EU Recht
THEMA 1: DE VERHOUDING TUSSEN DE EU
EN DE NEDERLANSE RECHTSORDE.
Hoorcollege 1
De Commissie:
27 onafhankelijke leden: iedere lidstaat levert 1 lid, behartigt Europees
belang!
Voorzitter heeft een belangrijke rol: kan voor een groot deel de agenda van
de komende jaren bepalen.
Motor van Integratie: Recht van initiatief voor EU wetgeving (art. 17(2) VEU)
Agenda-setter: jaarlijks wetgevend plan
Uitvoerende macht: bijv. financiën en externe betrekkingen, gedelegeerde
besluitvorming. Dit leidt tot veel discussie, want de Commissie is niet
gekozen, maar aangesteld. Weliswaar door het Europese Parlement, maar
hierdoor kan er wel besluitvorming plaatsvinden die niet strikt democratisch
verantwoord is.
Watchdog: toezicht op lidstaten (inbreukprocedure, HC 10).
Raad van de Ministers (The Council):
• Bestaat uit één vakminister per lidstaat, art. 16(2): behartigt nationaal
belang!
• Roulerende president, behalve voor de Buitenlandse zaken.
• Wetgevende macht: beslist samen met het Europees Parlement over EU
wetgeving en begroting.
• Tenzij anders bepaald stemt zij met gekwalificeerde meerderheid.
• Raad voert buitenlands beleid (GBVB).
De Europese Raad:
• Oefent politiek leiderschap uit.
• Bestaat uit regeringsleiders en staatshoofden en voorzitter Commissie.
• Vaste voorzitter sinds Lissabon (nu: Charles Michel).
• Besluitvorming door consensus.
,• Van essentieel belang voor verdragswijzigingen.
Het Europees Parlement:
• Bestaat uit (751) vertegenwoordigers van Unieburgers, politieke groepen
• Wetgevende macht: beslist samen met Raad over wetgeving en begroting
(‘gewone wetgevingsproc.’)
• Democratische controle op alle EU werkzaamheden
• Kan naar het HvJ stappen!
De Europese rechter:
• HvJ (heeft een monopoly bij het uitleggen van Europees Recht) (en Advocaat
Generaal), het Gerecht (soort eerste beroep), gespecialiseerde rechtbanken.
• ‘Verzekert de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van
de verdragen’, art. 19(1).
• Arresten zijn collegiaal.
• Interpretatiestijl: teleologisch (‘effet utile’)
Andere belangrijke instellingen:
• Hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en
veiligheidsbeleid: soort minister van buitenlandse zaken.
• Europese Centrale bank: onafhankelijk en heeft een monopolypositie op het
uitvoeren van het monetaire beleid van de EU.
• Rekenkamer
• Ombudsman
• Europees Openbaar Ministerie
• Agentschappen: gespecialiseerd in een specifiek gebied.
• EcoSoc
• Comite van de Regio’s
Loyaliteitsbeginsel: art 4(3) Unieverdrag:
‘De lidstaten treffen alle algemene of bijzondere maatregelen die geschikt zijn
om nakoming van de uit de Verdragen of uit de handelingen van de instellingen
van de Unie voortvloeiende verplichtingen te verzekeren.
De lidstaten vergemakkelijken de vervulling van de taak van de Unie en
onthouden zich van alle maatregelen die de verwezenlijking van de
doelstellingen van de Unie in gevaar kunnen brengen’.
,Hoorcollege 2: doorwerking.
Verhouding EU – nationaal recht:
Hof van Justitie in Van Gend & Loos, Costa ENEL: EU is een ‘nieuwe,
autonome rechtsorde’.
- Lidstaten hebben soevereiniteit begrens door overdracht praktische
bevoegdheden aan EU.
- Doelstellingen EU maken verdragen meer dan overeenkomst met slechts
wederzijdse verplichtingen tussen de lidstaten.
Gevolg: EU recht bezit eigen gezagsbasis.
Daaruit volgt:
- Directe/rechtstreekse werking: Van Gend & Loos.
- Voorrang: Costa ENEL.
Loyaliteitsbeginsel: art. 4(3) Unieverdrag:
‘De lidstaten treffen alle algemene of bijzondere maatregelen die geschikt zijn
om nakoming van de uit de Verdagen of uit de handelingen van de instellingen
van de Unie voortvloeiende verplichtingen te verzekeren.
De lidstaten vergemakkelijken de vervulling van de taak van de Unie en
onthouden zich van alle maatregelen die de verwezenlijking van de
doelstellingen van de Unie in gevaar kunnen brengen’.
Voorrang: zaak Costa tegen ENEL
Kan EG Verdrag uit 1957 worden ingeroepen tegen nationalisering Italiaans
energiebedrijf in 1964?
Beoordeling Hof: ‘Het gedragsrecht, dat uit een autonome bron voortvloeit,
kan op grond van zijn bijzondere karakter net door enig voorschrift van
nationaal recht opzij worden gezet, zonder zijn gemeenschapsrechtelijk
karakter te verliezen en zonder dat de rechtsgrond van de gemeenschap zelf
daardoor wordt aangetast’.
EU: absolute voorrang – dus ook voorrang boven nationale grondwetten.
Lidstaten: relatieve voorrang: So lange arresten I en II.
Voorrang: zaak Melloni
Melloni was veroordeeld in Italië voor faillissementsfraude waar hij bij
bestek was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaar.
Vele jaren later werd hij gearresteerd door de Spaanse autoriteiten die hem
wilde uitleveren aan Italië zodat hij zijn straf kon uitzitten.
Melloni argumenteerde voor het Spaanse Constitutionele Hof dat zijn recht
op een eerlijk proces was geschonden.
, Beschermd door de nationale grondwet.
Rechtsvraag: is het Spaanse Constitutionele Hof gehouden om zich aan het
Europese recht te houden en Melloni uit te leveren of mag het zich houden
aan de grondrechten verleend door de nationale constitutie?
Het Hof heeft vastgehouden aan de voorrang voor het Europese recht.
Gevolgen voor de rechter:
Nationale rechter als ‘communautaire rechter’
Plicht om ‘volle werking’ te verlenen aan EU recht (art 4(3) VEU).
Correcte toepassing van EU recht:
- Met voorrang boven strijdig nationaal recht
- Controle op nationale wetgever en bestuur
- Bescherming EU-rechten particulieren
Samenwerking met Hof van Justitie:
- Prejudiciële procedure (art. 267 VWEU)
Zaak Dansk Industri:
Oordeel Hof: indien een algemeen beginsel is geconcretiseerd in een
richtlijn, kan in een geding tussen particulieren een beroep worden gedaan
op horizontale werking.
Beginsel van rechtszekerheid staat hier niet aan in de weg.
Het Deens Constitutioneel Hof is hier niet mee eens:
- Het algemeen beginsel heeft geen basis in het Verdrag.
- Het kan daarmee geen voorrang hebben in een conflict tussen
particulieren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demihoogerwerf1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.20. You're not tied to anything after your purchase.