1. Wat bestuderen wij?
- EU recht min EU institutioneel recht → dus niet:
- EU instellingen & hun interne werking
- hoe EU recht tot stand komt
- materieel & institutioneel recht zijn niet volledig te scheiden (want mensen gaan altijd vragen wat
hun rechten zijn & waar ze deze kunnen afdwingen) → dus wel:
- soorten EU rechtsinstrumenten verwacht dat je dit kent (zie
- afdwinging & aanvechting van EU recht zelftest op Toledo om te kijken
- relatief gewicht van het materieel en institutioneel recht in de praktijk hoe het met de kennis staat)
- maximaal 5% van de tijd is iemand bezig met institutioneel recht (tenzij
u in zo een instelling gaat werken) & 95% van uw tijd besteedt aan materieel recht
- vreemd is dat men dit aan de universiteit omgekeerd doet
Wat gaan we hier dan wel bestuderen?
landbouw – harmonisatie van wetgeving – ruimte van vrijheid, veiligheid & rechtvaardigheid, incl. migratie –
burgerschap – klimaatbeleid – handelspolitiek – gemeenschappelijk buitenlands & veiligheidsbeleid –
vennootschapsrecht – mededinging – conflicterende wetgeving – consumentenbescherming – cultuur – douane-
unie en het gemeenschappelijk douanetarief – ontwikkelingshulp – economisch en monetair beleid – economische,
sociale & territoriale samenhang – onderwijs, opleiding, jeugdzaken & sport – energie – milieu – EU-begroting –
extern optreden – fraudebestrijding – voedselveiligheid – vrij verkeer van kapitaal – vrij verkeer van goederen –
vrijheid van vestiging – vrij verkeer van personen – vrij verkeer van diensten – mensenrechten – industriebeleid –
informatietechnologie – intellectueel en industrieel eigendom – justitie en binnenlandse zaken – beginselen van EU
recht – visserijbeleid – media – volksgezondheid – publieke aanbesteding – regionaal beleid – regulering van
chemische stoffen (REACH) – onderzoek & ontwikkeling – sociaal beleid – sociale zekerheid voor migrerende
werknemers – ruimte – staatssteun – belasting – toerisme – transport – digitale ontwikkeling
probleem is dat al het bovenstaande materieel recht is → men moet dus een selectie maken, maar hoe
maak je deze?
- methode 1: de 4 vrijheden (doen wat iedereen dus doet)
- methode 2: datgene waaraan de EU zijn geld besteedt → hiervoor kijken naar de begroting:
- het meeste geld naar ‘smart & inclusive growth’: wat is dit?
- economic, social & territorial cohesion (= cohesie-/structuurfondsen : regionale en
sociale ontwikkeling)
- competitiveness for growth and jobs (= alle steun aan research, energie)
- dat wordt gevolgd door ‘sustainable growth: natural resources’ (= landbouw)
→ proberen om daar ook iets over te zeggen
- methode 3: niet spreken over de dingen die in andere vakken al aan bod komen
1
,→ tussenmethode zoeken om alles samen te brengen:
- hoofdzakelijke de 4 vrijheden maar met de vrijheid ‘burgerschap’ erbij
- daarnaast aandacht voor harmonisatie van wetgeving
- sommige elementen zijdelings aan bod laten komen
Het programma
1. algemeen deel
- aflijning + inleiding tot het interne marktrecht
- rol van niet-economische belangen en waarden
2. vier vrijheden
3. geselecteerde beleidsdomeinen (bv. douane-unie, landbouw, beperkende maatregelen zoals
economische sancties)
4. ius commune
- wisselwerking / interactie tussen EU en nationaal materieel recht
- wij denken te veel dat het een eenrichtingsverkeer is (EU gaat ons nationaal recht
opleggen) → maar het omgekeerde is ook waar want het EU-recht komt uit nationaal recht
2. Hoe bestuderen wij dat?
- 80% van het verhaal gaat over rechtspraak HvJ (veel minder aandacht voor wetgeving, soft law,
rechtsleer en casussen)
- reden? is veel gemakkelijker op die manier
- in de praktijk gaat men natuurlijk veel meer bezig zijn met regelgeving
→ belangrijk om te werken met concrete situaties & het is dus ook belangrijk dat u op het examen
een oplossing kan bieden voor concrete problemen
Voorbeeld: ticketverkoop Tomorrowland
- de eerste reeks tickets waren voorbehouden voor Belgen
- is dat wel legaal?
