Ik heb de lessen allemaal samengevat. Alle noodzakelijke informatie die de prof vermeld heb ik in dit document vermeld. Ik was erdoor in eerste zit dankzij deze samenvatting.
Internationaal recht I:
Definitie Int. recht: Internationaal (publiek) recht regelt de verhouding tussen staten.
- Soms ook organisaties, volkeren, individuen..
Bv. De liberalisering van de wereldhandel = internationaal recht
Internationaal zeerecht = subdomein internationaal recht
Bv. Een Belg huwt met een Chinees = geen internationaal recht
Ontstaan Int. Recht: Je hebt staten nodig om te spreken van het internationaal recht.
1648 – PERIODE VAN CONSOLIDERING IN EUROPA Begin van de moderne staten.
De staten waren nog niet soeverein. De paus heeft hier nog steeds bepaalde rechten. Er ontstaan veel
godsdienstoorlog tussen katholieken en protestanten.
Verdrag van Westfalen 1648: einde godsdienstoorlogen. Nieuwe staten gaan creëren en de
katholieken gaan niet meer de dominante godsdienst zijn met als gevolg dat Paus rechten verliest. =
1648 is de geboortedatum van het internationaal recht. Hierdoor ontstaan er soevereine staten.
er is een periode van consolidering: sommige staten onderwerpen zich nog aan het gezag van de
paus, gaat geleidelijk aan veranderen.
Int recht heeft een eurocentrisch karakter, eerst om de relaties te regelen tussen 10 Europese staten
(concert of nations = voornamelijk Europese staten), maar is gegroeid naar een staten gemeenschap
met een 200-tal.
BEGIN 20E EEUW – VERANDERING MET NIEUWE CONCEPTEN
Russische Revolutie: doen ontstaan van socialisme, communistische staten – hebben andere visie op
recht. De allereerste keer dat internationaal recht door andere ideeën wordt beïnvloed. Confrontatie
met een nieuw/ander soort denken. = communisme/marxisme
2E HELFT 20E EEUW – DEKOLONISERING
Streven naar onafhankelijkheid. Dekolonisering geeft aanleiding tot een hele reeks schendingen van
mensenrechten.. leiden tot de dekoloniseringsbeweging (1950/1960) en waar een hele reeks staten
onafhankelijk worden, met als gevolg dat men opnieuw een golf krijgt van niet-Westerse staten die
deel uitmaken van de internationale gemeenschap.
KOUDE OORLOG (1950 TOT EIND JAREN 1980) – OOST – WEST CONFRONTATIE
1989 is het einde van de koude oorlog, het afbreken van de muur. Dit heeft het Int. recht sterk
veranderd, hierdoor werkt het int. recht beter dankzij bepaalde basisbeginselen. (beter functioneren
van de veiligheidsraad). Heel veel zaken veranderen omdat je met een andere context zit. De koude
oorlog leidt ook tot het creëren van nieuwe staten buiten Europa.
Men spreekt in verdragen eerst van Co-existentie =staten zijn gelijk en bestaan naast elkaar.
- Men gaat uiteindelijk overgaan naar coöperatie = Ze gaan over van naast elkaar leven naar
samenwerken. Men gaat zich meer en meer bezig houden met gemeenschappelijke uitdagingen
omdat men de zaken niet meer alleen kan oplossen.
periode van industriële revolutie: toont aan dat men nood heeft aan int. recht. Men moet
internationale organisaties gaan creëren, internationale handel, afspraken rond afzetgebieden of
bepaalde rivieren zodat er handel kan worden gevoerd. (bv. Afspraken maken met andere landen
om producten in te voeren in andere landen)
Ontstaan internationale organisaties: In de 19e E ontstaan internationale organisaties om afspraken
met elkaar te maken.
,intergouvernementele organisatie VS supranationale organisatie: Supranationale organisatie kan
bindend optreden, waarbij staten de regels moeten volgen. VS intergouvernementele organisaties zijn
slechts advies gevend.
Verschil nationaal recht en internationaal recht: de internationale rechtsorde werkt eerder
horizontaal en gedecentraliseerd t.o.v. de nationale rechtsorde. Bij de nationale rechtsorde is er sprake
van een hiërarchie en centralisatie.
Basiskenmerken internationaal recht
1. gedecentraliseerd en horizontale werking
2. Consensualisme
- De staten in het int recht beslissen zelf aan welke regels ze zich onderwerpen. Als de staat zich
niet wil onderwerpen aan dat recht dan is dat recht niet van toepassing op die staat.
Uitzondering Ius cogens: Hier beslissen de staten zelf niet of ze zich al dan niet onderwerpen, die
regels staan hoger dan het internationaal recht. Bindend voor de staten ookal geven de staten hier
hun instemming niet voor. Hiërarchisch hoger, boven int recht.
