Fysiologie Hoorcollege 1 – Inleiding en zenuwstelsel
MOA Fysiologie:
- 4 hoorcolleges
- 1 responsiecollege →vragen van tevoren sturen
- Oefenvragen op OnderwijsOnline
Zenuwstelsel in het algemeen
Hormoonstelsel
Sensorisch stelsel
Motorisch stelsel →per college 6 of 7 vragen
Algemene functies van het zenuwstelsel
Organisatie / Regulatie / Coördinatie: zenuwstelsel aansturen
Sensorische input : alles wat binnenkomt
Verwerking; in grote hersenen of hersenstam
Motorische output: spier gaat daadwerkelijk samenspannen of glad spierweefsel tot uiting
Anatomische indeling zenuwstelsel
Centrale zenuwstelsel
- Binnen benig omhulsel
- Grote hersenen, kleine hersenen, tussenhersenen én ruggenmerg
Perifere zenuwstelsel
- Buiten benig omhulsel
- Hersenzenuwen, zenuwen in arm én zenuwen naar mandibularis
Functionele indeling zenuwstelsel
Vegetatieve zenuwstelsel (autonoom)
- Sympaticus (rust) & Parasympaticus (actie)
- Wisselwerking binnen het individu
- Niet onder invloed van onze wil
Animale zenuwstelsel (willekeurig)
- Wisselwerking in het individu en de omgeving
- Betrokken bij het waarnemen van de buitenwereld en bij houding en beweging
- Onder invloed van onze wil
Ademhaling beïnvloeden: vegetatieve zenuwstelsel. Hierna wordt het vegatief omdat het
zenuwstelsel het van je over neemt en dan kan je toch weer lucht happen.
,Autonome zenuwstelsel:
Orthosympaticus Parasympaticus
- Brengt het lichaam in ‘staat van - Brengt het lichaam in rust, vertering
paraatheid’ - Staat onder invloed van:
- Staat onder invloed van: Acetylcholine
Adrenaline – noradrenaline
Parasympatisch:
- In stand houden van het organisme
- Herstel, rust
- Opslag van energie
- Spijsvertering
Modellen van het zenuwstelsel:
Reflexmodel:
Stimulus- respons model
Alles om je heen is stimulus, er gebeurt iets in de black box en vervolgens krijg je een reactie
Iedere keer als we een stimulus krijgen, reageren we hetzelfde.
Verklaart niet waarom je verschillende reacties geeft op de stimulus.
Kabels- en banenmodel:
Vaste banen van en naar de hersenen
Als er iets mis is aan de baan, stopt de informatie
Ernst van de aandoening bepalen
Verklaart niet dat sommige banen een andere baan kunnen overnemen als deze kapot is
Hoogte van een dwarslaesie is wel te verklaren: welke functies niet meer mogelijk zijn.
,Hiërarchische model:
Fylogenese: Hoe ontwikkelt een bepaald mens van toen naar nu
Ontogenese : Hoe ontwikkelt het individu
De ontogenese is een versnelde spiegeling van de fylogenese. De hersenen worden pas laat
toegevoegd.
Er zijn 3 niveaus:
1. Archi niveau
a. Oudst, heel lang geledne
b. Reptielen brein: Het zorgt voor overleven , dat het hart blijft kloppen en ademhaling
gereguleerd wordt. →geregeld in de hersenstam
2. Paleo niveau
a. Emoties en uiten van mimiek
3. Neo niveau
a. Je hele grote hersenen zorgen ervoor dat je kunt communiceren met woorden, taal
en fijne motoriek kunt.
Als je rustig bent, overheerst het neo – niveau.
Als je heel gespannen bent, neemt het reptielenbrein archi en paleo – niveau het over. Hierdoor
wordt het moeilijker om nieuwe vaardigheden aan te leren.
De zenuwcel:
Maakt integratie van informatie mogelijk
Interneuronen krijgen informatie binnen , inhiberend en exciterend, geven een actie door of een
inhibitie door. Zo kun je informatie samenbrengen in cellen vervolgens weer doorgeven.
Grijze stof: neuronen , celkernen, cellichamen
Witte stof: axonen (genoemd omdat een axon omgeven is door een Myeline schede)
Verschillende zenuwcellen:
Neuronen Neuroglia
- Sensibele neuronen - Astrocyten
- Schakel neuronen - Oligodendrocyten
- Motorische neuronen - Microgliocyten
- Schwanncellen
→onderhouden de neuronen . dus zorgen voor
zuurstof.
Impulsgeleiding van een zenuw:
- Dit gaat over de celmembraan (binnen 1 cel)
- Dit gaat via een synaps (tussen 2 cellen)
, Verschil tussen een prikkel en een impuls is:
Impuls: datgene wat over de zenuw gaat
Prikkel: activert de sensor. De sensor zet de prikkel over in een impuls. Impuls gaat over het lichaam.
Verschillende soorten prikkels kunnen omgezet worden in een impuls
Niet alle prikkels worden omgezet in een impuls als de drempelwaarde van een zintuig niet wordt
overtreden.
- De impuls is er wel of niet. Je krijgt meer impulsen en niet sterkere impulsen.
Impuls over de celmembraan:
Als het impuls erover heen komt, verandert de lading over het celmembraan →krijgt positieve lading
Hierna is er een hersteltijd nodig voordat het volgende signaal afgegeven kan worden. Hierdoor gaat
het signaal altijd één kant op.
rustpotentiaal – drempelwaarde – depolarisatie – repolarisatie – hyperpolarisatie – rustpotentiaal
Saltitoire impulsgeleiding: sprongsgewijze geleiding tussen insnoeren bij:
- Cellen van Schwann
- Insnoering van Ranvier
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mdmzk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.58. You're not tied to anything after your purchase.