100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Diversiteit Hogeschool NTI leerjaar 2 $8.07   Add to cart

Summary

Samenvatting Diversiteit Hogeschool NTI leerjaar 2

1 review
 72 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is de samenvatting van het examen diversiteit van de Hogeschool NTI. Het vak diversiteit wordt in het tweede jaar gegeven. In de samenvatting staat het gehele boek diversiteit in de samenleving en het gehele boek interculturele samenwerking in organisaties.

Preview 4 out of 101  pages

  • No
  • Unknown
  • February 8, 2021
  • 101
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: omayvic • 2 year ago

avatar-seller
Samenvatting diversiteit


Deel 1: Theoretische beschouwingen

Hoofdstuk 3: Het ontstaan van de diverse samenleving in de Nederlandse en Belgische context

In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan het ontstaan van diversiteit door te kijken naar drie
verschillende groeperingen of minderheden in de Belgische en Nederlandse samenleving.

Minderheden: iedere samenleving bestaat uit tal van (etnische) bevolkingsgroepen. Een minderheid
zou in dit kader zijn de groepering die weinig macht heeft en vaak gediscrimineerd wordt.



3.1. Immigratieprocessen in Nederland en België in de 20ste eeuw

Processen van migratie zijn van alle tijden en maken deel uit van overlevingsstrategieën van
individuen en groepen mensen. Zonder migratie, de voortdurende zoektocht naar een betere
leefomgeving, was de mensheid al eeuwen geleden uitgestorven.

Het concept migratie gaat vaak gepaard met de termen ‘natiestaat’ en ‘grenzen’. Grenzen die een
bepaald grondgebied afbakenen, waarbinnen vervolgens bepaalde wetten en regels worden
afgesproken die de burgers dienen in beschermende zin, maar ook in controlerende zin. Daarnaast
staat de natiestaat voor ‘sense of beloning’.

Migratie zou je volgens Jessurun als volgt kunnen duiden: ‘Het permanent verwisselen van vaste
verblijfplaats van individuen en/of groepen binnen een groter geografisch gebied dan de
geboortestreek’. Migratie kan vrijwillig, semivrijwillig en onvrijwillig zijn.

Vrijwillige migratie is het permanent verwisselen van vaste verblijfsplaats door huwelijk,
gezinshereniging, of behoefte aan verandering.

Bij semivrijwillige migratie migreert iemand vanwege gebrek aan werk of toekomstperspectief, uit
onvrede met de bestaande situatie in zijn land.

In het geval van asielzoekers en vluchtelingen spreekt Jessurun (2010) van onvrijwillige migratie:
men wordt gedwongen om zijn/haar eigen land te verlaten omdat er dreiging heerst, politiek dan wel
anderszins.

Migratie kan in het geval van vrijwillige migratie een individuele beslissing zijn (microniveau). Toch
wordt de beslissing beïnvloed door demografische, economische en/of sociologische factoren
(macroniveau).

,Er zijn drie benaderingen die helpen migratie te verklaren:

1. De klassieke economische ontwikkelingstheorie verklaart migratie van landen met een laag
inkomen naar landen met een hoger inkomen. Push- en pullfactoren regelen de
migratiestromen: ‘push’-factoren zijn het gebrek aan economische ontwikkeling of
perspectief op het werk, of politieke repressie. ‘Pull’-factoren zijn de factoren die de migrant
trekken naar het land van aankomst, zoals werkgelegenheid, politieke, religieuze en seksuele
vrijheid naast een persoonlijk netwerk.
2. De historisch-structurele benadering beschrijft migratie als mobilisatie van goedkope
arbeiders naar de rijke landen. Het gaat hierbij om de ongelijke verdeling van economische
en politieke macht tussen landen in de wereld.
3. De migratiesysteemtheorie benadert migratie op zowel micro-, als meso-, als macroniveau.
Migratie wordt in deze theorie systemisch benaderd a.d.h.v. gedeelde geschiedenis van
landen.



Na de Tweede Wereldoorlog en tot het eind van de 20 ste eeuw wordt er in Nederland onderscheid
gemaakt tussen drie groepen migranten:

1. Migranten afkomstig uit de oude koloniën
2. Arbeidsmigranten uit het mediterrane gebied
3. Asielzoekers en vluchtelingen

Deze drie migratiestromingen hebben van Nederland een immigratieland gemaakt, dat wil zeggen
een land waarin het aantal mensen dat immigreert hoger is dan het aantal mensen dat emigreert.

