100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Ontwikkelingspsychologie samenvatting + engelse begrippen $3.79   Add to cart

Summary

Ontwikkelingspsychologie samenvatting + engelse begrippen

1 review
 27 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Bondige samenvatting van de 5e druk van ontwikkelingspsychologie van Robert S. Feldman.

Preview 4 out of 41  pages

  • Yes
  • February 8, 2021
  • 41
  • 2016/2017
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: xennafrans02 • 2 year ago

avatar-seller
Deel 1: De ontwikkeling van het kind

Hoofdstuk 1
Ontwikkelingspsychologie  de wetenschappelijke studie naar de groei, verandering en stabiliteit
van conceptie tot ouderdom.

Fysieke ontwikkeling  invloed van het lichaam op ons gedrag.

Cognitieve ontwikkeling  hoe het gedrag wordt beïnvloed door groei en veranderingen in
intellectuele vermogens.

Sociale ontwikkeling  manier waarop de interacties van mensen en hun sociale relaties in de loop
van hun leven groeien, veranderen en stabiel blijven.

Persoonlijkheidsontwikkeling  stabiliteit en veranderingen in de eigenschappen die de ene persoon
van de andere onderscheiden.

Globale leeftijdsgroepen:

- Prenatale periode (conceptie tot geboorte)
- Baby- en peuter tijd (geboorte tot 3 jaar)
- Kleutertijd (3 tot 6 jaar)
- Schooltijd (6 tot 12 jaar)
- Adolescentie (12 tot 20 jaar)

- Baby  0 tot 1,5 jaar
- Peuter  1,5 tot 4 jaar
- Kleuter  4 tot 6 jaar
- Schoolkind  6 tot 12 jaar
- Puber  12 tot 16 jaar
- Adolescent  16 tot 21 jaar

Dit zijn sociale constructies, het hangt af van de maatschappij en de cultuur op een bepaald
moment, in welke groep je valt. Het gaat over gemiddelden.

Cohort  groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek is geboren. Lidmaatschap aan
een cohort onderwerpt mensen aan invloeden die betrekking hebben op historische
gebeurtenissen, leeftijdsgebonden gebeurtenissen, socioculturele gebeurtenissen en niet –
normatieve gebeurtenissen.

Normatieve gebeurtenissen kunnen biologisch, sociaal of cultureel bepaald zijn.

- Historisch bepaalde invloeden  biologische invloeden en omgevingsinvloeden die
verbonden zijn aan een specifiek historisch moment.
- Leeftijdgebonden invloeden  biologische invloeden en omgevingsinvloeden die gelijk zijn in
een bepaalde leeftijdsgroep, ongeacht waar of wanneer ze opgroeien.

, - Normatieve invloeden  leiden tot conformiteit (verbuiging), omdat mensen de gevolgen
van afwijkend gedrag vrezen.
- Niet – normatieve invloeden specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van
een specifiek persoon op een tijdstip dat zulke gebeurtenissen de meeste andere mensen
niet overkomen.

Waarnemers probeerden in babybiografieën de groei van een kind bij te houden.
Eind 18e begin 19e eeuw  onderwijs universeler aanwezig, kinderen niet meer als goedkope
arbeidskrachten gezien.
Eerste helft 20e eeuw  grootschalige, systematische en langdurige onderzoeken naar kinderen en
naar hun ontwikkelingen tijdens de rest van hun leven.



Verschillende vraagstukken:

- Continue verandering vs. Discontinue verandering
o Continue  nieuwe vaardigheden vloeien automatisch voort uit bestaande
prestaties. Is kwantitatief.
o Discontinue  elk stadium levert gedrag op dat kwalitatief anders is dan gedrag in
eerdere stadia. Er is sprake van sprongetjes vooruit.
o Meeste ontwikkelingspsychologen zijn erover eens dat beide soorten veranderingen
naast elkaar bestaan.
- Invloed van omgeving
o Er is sprake van kritieke perioden wanneer de aanwezigheid van bepaalde soorten
omgevingsstimuli noodzakelijk is voor een normale ontwikkeling, of wanneer
blootstelling aan bepaalde stimuli abnormale ontwikkeling tot gevolg heeft. De
consequenties zijn dus permanent.
o Plasticiteit  de mate waarin een zich ontwikkelend gedragspatroon of fysieke
structuur kan worden gewijzigd.
o Gevoelige periodes  hierin zijn organismen extra ontvankelijk voor bepaalde
soorten stimuli in hun omgeving.
- Levensloopmodel vs. Focus op specifieke perioden
o Vroeger: meeste aandacht naar babytijd en adolescentie.
o Nu: hele periode van conceptie tot en met adolescentie van belang. Er is in elk
levensstadium sprake van ontwikkelingsgroei en –verandering. Om sociale invloeden
op kinderen van een bepaalde leeftijd te kunnen begrijpen, moeten we de mensen
begrijpen die grotendeels verantwoordelijk zijn voor die invloeden  ontwikkeling
van baby’s vloeit gedeeltelijk voort uit ontwikkeling van volwassenen.
- Nature en nurture
o Nature  eigenschappen, vermogens en capaciteiten die mensen van hun ouders
erven.
o Nurture  omgevingsinvloeden die ons gedrag beïnvloeden.
 Biologische invloeden (drank & drugs tijdens zwangerschap)
 Maatschappelijke invloeden (economische omstandigheden)
 Sociale invloeden (opvoeding)

, - Gevolgen voor opvoeding van kinderen en voor sociaal beleid
o Interactie tussen genetische factoren en omgevingsfactoren is complex.

