100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting medische kennis periode 1.2 (leerjaar 1, periode 2) HBO verpleegkunde $6.41   Add to cart

Summary

Samenvatting medische kennis periode 1.2 (leerjaar 1, periode 2) HBO verpleegkunde

 29 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting medische kennis periode 1.2. Alle leerdoelen en colleges uitgewerkt.

Preview 3 out of 28  pages

  • February 8, 2021
  • 28
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Medische kennis
Periode 2

Week 1

Gezondheid: het vermogen zich aan te passen en eigen regie te voeren.
Ziekte: een malfunctie van organen/orgaanstelsels door een gebrekkige homeostatische regulatie.

Draagkracht: wat je aan kunt.
Draaglast: wat je voor je kiezen krijgt.
Decompensatie: disbalans doordat draaglast groter is dan draagkracht.

Draagkracht wordt bepaald door:
- Aanleg
- Conditie
- Psychische en sociale factoren

Draaglast wordt bepaald door:
- Endogene draaglast: van binnenuit
- Exogene draaglast: van buitenaf

Endogene ziekteoorzaken
- Erfelijkheid
- Congenitaal (tijdens de ontwikkeling)

Exogene ziekteoorzaken
- Fysisch (mechanisch, straling, thermisch)
- Chemisch (alcohol, roken, geneesmiddelen, chemische middelen)
- Microbiologisch (virus, bacterie, schimmel)
- Immunologisch (eczeem, hooikoorts, allergie)
- Voeding (te veel, te weinig, ongebalanceerd)
- Psychosociaal

Multifactoriële aandoeningen: aandoeningen door verschillende factoren.

Palpatie: voelen (pols, temperatuur huid)
Auscultatie: luisteren (bloeddrukmeting)
Inspectie: bekijken
Percussie: kloppen op de hand (vulling urineblaas, hoogte baarmoeder na bevalling)

Röntgenfoto
Röntgenstralen passeren het lichaam (2D beeld). Lucht/vloeistoffen: zwart, weefsel: grijs, bot: wit
(radiopaak: ondoordringbaar door röntgenstraling).
Contrast intraveneus: om bloedvaten en uitscheidingsstelsel te kunnen zien.
Contrast drinken: om spijsverteringsstelsel en uitscheidingsstelsel te kunnen zien.




CT-scan

,Röntgenbron roteert rond het lichaam en schuift steeds een beetje op (beeld voor beeld) (3D beeld).
Meer röntgenstraling nodig, maar mooier beeld (weke delen duidelijker) dan röntgenfoto.
Contrast kan intraveneus of door het te drinken gebruikt worden.




MRI-scan
Het lichaam wordt omgeven met een magnetisch veld en er worden radiogolven door het lichaam
gezonden. Energie van radiogolven wordt geabsorbeerd en weer vrijgeven. De energie wordt
gebruikt om een beeld te creëren. Gedetailleerder beeld van zachte weefsels dan een CT-scan.




Echo
Geluidsgolven worden door inwendige structuren weerkaatst. De echo’s vormen een beeld. Een echo
heeft geen bijwerkingen.

PET-scan
Radioactieve stof wordt opgenomen door het lichaam. De manier waarop en waar de stof wordt
opgenomen zegt iets over de processen in het lichaam. Het chemische functioneren wordt zichtbaar.

Ziektebeloop: hoe een ziekte zich ontwikkelt in de tijd.

Subklinisch: je merkt het nog niet (maar is al wel in je lichaam).
Manifest: het is duidelijk (er treden symptomen op).
Prodroom: voortekenen.

Acuut ziektebeloop: in korte tijd nemen symptomen toe, symptomen verdwijnen ook snel (griep).
Self-limiting: het lichaam kan het zelf goed aan.
Complicatie: een symptoom dat erbij komt.
Recidief: in korte tijd weer treedt dezelfde ziekte op (verschijnselen zijn helemaal weggeweest).

Chronisch ziektebeloop: geen periode zonder symptomen, afwisseling van exacerbatie en remissie.
Exacerbatie: verergering van symptomen.
Remissie: vermindering van symptomen.

Progressief ziektebeloop: ziekte wordt steeds erger, komt nooit meer op het oude niveau.
Infauste prognose: leidt tot de dood.

Therapie (gunstig beïnvloeden van het ziektebeloop):
- Causale therapie: wegnemen van de oorzaak.
Symptomatische therapie: wegnemen van de verschijnselen.
- Curatieve therapie: bedoeld om te genezen.
Palliatieve therapie: verlichten van lijden, levensverlenging.
- Operatieve therapie: m.b.v. operatieve ingreep.
Conservatieve therapie: chirurgisch (zonder operatie).

4 eiwitten waarop farmaca kunnen aangrijpen:

, - Receptoren
- Ionkanalen
- Enzymen
- Transporteiwitten

Sleutel-slot-principe: chemische boodschappers binden aan receptoren, omdat de receptor de juiste
ruimtelijke structuur (specificiteit) heeft.

Agonist: geneesmiddelen die hetzelfde effect geven als de natuurlijke chemische boodschapper.
Antagonist: geneesmiddelen die receptoren blokkeren voor de natuurlijke boodschapper.

Toedieningswegen:

Lokaal: geneesmiddel rechtstreeks op plaats van het probleem (huid, inhalatie, oog, neus, vaginaal).

Enteraal: geneesmiddel wordt oraal of rectaal (anus) ingenomen en via het maag-darmkanaal
opgenomen in het bloed. Enteraal toegediende geneesmiddelen komen pas na het passeren van de
lever in de bloedbaan en moeten bestand zijn tegen maagzuur en spijsvertering enzymen.

Parenteraal: geneesmiddel wordt rechtstreeks in het lichaam ingebracht.
- Intracutaan (in de huid)
- Subcutaan (onder de huid (in bindweefsel))
- Intramusculair (in een spier)
- Intraveneus (in een ader)
- Sublinguaal (onder de tong)




Resorptiesnelheid: tijd die nodig is om bloedplasma te bereiken (afhankelijk van toedieningsweg).

Farmacokinetiek: wat het lichaam met het geneesmiddel doet (absorptie, verdeling, eliminatie).
Farmacodynamiek: wat het geneesmiddel met het lichaam doet (therapeutisch effect).

Fasen farmacokinetiek:
- Absorptie: opname
Vrijkomen van geneesmiddel uit de toedieningsvorm en opname in de bloedbaan.
- Distributie: verdeling
Geneesmiddel wordt via de bloedsomloop over het lichaam verspreid.
- Metabolisme: omzetting
Het lichaam zet geneesmiddelen om zodat ze makkelijker worden uitgescheiden.
Metabolisering door de lever (geneesmiddelen die via maag-darmkanaal worden
opgenomen, passeren de lever voor ze in de bloedsomloop komen). Geneesmiddelen
worden hydrofieler gemaakt.
First-pass-effect: concentratie van een geneesmiddel daalt, door afbraak door de lever.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller destiny2002. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

71498 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.41
  • (0)
  Add to cart