Complete uitwerking van het van Rechtspsychologie en Ethiek + oefententamen. De zaak Rijkbloem, Appelschase babymoord, Opa Donker, Schiedammer Parkmoord, Verdachte Vader en Ronald Cotton zijn compleet uitgewerkt. Daarnaast zijn ook de richtvragen uitgewerkt.
Rechtspsychologie en Ethiek
Samenvatting, richtvragen en kennisclips
Week 1, inleiding:
Richtvragen:
1. Wat houdt het M(issing) W(hite) W(oman) S(yndrome) in?
Het MWWS wordt ook wel het ‘missing pretty girl syndrome’ genoemd.
Het begrip wordt gebruikt om de disproportionele mediaberichtgeving voor blanke vrouwelijke slachtoffers te
beschrijven. Het geslacht, ras, relatieve aantrekkelijkheid en leeftijd van het ‘belaagde jonge meisje’-stereotype
resulteert in verhoudingsgewijs meer aandacht in de media en leidt soms ook tot meer dan gemiddelde inspanningen
in het opsporingsonderzoek.
2. Geef een voorbeeld van het MWWS.
In de zaak van Natalee Holloway is er sprake van het Missing White Woman Syndrome. Natalee Holloway is een 18-
jarig meisje die tijdens een avond stappen in Aruba op 30 mei 2005 verdween en nooit meer terug is gevonden. Joran
van der Sloot werd als verdachte aangemerkt omdat hij tijdens de avond van de verdwijning nog met Natalee was
gezien. Joran van der Sloot ontkent dat hij iets met de verdwijning te maken heeft. De politie heeft in deze zaak veel
inspanningen verricht om de waarheid te achterhalen. Die inspanningen hadden ook de maken met de enorme media-
aandacht en de druk die op de politie werd uitgeoefend om deze zaak tot een goed einde te leiden. Die extra
inspanningen hangen samen met het MWWS. Het gevaar is dat de politie kosten wat het kost de dader wil vinden, wat
ertoe kan leiden dat het zogenaamd oplossen van de zaak belangrijker wordt dan het echt opzoek gaan naar de
waarheid.
3. Wat wordt verstaan onder (factoren van) stafrechtelijke ruis?
In en strafzaak kunnen er dingen misgaan. Dit is een strafrechtelijke ruis. Denk aan een verdachten die onder druk
iets bekend.
Wat zijn situaties binnen het strafproces waarin er dingen mis kunnen gaan?
Ruisfact Uitleg: Strafrechtelijke ruis:
or:
Bewijzen Op grond van art. 338 Sr kan het bewijs dat de De ene rechter kan het feit overtuigend vinden en
verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan de andere rechter weer niet.
slechts worden aangenomen indien de rechter
het wettig en overtuigend bewezen acht.
Waarne Ons perspectief/waarneming is altijd beperkt en Weapon-focus fenomeen we richten onze
men wordt gestuurd door emoties. We nemen aandacht op het wapen. Van de dader en de
selectief waar en daarom missen wij ook omgeving wordt weinig opgeslagen (selectieve
informatie. waarneming).
Dit leidt ertoe dat de getuigenverklaring minder
waardevol wordt voor het bewijs. In emotionele
toestand is de waarneming minder optimaal.
Herinner Naarmate een gebeurtenis langer is geleden, Als de herinnering wordt verward met een andere
en kan er wat zich precies heeft voorgedaan gebeurtenis of de herinnering wordt beïnvloed door
vervagen. De betreffende gebeurtenis kan wat we van andere mensen hebben gehoord of de
verward worden met andere gebeurtenissen. gebeurtenis is al langer geleden en daardoor
Onze herinnering kan ook beïnvloed worden van vervaagd (etc.), levert dat strafrechtelijke ruis op.
wat we van andere mensen hebben gehoord.
Hierdoor kan een getuigenverklaring onvolledig en
zelfs onjuist zijn. De betrouwbaarheid en
nauwkeurigheid gaat verloren.
Beïnvloe Beïnvloeding van de ene persoon door de ander. Beïnvloeding die te ver doorschiet kan
den strafrechtelijke ruis ontstaan. Verklaringen die
Ieder mens is vatbaar voor beïnvloeding. Een onder druk worden afgenomen, zijn minder
beïnvloeding die gebaseerd is op sentiment en betrouwbaar.
geen rationele oorsprong heeft, moet worden
gewantrouwd. Dit kan leiden tot juridisch Voorbeeld: verdachte wordt onder druk gezet
onjuiste beslissingen. tijdens het verhoor en bekend of de rechter wordt
onder druk gezet door de samenleving en laat een
verdachte vrij terwijl de verdachte eigenlijk wel
vastgezet moet worden.
Verhore Art. 29 Sv een opsporingsambtenaar dient Gevolg grote druk: de verdachte kan iets verklaren
n zich tijdens het verhoor te onthouden van alles dat niet geheel of gedeeltelijk overeenkomst met
dat de strekking/bedoeling heeft een verklaring de waarheid.
te krijgen die niet vrijwillig is afgelegd.