Als gevolg van de koloniale oorlog en de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 kwamen naar
schatting rond de 300.000 mensen tussen 1946 en 1962 naar Nederland.

Een tweede groep migranten die vanuit de Indonesische koloniën naar Nederland zijn gekomen, zijn
de Molukkers. Na het beëindigen van de oorlog met Indonesië, konden de Molukse soldaten met
hun gezinnen in 1951 naar Nederland komen. In totaal ging het om ongeveer 12.500 mensen.

In tegenstelling tot Indonesië, bleef Suriname een Nederlandse kolonie tot 1975. De immigratie van
Suriname naar Nederland nam toe in de periode net voor de onafhankelijkheid (1973-1975) tot de
overgangsregeling afliep en er een visumplicht werd ingevoerd. In deze hele periode tussen 1970 en
1979 kwamen er ongeveer 300.000 Surinamers naar Nederland.

Een laatste groep migranten afkomstig uit de oude koloniën zijn de Antillianen en Arubanen. Tussen
1970 en heden kwamen er in de eerste plaats vooral studenten, gevolgd in de jaren 1990 door vooral
laaggeschoolde jonge mannen, mannen van middelbare leeftijd en alleenstaande moeders.



Het leven in Nederland en Europa had voordelen en veel van deze migranten, merendeels mannen
van wie het gezin was achtergebleven in het land van herkomst, dachten aan permanente vestiging
in Nederland. De gastarbeiders werden immigranten. De eerste aanvragen voor gezinshereniging
werden gedaan. Naast deze gezinsherenigingen is er ook vanaf de jaren 70 sprake van
gezinsvorming: in Nederland opgegroeide allochtone jongeren trouwen met een partner uit
bijvoorbeeld Marokko of Turkije. Tot op de dag van vandaag komen velen van de nieuwkomers uit
deze landen in het kader van deze vorm van migratie.

,In 1983 kwam de regering met de eerste maatregelen, die gericht waren op de verbetering van de
rechtspositie van de nieuwkomers, de maatschappelijke participatie en het aanpakken van de sociale
en economische achterstand.

In 1989 wordt echter vastgesteld dat dit overheidsbeleid voor het merendeel van deze nieuwkomers
geen verbetering aan hun positie had opgeleverd. Vanaf dat moment wordt in het overheidsbeleid
de nadruk gelegd op twee aspecten:

1. Het vinden van werk, als middel om de integratie te bevorderen;
2. Het ontwikkelen van educatieve programma’s en verschillende maatregelen voor
nieuwkomers, om nieuwkomers te helpen integreren.

Als gevolg van deze maatregelen kwam in 1996 het inburgeringsprogramma tot stand.

Het migratiebeleid van de jaren 80 en 90 is uitgevoerd in het kader van wat benoemd is als de
multiculturele samenleving. Dit was een beleidsfilosofie waarin de verschillende leden van een
samenleving en de verschillende culturen op een gelijkwaardige manier naast elkaar bestaan. Binnen
de ideale multiculturele samenleving wordt er ruimte gegeven aan de gewoontes en tradities van de
verschillende bevolkingsgroepen.

De multiculturele samenleving, die niet begrepen kan worden zonder de Nederlandse
verzuilingstraditie in acht te nemen, is een navolging van het definiëren van de migranten als
etnische minderheden.

Naast deze nieuwe burgers heeft Nederland aan het eind van de 20 ste eeuw ook nieuwe migranten
ontvangen als gevolg van het Verdrag van Schengen van 1992. Dit was een overeenkomst tussen de
EU-landen om het vrije verkeer van personen, goederen en kapitaal mogelijk te maken.

Ten slotte moeten we niet vergeten dat er ook in Nederland ongedocumenteerde mensen verblijven.
Dit zijn o.a. vreemdelingen wier verblijfsvergunning is verlopen, stateloze mensen, uitgeproduceerde
asielzoekers of gescheiden vrouwen die geen onafhankelijke verblijfsvergunning hebben gekregen.

