Bronnen voor Carin (want ze heeft de boeken niet en is online gewoon te vinden lol. Daar
gaat jullie geld):
Kennis en beleid verbinden - 2e druk:
https://hhs-bibliotheek-budh-nl.ezproxy.hhs.nl/boek/9789462360235/beschrijving
Beleidsconstructie, coproductie en communicatie
https://boeken-rechtsgebieden-boomportaal-nl.ezproxy.hhs.nl/publicaties/9789462367302#0
,GEDEELTE De Geul: beleidsconstructie, coproductie en communicatie: Zes
beproefde methodieken van beleidsontwikkeling (4e druk)
Hoofdstuk 1 - Historische achtergrond: nog steeds de Eeuw van Beleid?
Beleid is een verschijnsel dat omstreeks 1900 op het toneel verschijnt, het eerst en meest
uitgesproken in de grote, snelgroeiende steden van de VS.
Daar doen zich rond die tijd ongekende ontwikkelingen voor, die gepaard gaan met
ongekend schrijnende en ongekend grootschalige problemen.
Door de aard van termen zoals armoede, kinderarbeid, opvoeding etc., ontwikkelingstempo
en door hun opeenstapeling lenen de nieuwe problemen zich niet makkelijk voor de destijds
gebruikelijke aanpak van uitvoerige parlementaire gedachtewisseling over wetgevende
maatregelen.
- Er is behoefte aan een andere en snellere aanpak: goed voorbereide, doelgerichte
actie.
Een belangrijke stroming van de politiek - bestuurlijke elite in de VS, de ‘Progressieven’,
vindt dat de overheid een taak heeft bij de bestrijding van deze problemen.
- Besturen is niet langer alleen het uitvoeren van wetten, maar wordt het voorbereiden
en uitvoeren van beleid.
- Van ‘gevecht om het recht’ wordt politiek zo ‘strijd om beleid’.
- De hoofdrol wordt voortaan gespeeld door de belangrijkste bestuurders: ministers op
het nationale, wethouders op het lokale niveau.
- Deze hebben op hun beurt ambtelijke ondersteuning nodig.
1.1. 1945 - 1980: Liberale rechtsstaat en beleidsstaat
Na de Tweede Wereldoorlog is beleid in Nederland aan zijn opmerkelijke opmars begonnen.
Om dat te begrijpen moeten we onderscheid maken tussen het woord en wat ermee wordt
aangeduid, met andere woorden, tussen de spreekwoordelijke vlag en de lading.
Eerst de vlag. Op zich is het woord ‘beleid’ al heel oud.
Rond 1945 kreeg het woord ‘politiek’ vlak voor en na de oorlog meer en meer een negatieve
connotatie. Het raakte verbonden met controverse, partijdigheid, manipulatie, opportunisme:
met activiteiten die iets obscuurs hadden. Wie zich ging bezighouden met het bestuur van
land, gemeenschap en bedrijf, en van dergelijke smetten vrij wilde blijven, zei vooral ‘geen
politiek te bedrijven’, doch ‘beleid te voeren’.
- Klonk positiever en constructiever.
Een ander concurrerend begrip raakte ook snel uit de gratie -> ‘plan’, dat inhoudelijk grote
overeenkomsten met het ‘beleid’. Maar in de vaderlandse politiek behoorde ‘plan’ tot het
vocabulaire van één politieke stroming, het socialisme, terwijl het tijdens de Koude Oorlog
(1947 - 1989) associaties opriep met het communisme, en dus met dwang, dictatuur,
verspilling en onvrijheid.
- Buiten de publieke sector zijn plan en planning echter vrijwel synoniem met ‘beleid’.
Dan de lading. Beleid verwijst eerst en vooral naar het optreden van de staat of overheid.
Dat was ooit bij gemeenten over het algemeen een stuk actiever dan bij de landelijke
,overheid, met name in die plaats waar socialisten bestuursposities wisten te bemachtigen
(‘wethouderssocialisme’).
De nationale overheid was in het begin van de 20e eeuw voornamelijk om wetgeving te
produceren. De bedoeling was samenleving en economie voor langere tijd, duurzaam, te
ordenen en te reguleren.
De nationale overheid manifesteerde zich als liberale rechtsstaat.
Halverwege de twintigste eeuw echter, nadat crisis en oorlog economische, fysieke en
mentale rampspoed hadden gebracht, en nadat men in de oorlogsjaren goede ervaringen
had opgedaan met grootschalige planning, kreeg de overheid een andere functie. Men
begon haar te zien als een centrum van waaruit crisis konden worden tegengegaan en
voorkomen, door het initiëren van doelgerichte economische en sociale veranderingen.
- De productie van duurzaam recht was alleen daarvoor niet toereikend.
Voortaan moesten de overheden meer gaan doen, en ook nog eens binnen een afzienbaar
tijdsbestek. Niet alleen moesten zij voortdurend nationale hulpbronnen (mensen, geld,
industrie, leger) mobiliseren, coördineren en orkestreren tot nationale inspanningen
(economische concurrentie, desnoods oorlogen) waarmee andere landen de loef kon
worden afgestoken.