1
, Ook kan de verdachte graag willen meewerken en
min of meer met de verbalisanten meepraten (het
wordt hem dan in de mond gelegd).
Ook kan een getuigen in strijd met de waarheid
verklaren. Bijvoorbeeld om er zelf onderuit te
komen of om een ander te beschermen.
Gerechtelijke dwaling het is van belang dat bij opsporingsambtenaren en andere betrokken personen bij het
strafproces een juiste inschatting wordt gemaakt van wat waar is en wat niet waar is. Dit is in de praktijk vaak lastig.
Als dit lukt niet, dan liggen fouten van politie en justitie of de rechter op de loer. Als iemand uiteindelijk wordt
veroordeeld voor een feit dat hij niet heeft gepleegd of dat helemaal niet heeft plaatsgevonden, dan is er sprake van
een gerechtelijke dwaling. In al deze gevallen staat de waarheidsvinding onder druk. De vraag is of de rechter deze
ruis steeds zal onderkennen/erachter komt. Strafrechtelijke ruis kan dus leiden tot onjuiste beslissingen.
- Dwalingen kunnen het gevolg zijn van fouten die door de politie zijn gemaakt (afgedwongen bekentenis, slecht
opsporingsonderzoek en meineed); fouten van het Openbaar Ministerie (geheimhouden van ontlastend bewijs)
en fouten van getuigen (misleidend indirect bewijs, slechte advocaat, geen aandacht voor alibi).
4. Noem twee voorbeelden waarbij ‘strafrechtelijke’ ruis de waarde van het bewijs kan aantasten.
- De politie richt zich slechts op één scenario andere onderzoekslijnen worden niet uitgezocht (eenzijdigheid).
Dit beïnvloedt de betrouwbaarheid van het bewijs.
- Verdachte wordt onder druk gezet tijdens verhoor om een feit te bekennen de verdachte kan onder invloed
van die druk het feit bekennen om maar weer snel naar huis te kunnen. Zo’n verklaring is onbetrouwbaar en
levert strafrechtelijke ruis op.
- Overtuiging van de rechter op grond van art. 338 Sr kan het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde
feit heeft begaan slechts worden aangenomen indien de rechter het wettig en overtuigend bewezen acht.
o Wettig komt voort uit een wettig bewijsmiddel genoemd in art. 339 Sr.
o Overtuigend de ene rechter kan het overtuigend vinden en de andere rechter weer niet.
5. Wat is het nut van de rechtspsychologie?
Bij formeel en materieel strafrecht staan de rechtsregels centraal. Bij rechtspsychologie staan niet de rechtsregels zelf
maar de personen die de rechtsregels uitvoeren centraal. Denk hierbij aan opsporingsambtenaren, verdachten,
getuigen en de rechter. Er wordt onderzocht welke psychologische factoren, welke processen van waarneming,
beïnvloeding en herinnering van invloed zijn op het gedrag van die procesdeelnemers.
Rechtspsychologie houdt zich bezig met vragen als:
- “Waarom bekent een verdachte een feit dat hij/zij niet heeft gepleegd?”
- “Is een getuige altijd in staat om zich een betrouwbare herinnering te vormen?”
- “Kan de rechter altijd afgaan op de betrouwbaarheid van de getuigenverklaring?”
De rechtspsychologie is een tak van de psychologie en richt zich met name op de procesdeelnemers/betrokkenen in
het recht.
Wat is het verschil tussen een juridische en een psychologische benadering? Een relevante juridische vraag zou
zijn: “is een valse bekentenis al dan niet een wettig bewijsmiddel? Vanuit een rechtspsychologische invalshoek zou de
vraag luiden “hoe herken je als opsporingsambtenaar of als rechter dat een bekentenis vals is?”
- De juridische benadering gaat uit van het wettelijk systeem en probeert de regels toe te passen in concrete
situaties.
- De rechtspsychologie vertrekt vanuit het individu en onderzoekt welke psychologische factoren bij het
strafproces een rol spelen en op welke wijze deze factoren de uitkomt van het strafproces kunnen beïnvloeden
de aandacht is gericht op psychologische (ruis)factoren binnen het strafproces. Deze factoren kunnen
betrekking hebben op bijvoorbeeld het waarnemen en de herinnering van getuigen en/of de beïnvloeding van
een verdachte bij verhoren.
o De ruisfactoren kunnen de betrouwbaarheid aantasten.
o De ruisfactoren kunnen de uitkomst van het strafproces sturen in een ongewenste richting en afbreuk
doen aan de betrouwbaarheid van het rechterlijk oordeel.
Rechtspsychologie kan een bijdrage leveren aan het nemen van beslissingen binnen de strafprocedure die op een zo
stevig mogelijke wijze zijn verankerd in de bewijsmiddelen. Bewijsmiddelen zullen met behulp van
rechtspsychologische instrumenten steeds getoetst moeten worden op de wijze waarop deze zijn
verankerd/verbonden in de werkelijkheid.