3. Waarom bestuderen we dit?
- economisch = de interne markt is een zwaar gewicht
- we zijn in staat om met relatief weinig mensen een relatief groot product te creëren
- dit is door de Brexit wel wat verslechterd
- juridisch = interne marktrecht + mededingingsrecht
- geen ander soort recht is krachtiger dan dit, zelfs geen Grondwet
- als u uw zin wilt krijgen, dan is dit de beste manier (dit wilt niet zeggen dat dit goed is)
- niet-economisch =
- steeds afweging tussen economische (vrijmaking, vrij verkeer, deregulering) & niet-
economische aspecten (menselijke waardigheid, milieu) → in bijna alle zaken die in dit
vak worden besproken, wordt deze afweging gemaakt
- betwisting of het een te grote of een te kleine rol speelt
2
,4. Eén element van historiek: Europese eenheidsakte (1986)
- een kleine copernicaanse revolutie
- werk van Jacques Delors (laatste krachtige commissievoorzitter)
- heeft de interne markt (EMU) tot gevolg gehad
- als je een eenheidsmarkt wilt maken, dan kan dit op 2 manieren:
- allemaal eengemaakte regels neerschrijven (zeer tijdrovende methode die niet lukte!)
- elkaar vertrouwen en elkaars regels erkennen = wederzijdse erkenning (we gaan een
minimum harmoniseren, en de rest gaan we van elkaar aannemen)
5. Interne markt – basics
= ruimte zonder binnengrenzen, waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en
kapitaal is gewaarborgd en die een regime omvat dat verzekert dat de mededinging niet wordt
verstoord
vrijehandelszone =
- we breken de tarieven af tussen de lidstaten maar we doen niets aan de buitengrens (enkel
binnengrenzen vrijgemaakt)
- is maar een heel beperkte verbetering
- bv. VS heeft bedrag met België waarin product A wordt uitgevoerd van België naar VS,
onderworpen aan een tarief van 5%
- VS heeft een verdrag met Frankrijk waarin product A onderworpen wordt aan een
heffing van 10%
- bij vrijmaken van enkel binnengrenzen gaat Frankrijk een omweg maken naar de VS via
België (eerst zonder tarief naar België en dan van België naar VS tegen 5%)
- kan niet dus oplossing? certificaten van oorsprong (zeggen dat het een Frans goed is en
dus heffing van 10%)
douane-unie =
- meteen deze stap genomen (vrijehandelszone heeft België overgeslagen)
- ook buitentarieven geharmoniseerd (certificaten van oorsprong niet meer nodig)
interne markt =
= aan douane-unie een volledige vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal koppelen
EMU =
= interne markt + een eengemaakt begrotingsbeleid en een eengemaakt monetair beleid
3
, Stappen om casus over interne markt op te lossen
Stap 1. Welke vrijheid?
Welke van de 4 vrijheden is op mijn zaak van toepassing? (sommigen vallen nog in delen uit elkaar)
- goederen (art 28, 30, 34, 35, 36, 37, 110 VWEU)
- personen = natuurlijke en rechtspersonen
- vrije werknemersverkeer (art 45, 46, 48 VWEU) basisartikel
- vrije vestiging (art 49, 51, 52, 54 VWEU)
- diensten (art 56, 57, 58, 62 VWEU)
- kapitaal en betalingen (art 63, 64, 65, 66 VWEU)
- burgerschap van de Unie? (niet zeker dat dit een 5de vrijheid is maar sommigen vinden van wel)
let op!!
- verschil tussen werknemers en vestiging
- werknemer = werkt onder leiding en gezag van iemand
- vestiging = zelfstandigen
- verschil tussen vestiging en diensten (continuüm, niet of of)
- vestiging = meer permanent, vereist meer infrastructuur in het gastland
- dienst = meer tijdelijk, minder infrastructuur in gastland
- diensten formeel als restcategorie (art 57 TFEU) maar… (staat in verdrag maar die wordt niet
toegepast, diensten is de belangrijkste categorie)
geen hiërarchie maar meestal kiest Hof van Justitie 1 vrijheid (op basis van dominantie, terwijl ze dit
soms beter niet doen)
Stap 2. Restrictie? (is er eentje? welk soort?)
principieel verbod gericht aan lidstaten (art 49):
In het kader van de volgende bepalingen zijn beperkingen van de vrijheid van vestiging voor
onderdanen van een lidstaat op het grondgebied van een andere lidstaat verboden…
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller janaboon. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.19. You're not tied to anything after your purchase.