laatste decennia is hier veel kritiek op gekomen, want:
Te sterke binding van stadia aan strikte leeftijdsgrenzen + niet in alle culturen hetzelfde
Het denken in stadia is nu niet verdwenen, maar worden nu meer beschouwd als fasen met
daarbinnen veel variatie zonder een scherpe afbakening.
De laatste jaren:
Nieuwe impuls > Neurowetenschappen (MRI) scan, maakt het mogelijk vast te stellen welke
hersengebieden actief zijn bij welke mentale taken
Bourdieu (1984) heeft ook kritiek op het denken in levensfasen:
Bekritiseert de suggestie dat de opeenvolging van stadia een natuurlijk en onvermijdelijk
karakter heeft. Het gaat om meer dan fysieke verschillen.
Volgens hem leidt dat ertoe dat de nadruk komt op wat kinderen en jongeren (nog) niet
kunnen.
Lea Dasberg > ‘Grootbrengen door kleinhouden’ > dezelfde kritiek als Bourdieu
De laatste decennia is er binnen het onderwijs een groeiende belangstelling voor de diversiteit die
leerlingen op school inbrengen met hun verschillende achtergronden, capaciteiten en voorkeuren.
Generatiesociologie: Jongeren die in een bepaalde tijd zijn geboren, ondergaan dezelfde
maatschappelijke ontwikkelingen en gebeurtenissen op ongeveer dezelfde leeftijd.
Henk Becker heeft de verschillende generaties in beeld gebracht:
De vooroorlogse generatie (geboren tussen 1910 en 1940)
Belangrijkste ervaring is de crisis van de jaren 30 en de gevolgen daarvan.
Somber, spaarzaam en plichtsgetrouw. Kerk en overheid hebben veel gezag
De stille generatie (1941 en 1950)
Opgegroeid tijdens de Tweede Wereldoorlog en wederopbouw. Vooruitgang was het belangrijkst.
Opofferingsgezin en spaarzaam
De protestgeneratie of babyboomgeneratie (1951 en 1960)
Traditionele normen en waarden kwamen onder druk te staan >
welvaartstoename/consumptiemaatschappij.
Zelfontplooiing, vrijere moraal en burgerlijke ongehoorzaamheid werden de nieuwe principes
De verloren generatie (1961 en 1970)
Massale jeugdwerkloosheid, gevaar van aids en deceptie over succes maatschappelijke
veranderingen > afbreuk aan eerder optimisme.
No-nonsensementaliteit
De pragmatische generatie (1971 en 1985)
Kinderen van de babyboomgeneratie, ruime ontwikkelingsmogelijkheden/keuzevrijheid
Praktische instelling en gericht op eigen levensgeluk
De grenzeloze generatie (geboren na 1985)
,Eerste generatie die opgroeit met ICT en met virtuele verruiming van de wereld. Weinig grenzen
tijdens opgroeien. Worden getypeerd als ‘achterbankgeneratie’ en ‘Einsteingeneratie’.
Levenshouding lokt veel discussie uit en is voorwerp van zowel bijval als kritiek.
Kritiek op denken in generaties:
Mensen die in een bepaalde periode zijn geboren, worden over 1 kam geschoren
Verschillen tussen generaties worden vaak verward met verschillen tussen levensfasen
Bij jeugdonderzoek moet rekening worden gehouden met verschillende effecten:
- Periode-effect: sociale veranderingen die zowel jongeren als ouderen beïnvloeden, maar
meestal op een andere manier (vb. ICT)
- Leeftijd – of levensfase-effecten: elke levensfase brengt eigen betrokkenheden en zorgen
met zich mee die bepaalde houdingen en gedragingen in de hand kunnen werken
(VB. jongeren gaan vaker uit, dit is altijd al zo geweest, niet nu opeens..)
- Cohortverschillen: cohort = groep van leeftijdgelijken die zich door de verschillende
levensfasen heen beweegt. Hebben gemeen dat ze op ong. dezelfde leeftijd, dezelfde
invloeden of veranderingen ondergaan.
In westerse samenlevingen zijn traditioneel 3 hoofdbeelden van jongeren te onderscheiden:
Onbekommerde jongere:
Onbezorgde levensfase, experimenteren, jongzijn wordt geromantiseerd (reclame/soaps)
Moeilijke jongere:
De ‘puber’ > jongeren zitten in de knoop, op zoek naar eigen identiteit, afzetten tegen ouders
Onbeheerste en ongeremde jongere:
Jongeren hebben zichzelf niet in de hand en kennen geen grenzen.
Protoprofessionalisering: proces waarbij onderzoeksresultaten het eerst bekend raken bij
beroepsgroepen en zich van daaruit verspreiden in de samenleving.
Amerikaanse psycholoog Arnett > ‘emergent adulthood’: Zijn de adolescentie ontgroeid, maar
verkeren nog in een voorstadium van de volwassenheid. Kennen psychologisch al een grote mate van
zelfstandigheid maar blijven maatschappelijk afhankelijk (bijvoorbeeld van ouders/onderwijs).