2
,Week 2, zaak Rijkbloem:
Richtvragen:
1. Wat wordt verstaan onder een goed verhaal?
Een goed verhaal beschrijft niet alleen hoe het delict gepleegd wordt en door wie, maar legt ook uit hoe de dader
onder de gegeven omstandigheden in en zodanige lichamelijk en geestelijke toestand kon komen dat hij het delict
pleegde. Het gaat erom dat mensen zich herkennen in het verhaal en het zich iets kan voorstellen bij de inhoud
daarvan en dat het een logisch verloop van gebeurtenissen heeft.
Een goed verhaal is:
- Een gemakkelijk te identificeren handeling (central action).
- Een context die een gemakkelijke interpretatie van de centrale handeling toelaat (setting).
Een goed verhaal bestaat uit een aantal componenten:
- Centrale actie (wat gebeurt er?)
- Context, waardoor die centrale actie begrijpelijk en aannemelijk wordt (waarom gebeurt dat?)
2. Wat betekent het dat een verhaal stevig verankerd is in de werkelijkheid?
Het verhaal is veel meer kloppend en spoort met de feiten. Het verhaal is veel meer kloppend en spoort met de feiten.
De rechter moet beoordelen of een verhaal stevig verankerd is in de werkelijkheid. Hierbij loopt hij tegen lastige
problemen op.
3. Leg de stelling uit, dat een goed verhaal van de officier van justitie de helft van een veroordeling is.
Een goed verhaal van het Openbaar Ministerie is het halve bewijs. De andere helft wordt gevormd door verankering
van elementen van dat verhaal in de werkelijkheid met behulp van bewijsmiddelen. Een officier van justitie heeft een
bepaald scenario hoe bepaalde feiten zijn verlopen. Dat verhaal legt hij formeel vast in de tenlastelegging. Hoe
makkelijker het verhaal te begrijpen is, hoe gemakkelijker mensen zich daarvan een voorstelling kunnen maken, hoe
eerder mensen (waaronder ook de rechter) in dat verhaal zullen meegaan. Als het Openbaar Ministerie in de
rechtszaal met een aannemelijk en logisch verhaal komt, zal feitelijk al de helft van de klus geklaard zijn.
De andere helft van het bewijs zal geleverd moeten worden door het verhaal te onderbouwen met feiten en
bewijsmiddelen (= verankering).
Ook een goed verhaal kan feitelijk en geheel onjuist zijn. Uiteindelijk gaat het niet om een goed verhaal maar om een
verhaal dat waar is en dat verankerd is in de werkelijkheid.
4. Wat is een scenario (zie hoofdstuk 9 reader)?
In een scenario (ook wel: verhaal) wordt een gebeurtenis of toestand beschreven. Het gaan om een samenhangende
reeks van mededelingen. In een verhaal wordt een heleboel kennis over de werkelijkheid opgeroepen.
5. Welke scenario’s stonden in de zaak Rijkbloem tegenover elkaar?
Er zijn twee scenario’s/twee verhaallijnen:
Scenario 1: Scenario 2:
Onschuldscenario (verhaal van Rijkbloem) (Scenario van Nicole)
Verankerd in de door Rijkbloem aangewezen feiten en Verankerd in de door Nicole en haar moeder
omstandigheden. aangevoerde omstandigheden.
“Moeder van Nicole haalde het pistool uit de handtas – “Tijdens de ruzie trok Danny Rijkbloem zijn pistool, legde
een klein model damespistool dat geen hulzen uitwerpt aan en schoot vader neer.”
– en Rijkbloem sloeg tegen de hand waarin de moeder
de pistool vasthad; het pistool ging af en raakte de Afstand wapen-slachtoffer: 50 centimeter.
vader in het hoofd.” (Kortom; een ongeluk)
Afstand wapen-slachtoffer: 2 meter.
Het onschuldscenario wordt volkomen genegeerd. Het Verklaring 1: Rijkbloem heeft het wapen onderweg naar
verhaal van Rijkbloem is volgens de politie zo de telefooncel weggegooid.
onwaarschijnlijk dat er geen verder onderzoek
plaatsvindt (= eenzijdig aandacht geven aan één Verklaring 2: er is wel gezocht, maar misschien niet
scenario en dat andere scenario’s niet worden goed genoeg.
onderzocht tunnelvisie).
Feit 1: er zijn geen kruitsporen op de handen van
Rijkbloem gevonden, maar ook niet op het hoofd van de
vader. Op een afstand van 50 centimeter zou dat wel
moeten (spoort met Rijkbloems verhaal).
3
, Feit 2: de plaats van waaruit geschoten zou zijn klopt
niet met de hoek van de inslag van de kogel in de
schedel (bevestigt Rijkbloems verhaal).
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dvm26. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.09. You're not tied to anything after your purchase.