Definitie sociale cognitie
Cognitie = denken van een individu (niet gedrag)
Sociaal = groep en jezelf
Sociaal denken = denken over jezelf à zelfperceptie = wat vindt je van jezelf, hoe denk je over jezelf
Sociaal denken = denken over anderen OF denken over hoe mensen denken over je
Officiële definitie sociale cognitie:
● processen waarbij we informatie
○ verwerven / opslaan
○ integreren / organiseren
○ Interpreteren
● over mensen
○ anderen (sociale perceptie)
○ zichzelf (zelfperceptie)
1) Schema’s
= cognitieve structuur à schema van alle verworven informatie ordenen en maken
à vroegste schema = reflexen van baby (door assimilatie en accommodatie complexer)
à betrekking op handelen + denken!
Volgens Piaget: mentale structuren die aan de basis liggen van ons handelen (= gestructureerde
functioneringspatronen)
Sociale schema’s =
• wat we denken over onszelf
• wat we denken dat anderen over ons denken
à sociale cognitie heeft invloed op ons zelfbeeld
à sociale context heeft invloed op ons handelen
Sociale schema’s: voorbeelden
• Prototype: soort gemiddelde van een specifieke groep mensen, schema dat ontstaat
doordat we uit een reeks patronen de meest relevante kenmerken distilleren (= afleiden)
• Bv: gemiddelde student gaat veel uit, houdt van bier maar is IEDEREEN zo? Nee!
• Script: verloop van opeenvolgende gebeurtenissen in bepaalde situaties, voorspelt
opeenvolging van acties
• Bv: script voor je naar de les gaat à docent komt binnen, dan leerlingen, we mogen
even babbelen, na één uur krijgen de leerlingen pauze
!Gedrag niet conform aan script geeft meer info
à we verwachten de gebeurtenis niet en onze hersenen beginnen te werken en geeft meer info bv:
de docent loopt weg
à verschillende scripts kunnen bepaalde gevolgen hebben zoals de eerste date. Iedereen heeft
bijvoorbeeld een ander zicht op een eerste date
1
,Sociale schema’s: kenmerken
1) Gestalt: geheel/organisatie
2) Top-down of theory-driven processing
a. Top-down: vanuit onze gedachten, niet altijd baseren op informatie dat we krijgen
maar vanuit ons hoofd à vaak hebben we al een idee in ons hoofd en we passen
informatie aan
3) Sturen persoonsperceptie/interpretatie (door a-priori-kennis)
a. Beïnvloeden aan welke persoonstrekken we bij voorkeur aandacht besteden bij de
ander of welke interpretatie we aan gedragingen geven
i. Vooral aandacht voor wat past binnen geactiveerd schema
1. Niet passend? Voorbijgaan of herinterpreteren
b. Vanaf geboorte: je ontvangt reeds informatie van ouders en omgeving waardoor
kind schema’s kan vormen en die passen gedurende hun leven hun schema’s en
scripts aan
4) Schema’s beïnvloeden de herinnering
a. Je denkt over studenten dat ze altijd babbelen = SCHEMA à er is een les dat ze
opeens allemaal heel stil zijn à KLOPT NIET VOLGENS SCHEMA à beïnvloedt
herinnering
Experiment: elementen uit verhaal herinneren van vrouw (introvert/extravert) = PRIMING
à men kan zich zowel elementen voor een extroverte (makelaar) als voor een introverte job
(bibliothecaris) herinneren, opgeroepen informatie wordt dus sterk bepaald door reeds
geactiveerd schema (= priming)
b. Bibliothecaris: saai
c. Makelaar: sociaal
5) Prescriptief
a. Bieden een beeld van hoe iets moet/kan zijn en stuurt ons gedrag (iets wat niet past
binnen schema wordt negatief beoordeeld
b. Attributies zoeken die schema in stand houden à verklaringen zoeken voor iemands
gedrag (voortvloeien uit schema’s!)
i. Verklaringen geven aan gedrag à bv: iemand babbelt à iedereen geeft er
een verschillende verklaring aan zoals sociaal, verveling, interesse in les,
docent ambeteren
à informatie consistent aan schema = beter onthouden MAAR ook dat schema’s de
herinnering van inconsistente informatie bevorderen
c. Need for cognition: behoefte om na te denken over iets à afwijken van reeds
gevormde schema
d. Need for certainty: zekerheid à alles zoals ze het verwachten à informatie krijgen
à aanpassen aan reeds gevormde schema)
6) Toegankelijker naarmate
a. Vaker opgeroepen
b. Recenter opgeroepen
7) Door schema’s (=kotjes) vlugger verwerking info
8) Label (niet altijd werkelijkheid)
® Schema’s kunnen opgeroepen worden door een stimulus uit de omgeving.
® Bepaalde informatie uit de omgeving kan een schema volledig of gedeeltelijk activeren.
2
, 2) Sociale schema’s: configureren
Maar welk schema gebruiken we nu wanneer? Hoe komt het dat we op bepaalde manieren denken?
• Verschillende effecten
• Effecten zorgen soms voor vertekening à iets dat niet klopt met de werkelijkheid
2.1) Opvallende kenmerken
• Wat opvalt, valt op. Dit schema wordt onmiddellijk en als eerste geactiveerd.
– Naam
– Geslacht
– Huidskleur
• Opvallendheid wordt bepaald door de context! Bv. iemand met rost haar valt op want dat is
zeldzaam, maar een bijeenkomst van roodharige mensen valt niet op
2.2) Primacy effect
= informatie die wij eerst over iemand krijgen beïnvloedt het globale oordeel meer dan later
verworven informatie, het stuurt je denken
à Linde is dom, enthousiast, leergierig en leuk à negatief beeld omdat eerste informatie dat we
krijgen het globale beïnvloedt
• Je kan maar een keer een eerste indruk maken
• Eerste indruk: vooral door lichaamstaal
Bvb. Kunstenaars, muziekgroepen die vastzitten aan eerste etiket (Bv eerste uitgave cd/boek)
Primacy effect: verklaringen
Werking korte termijngeheugen
• Aan later verkregen informatie wordt minder aandacht besteed
• Latere informatie geïnterpreteerd in het licht van vroegere informatie
• Behoefte aan afsluiten, zodra men ongeveer een beeld heeft (maar je kan je wapenen)
2.3) Configuratiemodel Ash
Configureren = opbouwen van een product uit losse componenten à gereedmaken voor gebruik
Van een persoon vormt men zich een Gestalt:
• intern consistent beeld (= volledig beeld)
• betekenis van een element wordt mee bepaald door de betekenis die men aan de andere
elementen geeft en omgekeerd
• beeld kan dus bepaald worden door enkele dominante eigenschappen
Kenmerk Warme Koude
betekenis betekenis
Fier Zelfrespect Verwaand
Vol durf Moedig Roekeloos
Discreet Tactvol Heimelijk
Kalm Sereen Berekend
Configuratiemodel Ash
Experiment:
Lijst van kenmerken persoon + ‘warm’ of koud’
à Andere beeldvorming bij (verder) identieke lijsten
à‘Warm’ en ‘koud’ dus bepalend (werkte niet met beleefd en bot)
Waarom? Centrale kenmerken in onze persoonsperceptie
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller josephsiffer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.