Socialisatievraagstukken maken plaats voor ‘agency-vraagstukken’: in toenemende mate draait het
om eigen initiatief, motivatie, zelfwerkzaamheid en eigen verantwoordelijkheid, i.p.v. kennis- en
waardeoverdracht en de verinnerlijking daarvan.
De kijk op jongeren verandert van passief object van socialisatie naar het beeld van de actor die
mede gestalte geeft aan de eigen levensmogelijkheden.
Het overheersende idee van ‘onvermogen’ en ‘nog niet kunnen’ wordt meer en meer gerelativeerd.
Toename van belangstelling voor de leefwereld van jongeren.
‘Leefwereld’: het alledaagse doen en laten dat voor het overgrote deel van de jongeren bestaat uit
bezigheden thuis, op school en in hun vrije tijd.
De leefwereld van jongeren staat niet op zichzelf, maar is sterk afhankelijk van maatschappelijke
mogelijkheden en onmogelijkheden. Enkele levensvoorwaarden die direct van invloed zijn op de
leefwereld van jongeren:
Invloed van technologie
3 veranderingen vallen op vanwege hun doorwerking in de leefwereld van jongeren:
Miniaturisering: apparaten worden steeds kleiner en krijgen steeds meer functies. Heeft zijn
doorwerking op verdere individualisering en mobiliteit
, Nieuwe technologie is een massaproduct geworden, betaalbaar voor bijna iedereen
Verhouding tot de imaginaire wereld is gewijzigd.
Actieve betrokkenheid en interactie (bijv. via een tv-scherm). Mogelijkheden van
communicatie zijn vergroot.
Voortschrijdende Individualisering
Verwijst naar het proces waarin mensen steeds meer als individu in plaats van als groep aan
de samenleving deelnemen en waarin ze worden aangesproken op eigen keuzes en
verantwoordelijkheden.
De standaardbiografie (toekomst staat vast) heeft plaatsgemaakt voor de keuzebiografie (tal
van mogelijkheden).
Expressief individualisme: de nadruk op het individuele welzijn, de ontplooiing van eigen
potenties, individuele autonomie, zelfbeschikking en vrijheid. Het individu moet eigen
krachten en capaciteiten kunnen ontplooien in het belang van persoonlijke originaliteit en
authenticiteit.
Bij jongeren roepen de maatschappelijke druk en verplichting tot zelfstandigheid en
verantwoordelijkheid niet zelden ambivalenties en onzekerheden op.
Amerikaanse psychologen spreken zelfs van een narcisme-epidemie > zijn van mening dat er een
terugkeer moet komen naar opvoeding in sociale waarden en normen.
Anderen vinden het juist goed, omdat het zorgt voor ondernemingszin en handelingsbereidheid.
Informalisering
Er wordt meer op voet van gelijkwaardigheid met elkaar omgegaan. Tussen volwassenen
onderling, maar ook tussen volwassenen en jongeren.
= proces van liberalisering en versoepeling van omgangsvormen en omgangsregels.
Populaire cultuur
Niet langer is de ‘hoge’ cultuur leidend, maar de wereld van beelden, populaire muziek,
modetrends en computerspellen. Niet alleen een bron van plezier en vermaak, maar ook een
bron voor identiteitsvorming van jongeren: dienen als voorbeeld voor de manier waarop
jongeren willen zijn en gezien willen worden. Niet alleen gebruikersvoorwerpen, maar
hebben ook een symboolwaarde.
De hiervoor genoemde processen, zijn geen gescheiden, op zichzelf staande maatschappelijke
processen. Ze grijpen voortdurend in elkaar en versterken elkaar.
Verschuiving van de ‘strong ties’ naar de ‘weak ties’.
Strong ties: sterke en hechte bindingen die intensief worden onderhouden (familie/vaste vrienden)
Weak ties: zwakke bindingen die minder frequent en diepgaand zijn.
Voordelen meer ‘weak ties’:
jongeren vinden zo eerder een baan
contacten worden aangegaan met personen die beschikken over andere bronnen, informatie
en kennis.
Deze ontwikkeling betekent niet dat de sterke bindingen minder belangrijk zijn geworden.
Veel jongeren leggen zich niet meer vast op één subcultuur, groep en stijl, maar doen aan stijlsurfen
en nemen deel aan meerdere scenes en subclubs tegelijkertijd.
Overgang naar ‘lichte gemeenschappen’: jongeren maken niet langer deel uit van een gemeenschap
of groep waarin ze hun hele psychische en sociale ‘hebben en houwen’ onderbrengen, maar zoeken
voor hun uiteenlopende motivaties en interesses wisselende verbanden die aan hun wensen
tegemoet kunnen komen.
Reflexieve maatschappij: een ontwikkeling waarbij deelname aan de samenleving niet langer
vanzelfsprekend tot stand komt, maar vraagt om keuzes en doordenken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SharonaReimink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.