Hoofdstuk 2
Perspectieven bij kijken naar kinderen:

- Psychodynamisch perspectief (Freud)
o Gedrag wordt gemotiveerd door innerlijke krachten, herinneringen en conflicten
waarvan een persoon zich nauwelijks bewust is en waarover hij weinig controle
heeft. Deze innerlijke krachten blijven iemands gedrag gedurende zijn hele leven
beïnvloeden.
o Psychoanalytische theorie van Freud  onbewuste krachten zijn bepalend voor
iemands persoonlijkheid en gedrag.
o Elke persoonlijkheid heeft 3 aspecten:
 Het id  primitieve, ongeorganiseerde, aangeboren deel dat aanwezig is bij
de geboorte.
 Het ego  rationele en redelijke deel. Vormt een buffer tussen echte wereld
om ons heen en het primitieve id.
 Superego  vertegenwoordigd iemands geweten.
o Psychoseksuele ontwikkeling  kinderen doorlopen een aantal fasen van genot , of
bevrediging, telkens met een ander deel van het lichaam. Wordt geassocieerd: mond
 anus  genitaliën. Als iets misgaat in een bepaalde fase kan dit leiden tot fixatie
 gedrag dat in een eerdere ontwikkelingsfase is blijven steken als gevolg van een
onopgelost conflict.
o Erikson: mensen worden zowel gevormd als belemmerd door hun samenleving en
cultuur.
o Psychosociale ontwikkeling  omvat veranderingen in de manier waarop we
aankijken tegen onze interacties met anderen, tegen het gedrag van anderen en
tegen onszelf als leden van de maatschappij.

- Behavioristisch perspectief (Watson)
o Bestuderen de mens volledig van buitenaf, met nadruk op direct waarneembare
feiten: de effecten van mensen, voorwerpen en gebeurtenissen op gedrag. Nature is
belangrijker dan nurture.
o Klassieke conditionering (Pavlov)
 Wanneer een organisme op een bepaalde manier leert reageren op een
neutrale stimulus.
o Operante conditionering (Skinner)
 Vorm van leren waarbij een vrijwillige respons versterkt of verzwakt wordt
doordat die respons wordt geassocieerd met positieve of negatieve
consequenties.
 Bekrachtiging  stimulus aangeboden  kans vergroot dat eerder gedrag
wordt herhaald.

,  Straf  introductie van onplezierige of pijnlijke stimulus of de verwijdering
van een wenselijke stimulus  kans kleiner dat eerder gedrag in de
toekomst wordt herhaald.
 Gedragsmodificatie  formele techniek om frequentie van gewenst gedrag
te verhogen en frequentie van ongewenst gedrag te verlagen.
o Sociaal-cognitieve leertheorie (Bandura)
 Nadruk op leren door observeren van het gedrag van een ander persoon,
een model.
 Leren volstrekt zich in 4 stappen:
 Waarnemer moet meest cruciale aspecten van het gedrag van een
model bewust waarnemen.
 Waarnemer moet zich het gedrag kunnen herinneren.
 Waarnemer moet het gedrag accuraat kunnen reproduceren.
 Waarnemer moet gemotiveerd zijn om het gedrag te leren en uit te
voeren.

- Cognitief perspectief
o Richt zich op de processen die mensen in staat stellen de wereld te leren kennen, te
begrijpen en ervoer na te denken.
o Cognitieve ontwikkelingstheorie van Piaget
 Alle mensen doorlopen in een vaste volgorde een reeks universele cognitieve
ontwikkelingsstadia.
 Kwantiteit en kwaliteit van informatie nemen in elk stadium toe. Handelen
gaat vooraf aan begrijpen.
 Schema’s  georganiseerde mentale patronen die bepaalde gedragingen of
acties vertegenwoordigen.
 Adaptie (manier waarop kinderen reageren op en zich aanpassen aan nieuwe
informatie) van kinderen kan door 2 basisprincipes worden verklaard:
 Assimilatie  proces waarbij mensen een ervaring interpreteren
binnen hun huidige cognitieve ontwikkelingsstadium en denkwijze.
 Accommodatie  veranderingen in bestaande manieren van denken
in reactie op nieuwe stimuli of gebeurtenissen.
 Assimilatie en accommodatie zorgen samen voor onze cognitieve
ontwikkeling.
 Mening:
 Sommige cognitieve vaardigheden manifesteren zich duidelijk eerder
dan Piaget dacht.
 Volgens Piaget volstrekt groei zich in 4 aparte stadia waarin de
kwaliteit van de cognitie per stadium verschilt. Veel
ontwikkelingsonderzoekers menen echter dat groei veel meer een
continu proces is.
o Informatieverwerkingstheorie
 Alternatief voor Piagetaanse theorie.
 Proberen te achterhalen op welke manieren mensen informatie coderen,
opslaan en terughalen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dewiromana. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77988 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.79  2x  sold
  • (1)
  Add to cart