Praktische ontwikkelingspsychologie voor sociaal werkers
H1 ontwikkelingspsychologie:
Ontwikkelingspsychologie: de studie naar patronen van groei, verandering en stabiliteit
gedurende het leven.
Ontwikkelingsfasen:
- Prenatale periode conceptie geboorte
- Baby 0-1 jaar
- Dreumes 1-2 jaar
- Peuter 2-4 jaar
- Kleuter 4-6 jaar
- Basisschoolkind 6- 10 jaar
- Pubertijd 10-14 jaar
- Adolescentie 14-22 jaar
- Jong volwassenheid 22-35 jaar
- Midden volwassenheid 35-55 jaar
- Late volwassenheid 55-65 jaar
- Oudere 65+
Normatieve ontwikkeling: de algemeen verandering die kinderen laten zien naarmate ze
ouder worden.
,Ontwikkelingskenmerken
- Cumulatief proces: vaardigheden en ervaringen bouwen op elkaar voort.
- Differentie proces: specifieke vaardigheden ontstaan vanuit meer algemene
vermogens
- Georganiseerd: het ontstaat niet toevallig, of in de wilde weg, maar voltrekt zich in
een vaste, logische volgorde en is onder normale omstandigheden onomkeerbaar.
- Holistisch: alle aspecten van een persoon samen veranderen en met elkaar
integreren.
Onwikkelingsverloop
Continu proces: ontwikkeling van een persoon verloopt geleidelijk zonder een bruuske
ommezwaai.
Kwantitatieve veranderingen: nieuwe vaardigheden vloeien automatisch voort uit al
aanwezige vaardigheden en een persoon krijgt er als het ware steeds meer mogelijkheden
bij.
Kwalitatieve veranderingen: elke fase levert nieuw gedrag op dat wezenlijk verschilt van het
gedrag uit de vorige fase.
Discontinu proces: de ontwikkeling verloopt meer in abrupt, in aparte stappen, waarbij
personen zichtbare ‘sprongetjes’ maken in hun ontwikkeling.
Gevoelige periodes: specifiek moment tijdens de ontwikkeling waarin de ontwikkeling
versneld vooruitgaat en er een verhoogde gevoeligheid bestaat voor stimuli vanuit de
omgeving. Als bepaald gedrag of vaardigheden tijdens zo’n gevoelige periode niet worden
aangeleerd, bestaat de kans dat het volledig potentieel nooit bereikt wordt.
Eerst werd gesproken over kritieke periodes: binnen een zeer strikte, vastgestelde tij diende
een persoon bepaalde vaardigheden te verwerven of zich bepaald gedrag eigen te maken,
ander zou dit nooit meer lukken. Deze term is losgelaten omdat het een weinig rekbaar
begrip was dat geen rekening hield met individuele verschillen.
Nature vs. nurture
Nature: staat voor alle erfelijke eigenschappen, karakteristieken, capaciteiten en vermogens
die mensen van hun biologische ouders erven.
Nurture: staat voor alle ervaringen die een persoon opdoet en de kwaliteit van de sociale en
fysieke omgeving waarin hij verkeert.
, H2 Ontwikkelingstheorieën
Sigmund Freud
Psychoanalyse: Freud is grondlegger van psychoanalyse, een psychologische stroming die
vooral geïnteresseerd is in de innerlijke belevingswereld, zoals gevoelens, impulsen en
fantasieën.
Psychoseksuele ontwikkelingstheorie:
5 fasen die kinderen doorlopen
- Orale fase: vanaf geboorte tot 21 maanden. Het kind wordt geleid door lust, heeft
enkel oog voor directe behoeftebevrediging en er is geen sprake van zelfbewustzijn.
Handelingen: zuigen, eten, lippen bewegen, bijten.
- Anale fase: start na 21 maanden tot 3 jaar. Kind raakt in conflict met de eisen vanuit
omgeving en het al dan niet toelaten en bevredigen van eigen behoeften. Denk aan:
zindelijkheidstraining. Kind moet ontlasting op gezette tijden laten gaan terwijl hij dit
misschien niet wil.
- Fallische fase: zet in vanaf 3 jaar tot 6. Er ontstaat interesse in geslachtsdelen en
kind word nieuwsgierig naar eigen lichaam.
- Latentiefase: vanaf 6 tot 12 jaar. Seksualiteit staat op achtergrond. Word beschouwd
als rustige fase. Kind gaat minder egocentrisch denken en is vooral gefocust op het
verwerven van kennis.
- Genitale fase: vanaf 12 tot aan volwassenheid. Geslachtsdrift leeft weer op, seksuele
interesse ontstaan en er worden volwassen seksuele relaties aangegaan.
Fixatie: als er iets misgaat in de fases ontstaat er fixatie. Gedrag blijft steken op een eerder
ontwikkelingsniveau, doordat het ‘conflict’ in die fase niet is opgelost.
Tegenstanders
Het idee dat mensen in hun kindertijd fasen doorlopen die hun persoonlijkheid op latere
leeftijd bepalen, wordt sterk in twijfel getrokken. Freud stelde dat vooral de eerste 3 fasen
van belang zijn voor de persoonlijkheidsontwikkeling, wat zou betekenen dat je toekomstige
‘ik’ al bepaald is op je zesde levensjaar. Daarbij baseerde Freud zijn bevindingen op een
zeer beperkte populatie: vooral mannelijke Oostenrijkers uit de rijke middenklasse die binnen
een streng milieu werden opgevoed.
, Erik Erikson
Hij bouwde voort op de ideeën van Freud en ontwikkelde een psychosociale
ontwikkelingstheorie van de gehele levensloop. Hij stelde dat ontwikkeling niet eindigt bij
kindertijd, maar een proces dat de gehele levensloop beslaat.
Psychosociale ontwikkelingstheorie
Elk begin van een nieuwe fase wordt gemarkeerd door een crisis, conflict of uitdaging. Zo’n
crisis kan een positieve of negatieve kant opslaan. Een crisis hoeft niet opgelost te worden
om door te gaan naar de volgende fasen.
Steun en kritiek
De psychosociale ontwikkelingstheorie zou zich meer richten op mannen dan vrouwen en de
vraag blijft in hoeverre de theorie universeel toepasbaar is aangezien sommige aspecten die
Erikson bespreek cultuurgevoelig zijn. Daarnaast was zijn theorie soms wat vaag wat het
toetsen van de beweringen erg lastig maakt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller delanat. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.