3. Afwezigheid centrale wetgever:
- Er is geen wetgever die zegt wat het recht is. Het zijn de staten zelf die op een gedecentraliseerde
wijzen gaan bepalen wat recht en de wetgeving is. Rechtsonderhorigen zijn zelf wetgevers en
dienen te bepalen wat recht is.
- Er is een horizontale werking
4. Afwezigheid van een centrale rechter:
- Staten maken gebruik van diplomatieke regeling om dispuut op te lossen vooraleer men naar een
hof trekt.
- Ondanks internationale hoven en tribunalen, is de regel dat deze onbevoegd zijn. De hoven
moeten bevoegd gemaakt worden. Men onderwerpt zich wanneer men dit wil.
- zonder toestemming zijn internationale rechtsinstanties onbevoegd. Er is geen verplichte
rechtsmacht
5. Afwezigheid centrale instantie voor rechtshandhaving :
- Nationaal recht: politie die ervoor zorgt dat het recht gerespecteerd wordt.
- Internationaal recht: het zijn de staten zelf die via verschillende methoden zelf de regels gaan
accepteren of middelen gaan gebruiken om anderen te verplichten om de internationale
rechtsregels te respecteren.
o Retorsie: geen schending maar onvriendelijke daad begaan met de boodschap naar de andere
staat toe, om te proberen de staat terug aan het int recht te onderwerpen, om het int. recht zo
terug te laten respecteren. Als staat A het recht schendt dan gaat Staat B daarop reageren met een
onvriendelijke daden (bv. Ambassadeur in bepaalde staat terugroepen)
o represailles: Hier ga je zelf als reactie op een schending van het int recht het int recht gaan
schenden om zo te proberen dat de eerste staat het int recht gaat respecteren. Indien Staat A een
recht schendt dan gaat Staat B reageren door ook het recht schenden, dit is toegelaten in het int
recht om zo aan te tonen dat de eerste staat zich moet herzien.
Wisselwerking/samenwerking int. recht en nationaal recht: nationale en int: rechtsorde moeten
samenwerken= monisme en dualisme, omzetting naar nationaal recht is noodzakelijk. Internationaal
recht heeft nationaal recht nodig om het recht te laten doorwerken op nationaal niveau.
,Hoofdstuk 2.: SUBJECTEN INTERNATIONAAL RECHT
1. Rechtssubjecten
Wat zijn rechtssubjecten in het internationaal recht
- Volwaardige/belangrijkste actoren die rechten/ plichten hebben in het internationaal recht. Ze
beschikken over de volledige rechtspersoonlijkheid.
- Doordat die rechtssubjecten rechtspersoonlijkheid hebben, kunnen ze deelnemen aan verdragen,
zaken afdwingen, aansprakelijk worden gesteld. Ze kunnen rechten gaan afdwingen.
Verschillende rechtssubjecten in de internationale rechtsorde:
- Staten: volle rechtspersoonlijkheid, dit zijn de belangrijkste rechtssubjecten.
- Niet statelijke collectieve actoren; beperkte rechtspersoonlijkheid.
o Paus (heilige stoel) = hoofd katholieke kerk
o Bepaalde steden/gebieden
o Bevrijdingsbewegingen (Palestijnse PLO)
o Opstandelingen (beperkte rechtspersoonlijkheid)
o Volkeren
o Internationale organisaties (supranationale organisaties rechtspersoonlijkheid, heel uitzonderlijk
intergouvernementele organisaties ook)
o Individuen: gewone mensen met rechten en plichten
Internationale gemeenschap = geen rechtssubject want ze hebben geen rechtspersoonlijkheid.
Reparation for injury case: diplomaat van de VN vermoord in Israël, en ze vroegen zich af of de VN
rechtspersoonlijkheid heeft, want enkel dan konden ze Israël aansprakelijk stellen.
- Advies van int. gerechtshof: Ze zeggen dat je een onderscheid moet maken tussen staten en andere
rechtssubjecten, aangezien ze niet over dezelfde rechten beschikken.
INDIVIDUEN : beperkte mate ook rechtspersoonlijkheid hebben in het internationaal recht. Wij
hebben rechten en plichten en als deze niet gerespecteerd of nagekomen worden beschikken wij over
de mogelijkheid om ergens een eis in te dienen/verhaal te krijgen. Als wij die plichten niet nakomen
kunnen wij aansprakelijk worden gesteld voor het schenden van internationaal recht.
STATEN: Volwaardige subjecten, de oorspronkelijke subjecten die over de volle
rechtspersoonlijkheid beschikken. Beschikken over alle rechten in het int. recht terwijl andere
rechtssubjecten over veel beperktere rechten beschikken.
Wat is een staat?
Een staat= gezag eenheid over een bevolking die op een bepaald grondgebied woont.
Vb. Arbitrage zaak tussen Duitsland en Polen: Duitsland bedrijf dat in Rusland ligt, maar Russisch
grondgebied wordt Pools grondgebied en Polen eigent zich de fabriek toe, Dui komt op in belang
van het Duitsland bedrijf en gaan naar arbitrage hof. Duitsland had Polen toen nog niet erkend.