In 1973 besloot de Belgische regering om de werving van arbeidsmigranten te stoppen. Net als in
andere Europese landen besloten veel gastarbeidermigranten in België om zich permanent in hun
gastland te vestigen. Ze hadden vaak een partner en kinderen in het land van herkomst, en een groot
deel van hen liet zijn gezin naar België komen. De eerste gezinsherenigingen vonden plaats. Een
andere logische stap voor veel migranten was om op zoek te gaan naar een partner in het land van
herkomst. Deze zogenoemde gezinsvorming is een andere vorm van volgmigratie.



3.2. Asiel in Nederland en België

Het Verdrag van Genéve, ofwel het vluchtelingengedrag, in 1951 ondertekend door ruim 100 landen,
was gericht op de vluchtelingen als gevolg van de Tweede Wereldoorlog. Het verdrag is van
toepassing op iedere persoon die als vluchteling wordt gezien. Het verdrag definieert een vluchteling
als: een persoon die het thuisland ontvlucht en asiel aanvraagt in Nederland of België, is in de eerste
instantie asielzoeker. Pas daarna kan, na onderzoek, aan deze persoon de status van vluchteling
worden toegekend volgens het verdrag van Genéve.

, 3.3.Diversiteit in de 21ste eeuw

Migratie heeft in de 21ste eeuw niet alleen een ander gezicht gekregen, het is ook complexer en
diverser geworden. Eén op de vijf inwoners in Nederland heeft een migratieachtergrond.

De jaren 1980 en 1990 en het begin van de huidige eeuw worden getypeerd door de groei van de
zogenoemde tweede- en derdegeneratieallochtonen in Nederland en België. Dit zijn de kinderen en
kleinkinderen van de arbeidsmigranten en migranten afkomstig uit de oude koloniën uit de jaren 60
en 70 die in Europa geboren zijn.

In de nieuwe terminologie van de overheid spreken we tegenwoordig van nieuwe Nederlanders of
nieuwe Vlamingen, of van Surinaamse Nederlanders, Amerikaanse Belgen of Marokkaanse
Vlamingen. Daarnaast hebben we de gastarbeider uit de Centraal- en Oost- Europese landen.

Globalisering kan in termen van Blom (2015) gedefinieerd worden als ‘de toenemende internationale
vervlechting van de economische en sociale relaties’. Het is een proces van economische, politieke en
culturele integratie waarin producten, goederen en mensen zich steeds gemakkelijker kunnen
verplaatsen.

De opkomst van een geglobaliseerde wereld kan niet begrepen worden zonder te kijken naar de
impact van de nieuwe informatietechnologie. Het internet, of het openbare netwerk van computers,
toegankelijk in bijna alle landen in de wereld, heeft de communicatie tussen mensen en concreet
tussen migranten radicaal veranderd.

De toenemende interconnectiviteit van migranten met hun geboorteland heeft als gevolg dat steeds
meer mensen niet langer door één nationaliteit of identiteit kunnen worden gedefinieerd. In dit geval
spreken wij van transnationaliteit.

Een ander sociologisch concept dat helpt om de diversiteit in de 21 ste eeuw te verklaren is het
concept van transmigratie. Transmigratie verwijst, in termen van Schrooten, naar de ‘complexe
patronen van meervoudige migratie’. Dat betekent dat een migrant niet alleen een transnationaal
netwerk heeft, maar ook contacten in verschillende landen behoudt en onderhoudt. De transmigrant
volgt een migratiepatroon dat hem van het ene land naar het andere voert. Dit migratiepatroon heet
ook wel diaspora. De groep is dan dusdanig groot dat men niet iedereen meer kent binnen de groep,
dit wordt geduid als imagined communities. Hierbij is het weer onderdeel uitmaken van de groep
belangrijk.

Deze nieuwe en steeds complexere en wisselende migratiestromen, die aansluiten bij de effecten
van globalisering en de nieuwe informatietechnologieën, leiden tot een toename in de diversiteit.
Steven Vertovec verklaarde in 2005 deze toename aan de hand van de term superdiversiteit.

Toenemende diversiteit in West-Europa leidt tot een groeiende diversiteit binnen de verschillende
etnische groepen. Etniciteit of nationaliteit is dus slechts één van de elementen om diversiteit te
analyseren.



3.4.Emancipatiebewegingen

De verschillende samenlevingen in Europa en de wereld zijn op een patriarchale manier
georganiseerd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annesaarberg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.07. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.07  3x  sold
  • (1)
  Add to cart