Samenvatting logistiek
Hoofdstuk 1:
1.1 De logistiek van een onderneming
Doel logistiek: De goederenstroom zodanig organiseren dat de kosten zo laag mogelijk zijn
en dat de klant zo tevreden mogelijk is over het product dat hij koopt.
De bedrijfslogistiek omvat 4 deelgebieden:
- Inkooplogistiek: Alle activiteiten die te maken hebben met het aanschaffen van de
materialen die nodig zijn om jouw product te fabriceren.
- Productielogistiek: Richt zich op de inrichting van het productieproces.
- Distributielogistiek: Hier gaat het over drie onderwerpen; de locatie en inrichting van
magazijnen, het beheren van voorraden en (externe) transport.
- Retourlogistiek: Er kunnen verschillende redenen zijn om een ontvangen product
terug te sturen.
Commerciële inkoop: Richt zich op de relatie met de leverancier
Productiebeheersing: Hier gaat het over de noodzakelijke capaciteit aan mensen,
gereedschappen en machines. Ook het efficiënt inrichten van de fabriek valt hier onder.
Material management: Hier gaat het om de tijdige aanvoer aan verschillende machines van
de juiste hoeveelheid grondstoffen, onderdelen en halffabricaten.
Commerciële distributie: Heeft te maken met de verkoopkanalen.
Logistieke distributie: Richt zich op de feitelijke goederenstroom van eindproducten.
Integraal legistiek concept: Met dit concept kun je de 4 basiselementen van het logistieke
proces in een onderneming analyseren.
- Grondvorm: Hierbij worden alle logistieke processen geanalyseerd, van de levering
van de grondstoffen via de productie en de verkoop aan de consument tot en met de
nazorg.
- Besturing: Na de grondvorm wordt er gekeken naar de besturing van de processen.
- Informatiesysteem: Hiermee worden de logistieke processen aangestuurd.
- Logistieke organisatie: Op welke wijze zijn de verantwoordelijkheden met betrekking
tot de logistiek geregeld? Wie is verantwoordelijk voor wat?
4 kenmerken van een dienst:
- Ontastbaarheid: Een dienst kun je niet vastpakken en is daarmee niet tastbaar.
- Vergankelijkheid: Je kunt een dienst niet van tevoren maken, bewaren en opslaan.
- Heterogeniteit: Elke dienst is anders. Elke dienstverlener lever zijn dienst namelijk op
zijn eigen manier.
- Gelijktijdige consumptie: Er is bij een dienst vaak sprake van directe consumptie. Je
bent aanwezig bij het verlenen van de dienst
1.2 Is er behoefte aan een product?
Optimale kwaliteit: Omvat zowel de technische kwaliteit als de logistieke kwaliteit van een
product of dienst.
Logistieke kwaliteit: De servicegraad die de klant ervaart.
Technische kwaliteit: Uitvoering van het product.
,Kwaliteit: In principe kun je stellen dat de kwaliteit goed is wanneer de klant tevreden is. Het
product voldoet dan aan de verwachtingen van de klant.
1.3 Van idee naar ontwerp
Researchafdelingen: Grote industriële bedrijven hebben vaak grote onderzoeksafdelingen,
waar meestal in het geheim aan nieuwe producten wordt gewerkt.
1.4 De verwachte levenscyclus van een product of dienst
De productielevenscyclus wordt onderverdeeld in 4 fasen:
- Introductiefase: In deze fase is het product nog niet of nauwelijks bekend onder
klanten. Er wordt met een reclamecampagne een nieuw product gelanceerd.
- Groeifase: De groeifase is voor een fabrikant van groot belang. Het product is bekend
en de klanten vragen erna. De vraag stijgt en de fabrikant kan bij het produceren
schaalvoordelen behalen. Er moet nu winst worden gemaakt.
- Verzadigingsfase: In deze fase wordt het moment bereikt dat het aantal nieuwe
klanten niet meer zo hard stijgt. Er zijn concurrenten gekomen met een vergelijkbaar
product.
In het geval van producten met een lange levenscyclus(melk) moet de
fabrikant met aanvullende producten komen om toch zijn financieel resultaat
te verbeteren.
