1.1 Introductie
Wat is informatie?
Communicatie = delen = verspreiding van ideeën
Communicatie is transmissie = berichten over tijd en afstand versturen
Communicatie is ook ritueel = het behoud van gedeelde maatschappelijke waarden en
overtuigingen
Informatie is vormgeven aan data. Informeren is dus een handeling.
Informatie is ingekleurde data. Als je die informatie aan elkaar koppelt, heb je kennis.
1.2
Communicatie = goede overdracht
1920 - 1940
Dewey, Cooley, Mead: Hypodermic needle model. Propaganda ten behoeve van ‘ideal of
human society’. Zo lang we goed communiceren en de juiste informatie voeden aan de
bevolking, dan komt het goed. Dan kunnen we een ideale samenleving scheppen.
Propaganda werd hier gezien als iets goeds. Inmiddels is dit model veel afgeschreven. Dit
komt omdat het werd gezien als het ‘injecteren van boodschappen’. Dit idee dat je
boodschappen kan injecteren werd afgekeurd. Kijkers en luisteraars zijn namelijk niet
passief.
Lasswell: ‘Who (says) what (to) whom (in) what channel (with) what effect’. Je moet meer
kijken naar wie die boodschappen maakt, naar wie die boodschappen zijn gericht en op wat
voor manier die boodschappen tot ons komen en met welk effect. Het kanaal maakt uit, en
de verzender en ontvanger ook. Dit model is ook deterministisch. Houdt niet rekening met
ruis.
Lazarsfeld en Katz: Two-step flow of communication. Er is niet één persoon die direct met
een kanaal de ontvanger bereikt. Er zijn altijd tussenstappen. Er zijn opinion leaders. Dit zijn
mensen naar wie mensen geneigd zijn te lusiteren. Deze mensen verspreiden boodschappen
van de regering, media, etc. Er zijn tussenlagen in hoe boodschappen verspreiden.
Boodschappen kunnen ook veranderen tijdens dat proces.
Horkheimer en Adorno: Mediaboodschappen zijn steeds meer homogeniserend.
Mediaboodschappen convergeren steeds meer. Er zijn steeds meer plekken waarop mensen
dezelfde soort boodschappen te horen krijgen. Dit komt vaak door reclames. Hierdoor
ontstaat een massacultuur. Mensen gaan steeds meer op dezelfde manier denken.
Benjamin: Nieuwe communicatiemedia (zoals een camera) zorgen voor een verschuivende
blik op onze wereld. We kijken en luisteren fysiek en cognitief anders.
Na 1940
Voor 1940 waren de modellen vooral deterministisch. Dit veranderde na 1940.
McQuail, Blumler, Katz: Uses en gratifications. Er moet ook aandacht zijn voor de redenen
waarom mensen van bepaalde communicatietechnologieën gebruik maken. Waarom nemen
, ze bepaalde informatie tot zich? Er zijn bepaalde wensen en behoeftes die mensen hebben,
die zorgen voor de keuze.
Innis en McLuhan: Media ecology. Media als een milieu. Elke nieuwe technologie zorgt
ervoor dat we op een nieuwe manier naar onszelf en de wereld gaan kijken.
McCombs en Shaw: Agenda-setting theory. Als er al sprake is van een milieu waarin die
media boodschappen tot ons komen waarin we bepaalde mate is van behoeftebevrediging,
dan zullen we toch moeten nadenken over hoe die boodschappen worden gecreëerd en met
wat voor soort doel, ze tot ons komen. Dat wat wij tot ons krijgen, kent een vorm van
selectie. Media maken een voorselectie van waarover wij denken. Ze bepalen de agenda. De
onderwerpen waarover we nadenken.
Fiske en Hall: Active audiences, cultural studies. De hedendaagse
communicatietechnologieën is manipuleerbaar door de boodschaplezers. De gebruiker zelf
kan actief uitkiezen welke boodschap ze kiezen en welke betekenis ze daaraan geven. Kijkt
lokaal naar hoe mensen met informatie en communicatie omgaan.
1.3
Vanaf de jaren 1940 is er een groeiende aandacht voor technologische overdracht van
informatie en processen van feedback. Dit kwam door nieuwe communicatietechnologieën.
Het deterministische idee was toen dominant.
Shannen en Weaver: the mathematical theory of communication. Informatie is als een
pakketje dat je verstuurt. Ruis staat in de weg. Informatie wordt opgevat als een entropie.
Tegenwoordig weten we beter. Kennis is niet een pakketje dat je verstuurt. Er zijn
verschillende ideeën over data. We moeten kunnen aanwijzen hoe het komt dat de
gedachten hierover verschillen en actief zijn.
Tijdens de verlichting gingen ze denken over verbeterbaarheid. Er kwam steeds meer kennis.
Landen konden met elkaar communiceren. Spoorwegbedrijven konden ontstaan door
aankomsttijden etc. Globalisering op economisch en politiek niveau. Vooruitgang was typisch
voor de verlichting. Optimisme over meet- en maakbaarheid van de toekomst. Zolang je alles
goed meet, categoriseert en opslaat, is het perfect werkbaar en maakbaar.
Paul Otlet was een van de grondleggers van de informatiekunde. Hij was betrokken bij de
totstandkoming van de verenigde naties en UNESCO. Zijn gedachte: hoe meer kennis we
hebben, hoe meer informatie we vergaren, hoe meer we dat delen, hoe beter dat is. Begin
van de bibliotheek/Wikipedia. Als al deze informatie correct/compleet/correct/snel
toegankelijk voor iedereen/geüpdatet is, is het ideaal. God zelf.
Verlichting: het samenbrengen en beschikbaar brengen van alle informatie is positief.
Dit verlichtingsdenken zien we nog steeds. Is zichtbaar in de hele geschiedenis. Maar ook
nog steeds in ons denken van nu. Denk aan Facebook.
Hierna naar paradigma’s bekijken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauressavanroekel1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.76. You're not tied to anything after your purchase.