100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Grondslagen macro-economie -SAMENVATTING- $5.35   Add to cart

Summary

Grondslagen macro-economie -SAMENVATTING-

1 review
 71 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een volledige samenvatting van het boek en de colleges van het vak 'Grondslagen macro-economie' gegeven op Tilburg University. De samenvatting is in het Nederlands geschreven, en bevat illustraties. Het document is 62 pagina's lang.

Preview 5 out of 64  pages

  • Yes
  • February 8, 2021
  • 64
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: lynnwagenaar • 3 year ago

avatar-seller
Grondslagen macro-economie – samenvatting boek

Hoofdstuk 2: The Data of Macroeconomics
Paragraaf 2.1

Endogene variabelen: binnen het model bepaald; probeert het model te verklaren
Exogene variabelen: buiten het model bepaald; worden binnen het model als gegeven beschouwd
 Een model laat zien welke invloed de exogene variabelen hebben op de endogene variabelen
 Exogene variabelen zijn dan de input in het model en endogene variabelen de output
 Voorbeeld: exogene variabelen zijn inkomen, prijs van inputs en endogene zijn prijs van auto,
gevraagde hoeveelheid, aangeboden hoeveelheid

BBP: basis voor berekenen van een economische groei
Inflatie: basis voor berekenen van koopkracht; belangrijk voor de rente die de CB vaststelt
Werkloosheid: belangrijk voor de welvaart van een land

BBP
Waarde van wat in een bepaald gebied wordt geproduceerd in een bepaalde periode
Binnen de landsgrenzen (dus ook van buitenlandse bedrijven in NL)
Stroomgrootheid ; ook: reëel bbp (met constante prijzen uit t 0)

Drie benaderingen:
1. Finale bestedingen: perspectief vd eindgebruikers
BBP(Y) = tot. waarde van alle finale goederen en diensten gemaakt in het binnenland
BBP(Y) = C + I + G + EX – IM

2. Toegevoegde waarde: perspectief vd binnenlandse producenten
BBP = som van de toegevoegde waardes
BBP = de waarde vd productie – de waarde vd gebruikte grondstoffen en halffabricaten

3. Totale inkomen: perspectief vd productiefactoren
BBP = inkomen vd productiefactoren = lonen, inkomen ZZP’ers, huuropbrengsten particulieren,
netto renteontvangsten particulieren, bedrijfswinsten, afschrijvingen, indirecte belastingen –
subsidies

Paragraaf 2.2

Bruto nationaal product:
Het totale inkomen verdiend door Nederlandse ingezetenen zowel binnen als buiten de landsgrenzen
BNI – BBP = factorbetalingen (loon, rente, dividend) ontvangen vanuit buitenland – factorbetalingen aan
buitenland = saldo primaire inkomens

Andere begrippen
Nationaal inkomen = BBP – afschrijvingen (consumption of fixed capital)
Persoonlijk inkomen = nationaal inkomen – bedrijfsbelastingen – ingehouden winsten van bedrijven –
sociale premies + uitkeringen
Beschikbaar persoonlijk inkomen = persoonlijk inkomen – persoonlijke belastingen

,Het meten van inflatie
1. BBP-deflator
2. Consumentenprijsindex

Nominaal BBP
BBP-deflator:
ℜë el BBP


BBP−deflator2019 −BBP−deflator2018
Inflatie:
BBP−deflator2018

Consumentenprijsindex (Laspeyres index)
Geeft de ontwikkeling van de kosten van levensonderhoud weer




Inflatie:

,Paragraaf 2.3

Werkloosheidspercentage: percentage vd beroepsbevolking dat werkloos is
Participatiegraad: beroepsbevolking/tot. bevolking (netto: alle werkenden/potentiële beroepsbevolking)


Hoofdstuk 3 – het nationale inkomen (Y)
Paragraaf 3.1 en 3.2

Y = hoeveelheid geproduceerde goederen en diensten = A . F(L,K) = reële BBP; met A = technologie

- A is gegeven en constant
- Er zijn constante schaalopbrengsten
- K en L zijn constant en gegeven
- K en L zijn exogeen en Y is endogeen
- Beide productiefactoren worden volledig benut op lange termijn
- De lange termijn omvang van de productie hangt dus niet af van C, G, I en NX
- Winst is maximaal als MPL = W/P en MPK = R/P

HOE WORDT HET BBP BEPAALD ?
- Het bbp bestaat uit (1) de hoeveelheid inputs (productiefactoren) en (2) de kunde om deze
inputs tot outputs te fabriceren (productiefunctie)  Y = f(L,K)

Productiefactoren
Twee belangrijkste: kapitaal en arbeid
In dit H: productiefactoren zijn gegeven, dus vast en ze zijn volledig benut  Y is dus ook constant hier

Productiefunctie
Y = F(L,K)
Schaalopbrengsten? zY = F(zK, zL)

HOE WORDT HET NATIONALE INKOMEN VERDEELD OVER DE PRODUCTIEFACTOREN ?
De totale output van een economie is gelijk aan het totale inkomen
De productiefactoren en de productiefunctie samen geven de totale output weer: ze geven dus ook het
nationaal inkomen

Factorprijzen
W en R
De prijs die elke productiefactor ontvangt wordt bepaald door vraag en aanbod
We namen aan dat de productiefactoren vast zijn, dus het aanbod van W en R is verticaal
Voor producenten is dus zowel het loon, als de rente, als de verkoopprijs gegeven

Vraag naar W en R
Bedrijf maximaliseert winst met gegeven factorprijzen
MPL = W/P (reëel loon)
MPK = R/P (reële rente)

, MPL/MPk = W/R
Economische winst = Y – MPL . L – MPK . K
Dus Y = economische winst + MPL . L + MPK . K

Paragraaf 3.3

HOE WORDT DE VRAAG NAAR GOEDEREN EN DIENSTEN BEPAALD ?

Gesloten economie

Y=C+I+G

Beschikbaar inkomen: C = C(Y-T)  inkomen na belastingen
Investeringen hangen af van de rente: I = I(r)
G en T zijn exogeen, dus vast

Y – C – G = I(r)
 Y – C – G : nationaal sparen (S)
S = (Y-T-C) + (T-G) = I(r)
 Eerste deel is privaat sparen en tweede deel is publiek sparen

De reële rente zorgt voor evenwicht op de markt (enige variabele die niet vast is)

Paragraaf 3.4

HOE KOMEN WE TOT EEN EVENWICHT IN VRAAG EN AANBOD ?

Sparen is het aanbod van loanable funds
Investeren is de vraag naar loanable funds
Sparen is vast en hangt dus (nu) niet af van de interest, investeringen hangen wel af van r
De interest past zich dus aan totdat het spaarsaldo en investeringen aan elkaar gelijk worden

Als G stijgt zorgt dit ervoor dat de rente stijgt en hierdoor daalt I (duurder om te lenen)
Hoezo? Door een stijging van G daalt het publieke sparen (en daarmee nationaal spaarsaldo S). Hierdoor
stijgt de interestvoet

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisaholling1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35  4x  sold
  • (1)
  Add to cart