In het geval van een product met een korte levenscyclus geld dat de fabrikant
zo snel mogelijk met een nieuw type op de markt moet komen.
- Vervalfase: Uiteindelijk is een product of dienst niet meer in trek. De laatste
voorraden worden via outlet shops tegen lage prijzen in de markt gebracht.
1.6 De kosten voor het ontwikkelen van een product
Innovatie: Het ontwerpen van een nieuw product of dienst ter vervanging van een
verouderd product. Hierbij wordt er opnieuw een ontwikkelfase doorlopen.
De belangrijkste kosten in het ontwikkeltraject zijn:
- Kosten voor de technische ontwikkeling van een product
- Kosten voor het ontwerpen van de processen die nodig zijn voor het uiteindelijk
produceren en op de markt brengen van het product.
- Kosten voor het testen van een nieuw product.
Hoofdstuk 2:
2.1 De vraag als uitgangspunt voor het logistieke proces
Voorspelling: Voor iedere ondernemer is de voorspelling over de mogelijke afzet van zijn
product van groot belang.
Er zijn 4 verschillende voorspelmethoden te onderscheiden:
- Intuïtieve voorspelmethoden: De fabrikant of winkelier zal op zijn gevoel en op basis
van zijn ervaringen producten inkopen.
- Kwalitatieve voorspelmethoden: Hierbij vindt er een klantenonderzoek plaats. De
reactie van mensen is bepalend voor het verwachte succes van het nieuwe product.
, - Causale voorspelmethoden: In dit geval weet een winkelier dat onder bepaalde
omstandigheden de vraag naar een product zal toenemen. Er is bijv. een duidelijke
relatie tussen het weer en de verkoop van bepaalde producten.
- Tijdreeks modellen: Bij deze vraagvoorspelling wordt gebruikt gemaakt van
omzetcijfers uit het verleden.
Verkoopplanning: De verwachten vraag naar een product wordt vertaald in een
verkoopplanning. Deze levert geen harde cijfers op voor de verkopen. De feitelijke
verkoopcijfers kun je namelijk niet echt voorspellen. Hiermee heb je wel een uitgangspositie
voor het vastellen van verdere stappen in de onderneming.
2.2 De verkoopkanalen: indirect of direct?
Verkoopkanaal: De weg die het product volgt van de producenten naar de klant. In het
verkoopkanaal zijn de eventuele schakels opgenomen die bij de verkoop een rol spelen.
Indirect verkoopkanaal: Hier worden de producten van de producent via een groothandel en
detaillist aan de klant geleverd.
Directe verkoopkanaal: Bij het directe verkoopkanaal vindt een levering plaats van de
producent rechtstreeks aan de klant.
Pullstrategie: Het initiatief ligt hier bij de klant: pas als de klant een product besteld wordt dit
geproduceerd. De klant trekt als het ware een product uit de keten
Pushstrategie: Het initiatief in deze logistieke keten ligt bij de fabrikant. Er wordt
geproduceerd en opgeslagen in het magazijn. Deze voorraad is nodig om ervoor te kunnen
zorgen dat winkels altijd in staat zijn te leveren. De fabrikant duwt de geproduceerde
goederen als het ware door de keten.
Klantorderontkoppelpunt (KOOP): Het punt in het productieproces vanaf waar het proces
wordt bestuurd door individuele orders. Het K O O P scheidt het op planning gebaseerde
deel van de productie van het deel dat is gebaseerd op een klantorder. Het kan op alle
mogelijke plekken van het productieproces zitten en is afhankelijk van het product.
KOOP kan op verschillende niveaus in de keten voorkomen:
- KOOP 1: Maken van lokale voorraad
- KOOP 2: Maken van centrale voorraad
- KOOP 3: Assembleren op order
- KOOP 4: Maken op order
- KOOP 5: Inkopen en maken op order
Bij KOOP 1 en 2 is er sprake van een pushstrategie, er wordt een voorraad aangehouden.
Bij KOOP 4 en 5 is er sprake van een pull strategie, het initiatief ligt bij de klant.
Hoge servicegraad: Betekent voor het logistieke proces dat er voldoende voorraad in de
keten moet zijn om binnen acceptabele termijnen te kunnen leveren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkevanembden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.66. You're not tied to anything after your purchase.