- Ook moesten zij hun acties voortdurend kunnen aanpassen en bijstellen in het licht
van nieuwe situaties en wisselende toekomstperspectieven.
- Vergde meer wendbaarheid, flexibiliteit en gerichtheid op de nabije toekomst
dan de klassieke wetgeving kon bieden.
- Men had een apart woord nodig voor de nieuwe taak ‘beleid’.
- Gevolg: behalve liberale rechtsstaat werd de overheid daarmee ook
‘beleidsstaat’.
De sociale kant hiervan trok de meeste aandacht, en wordt verzorgingsstaat genoemd.
Ordening, vrede en welvaart leken eind jaren 60 gerealiseerd. Dat was vooral te danken aan
welbewust en doelgericht overheidsbeleid, zo luidde destijds de overheersende opvatting.
Een korte terzijde. De ontwikkeling van democratische liberale rechtsstaat tot beleidsstaat
beschouwen wij in Nederland als vanzelfsprekend. Als er overstromingen dreigen, moet de
overheid in hun ogen optreden, liefst preventief zelfs.
In de jaren 60 en vroege jaren 70 kwam overal in de westerse wereld een coalitie van
liberals en professionals aan de macht: Kennedy en McNamara in de VS, kabinet - Den Uyl,
WRR, SCP in Nederland.
- Dat luidde een nieuwe fase in, misschien meer wat betreft de betekenis die aan de
overheid en beleid werd toegekend dan wat betreft haar concrete activiteiten.
In die weinig ejaren groeide het idee dat de overheid nog tot veel meer in staat was. Men
ging ervan uit dat economie en samenleving ‘maakbaar’ waren, en dat de democratische
overheid daartoe bevoegd, gelegitimeerd en bij machte was.
Anderen spreken van interventiestaat.
, De ‘nieuwe kundes’ of ‘interventiewetenschappen’ prezen met zonnig optimisme hun eigen
mogelijkheden aan. Overheidsbeleid was in hun ogen eigenlijk slechts een kwestie van
techniek. Voor zover die er nog niet was, zouden de professies die op afzienbare termijn
kunnen leveren, door het verrichten van gerichte research and development.
De overheid raakte ‘overbelast’, de maakbaarheid bleek een ‘illusie’. ‘Markt’ en
‘bedrijfsleven’ ondergingen een herwaardering en werden (weer?) als voornaamste bron van
welvaart, vrede en voorspoed gezien.
1.2. 1980 - 2013: Liberalisering en terugtreden van de overheid
Het beeld van de verhouding tussen overheid en samenleving kantelt: wat eerder werd
gezien als eenzijdige, verticale bestuursverhoudingen (government) wordt gaandeweg
opgevat als twee - of meerzijdige, horizontale invloedsrelaties, of als een ‘netwerk van
actoren’ waarvan de overheid er één onder velen is, en slechts een enkele keer
hoofdrolspeler of voorttrekker (governance).
- Niet langer gaf de overheid de toon aan, niet langer bepaalde de politiek de koers
van samenleving en economie.
- De politiek wordt bescheidener, de overheid treedt terug als ‘beleider’.
Breed erkent men weer belang en noodzaak van het vrije spel van de economische,
maatschappelijke en politieke krachten. Maar de laat - twintigste eeuw ontwikkeling raakt
niet de kern van de overheid als beleidsstaat.
Vanaf 1980 -> Thatcher en Reagan.
Passend bij een breed oprukkend liberaal gedachtegoed, beginnen politiek, bestuur en
overheid zich bescheidener op te stellen. Initiatief en voortouw worden nu meer aan
bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en individuele burgers gelaten.
De overheid stelt zich complementair op: men stimuleert particuliere en maatschappelijke
initiatieven, coördineert en monitort.
- In plaats van stuurhut wordt de overheid verkeerstoren. In plaats van de richting te
wijzen, regelt zij het verkeer zoals het zich aandient. Dit leidt tot het verruimen van de
marktwerking (‘liberalisering’, ‘deregulering’, ‘vrijhandel’, ‘globalisering’), het
terugdringen en verkleinen van de overheidsinvloed (‘privatisering’, ‘bezuinigen’,
‘begrotingsdiscipline’, ‘bedrijfsmatige overheid’), en het verheerlijken van de
zelfstandige ondernemer als rolmodel voor individuen in zowat elke sfeer van het
maatschappelijk leven (arbeidsmarkt, cultuur, onderwijs).
Het is in deze periode van de EU volgens deze ideeën verder wordt ingericht en mondiale
vrijhandelsverdragen worden afgesloten. Alles raakt doordrenkt van wat een neoliberaal
gedachtegoed gaat heten.
Behalve liberalisering zien we ook de mediatisering van de politiek. De media waren
gedurende lange tijd in de twintigste eeuw instrumenten in handen van de maatschappelijke,
politieke en bestuurlijke elites. Hun activiteiten werden veelbetekend als ‘voorlichting’
aangeduid. (Die tijd ligt definitief achter ons).
- Bestaande mediaorganisaties hebben zich, passend bij het nieuwe gedachtegoed,
ontworsteld aan de greep van traditionele elites en zich omgevormd tot zelfstandige
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carintawfik. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.