Arbitragetribunaal: Een staat bestaat enkel als er een overheid is die overheidsgezag uitoefent over
bevolking die op dat grondgebied leeft.
Vb: Montevideo verdrag: verdrag tussen Amerikaanse staten => doel: rechten en plichten van de
staten op papier te zetten. Verdrag zegt dat er 4 voorwaarden zijn om te kunnen spreken van een
staat: bevolking + afgebakend grondgebied + overheid + vermogen om als staat in relatie te treden
met andere staten en samen te werken. (art 1: wat is een staat)
Kenmerken van een staat
1. Grondgebied
2. Bevolking
3. Gezag
, 2.1.1 GRONDGEBIED
Een staat moet een grondgebied hebben waar de staat exclusieve bevoegdheden heeft. Wanneer het
grondgebied verdwijnt is er geen sprake meer van een staat.
- Tot grondgebied behoort: lucht, water, ondergrond, territoriale zee, luchtruim,…
- Grootte van het grondgebied speelt geen rol + ‘t grondgebied van een staat is ook niet exact
bepaald (kunnen soms geschillen zijn tussen staten over de grenzen) bv. Zaak Libië-Tsjaad: Hof
bevestigd dat een principe van de stabiliteit van de grenzen bestaat.
North Sea continental Shelf Case: conflict over de afbakening van het continentaal plat (veel
grondstoffen hier) tussen Ne en Dui + Dui en Denemarken. Het internationaal gerechtshof zegt dat
er een splitsing op billijke wijze moet komen.
I. GRENZEN
Er zijn twee oplossingen mogelijk om grenzen vast te leggen:
1. De twee staten komen tot een overeenkomst/ afspraken tussen staten (met een verdrag).
2. Uti possedetis beginsel
oplossing 2 mag niet: je moet geschillen op vreedzame wijze oplossen, er mag geen geweld
gebruikt worden om de grenzen vast te stellen. (Art. 2 VN- handvest). Er is dus een verbod om
geweld te gebruiken.
a. AFSPRAKEN TUSSEN STATEN (VIA OVEREENKOMST = VERDRAG)
De twee staten komen tot een overeenkomst, via afspraken. Bijvoorbeeld op vredesconferenties
Dit kan een conferentie zijn, hier mag geen geweld gebruikt worden. Dit zou in strijd zijn met een
aantal beginselen van het internationaal recht. Van toepassing voor zowel grenzen als grondgebied.
Het verbod op het gebruik van geweld, in strijd met het beginsel van onschendbaarheid van grenzen
indien men de grenzen via gebruik van geweld zou wijzigen, dit is een regel van internationaal
gewoonterecht en kan bevestigd worden door een aantal instrumenten.
Dit wordt bevestigd in:
- Slotakte van Helsinki (basisbeginsel ¾): Akte gesloten tijdens de koude oorlog om de rechten
van Oost en West Europa vast te leggen met de bedoeling om naar de toekomst toe een stabiliteit
te creëren in Europa. Vaak wordt hiernaar verwezen als men wil weten of een beginsel een
gewoonterechtelijk karakter heeft, gezien hierin de basisbeginselen zijn geschreven. Een van die
basisbeginselen (3/ 4): de onschendbaarheid van de grenzen, met daaraan gekoppeld de territoriale
integriteit en het verbod op gebruik van geweld.
- Resolutie algemene vergadering 26/25= Deze regels opgesteld door de VN die normaal niet
bindend zijn maar louter aanbevelingen, dit wordt bindend omdat het beschouwd wordt als
gewoonterecht. gemaakt in de context van de 25e verjaardag van de VN met de bedoeling aan te
tonen wat de bijdrage was van de VN in het creëren van nieuw int recht. Er wordt expliciet
opgenomen dat geen geweld kan gebruikt worden om grenzen vast te leggen.
b. GEEN afspraak = UTI POSSEDETIS BEGINSEL
Ontwikkeld in het kader van de onafhankelijkheid in de staten van Latijns-Amerika. Ze laten zich
inspireren om onafhankelijk te worden van Spanje of Portugal. Ze hebben één gemeenschappelijke
vijand: Spanje en de Spaanse kolonies.
gevolg: men gaat gebruik maken van geweld om onafhankelijk te worden. Zij slagen erin de
Spaanse troepen te verslagen en roepen de onafhankelijke staat uit. De vraag stelt zich dan hoe en
waar men de grenzen moet bepalen. Uiteindelijk slaagt men daar niet in en men ziet dat er
spanningen ontstaan. Men moet dus afspraken gemaakt worden over het bepalen van de grens,
anders beginnen zij elkaars vijand te worden om die nieuwe grens te bepalen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zocaron. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.16. You're not tied to anything after your purchase.