1. Blikopener
Vanuit actuele casussen de zinvolheid van een ethisch kader motiveren.
De spanning tussen ‘een goed leraar zijn’ en ‘een goed mens zijn’ omschrijven.
Het belang van ‘de leraar als identificatiefiguur’ omschrijven.
✓ Een goed leraar zijn ≠ een goed mens zijn
✓ Elke mens staat dagelijks voor keuzes
✓ Foute keuzes = eigen aan het mens-zijn
✓ Verantwoording afleggen aan jezelf, de ander, de maatschappij, het leven, de Levende ...
2. Visies op goed leraarschap
De begrippen persoonlijke/ professionele/ institutionele identiteit omschrijven en
de onderlinge samenhang toelichten.
Persoonlijke identiteit (RZL1): wordt bepaald door biografie/ levensgeschiedenis van de leraar en
hiermee samenhangend ook de levensbeschouwelijke identiteit.
Professionele identiteit (RZL2) : gaat over competenties waarover de leraar beschikt en de manier
waarop de leraar hiermee omgaat. Het gaat over het ‘vanwaaruit en waartoe’.
➔ Visie van Korthagen (zie verder) + kritiek van Kelchtermans
Institutionele identiteit (RZL3): gaat over de schoolidentiteit en op welke manier levensbeschouwing
hier een plaats in krijgt. Naargelang de persoonlijke -en professionele identiteit zullen leraren zich meer
of minder thuis voelen binnen een bepaalde schoolidentiteit.
Onderlinge samenhang tussen de identiteiten:
- Wanneer de identiteiten in verhouding zijn, spreek met van een ‘geïntegreerd’ leraar-zijn.
- De identiteiten beïnvloeden elkaar, maar vallen niet samen.
De spanning tussen een liberale en communitaristische visie toelichten a.d.h.v.
een eigen voorbeeld.
Er zijn 3 soorten visies op leraar-zijn:
1. Liberale visie:
o Individu staat centraal
2. Communitaristische visie:
o Gemeenschap staat centraal
o Lk en lln leven in gemeenschappen met gemeenschappelijke waarden
3. Geïntegreerde visie
o = visie die wij voorop stellen
o Leraar als relatiewezen
1
, o Weergegeven in identiteitsdriehoek
▪ 3 identiteiten
De verschillende lagen in het ‘ui-model’ van Korthagen noemen en toelichten.
Korthagen spreekt over een professionele identiteit en stelt die voor in het ui-model
Ui-model: verschillende lagen waarop een leraar zich kan reflecteren. Wanneer de verschillende lagen
van iemands persoonlijkheid goed op elkaar afgestemd zijn, zal de leraar goed functioneren.
Fysiek zichtbare lagen
1. De omgeving → waar, wanneer en met wie?
- De omgeving van de school
- De maatschappelijke context
2. Het gedrag → wat doe je (als leraar)? (PROFESSIONELE ID)
- Je gedrag ligt in lijn met je bekwaamheden en overtuigingen (niet altijd!)
o Je vindt het belangrijk dat iedereen aan het woord is maar tijdens een moeilijke les
focus je dan meer op leerlingen die aandachtig zijn en meewerken
3. Bekwaamheden/ vaardigheden → wat kan ik en hoe doe ik dat? (PROFESSIONELE ID)
Mentaal onzichtbare lagen
4. Overtuigingen → waar geloof je in (in de situatie)? (PROFESSIONELE ID)
- Belemmerende overtuigingen kunnen verhinderen dat bestaande vermogen en
vaardigheden worden ingezet
o ‘Ik zal nooit succes hebben bij mijn leerlingen omdat ik niet knap ben.’
2
, - Positieve overtuigingen zorgen er voor dat leraren het ware boven zichzelf uitstijgen en
nieuwe talenten ontdekken bij zichzelf
5. Identiteit → hoe zie je jezelf/ je professionele rol? (PROFESSIONELE ID)
- De manier waarop je als leraar met school-, klas- of leerlinggebonden dilemma’s omgaat,
wordt vaak meebepaald door hoe je jezelf ziet als leraar
6. Betrokkenheid → wat zijn je diepste waarden? Wat is je ideaal, je missie? (PERSOONLIJKE ID)
- Bevlogenheid, inspiratie, idealen, miserie… Je ‘roeping’
- Waar doe je het voor?
- Je inspiratie kan gebaseerd zijn op gelovige of religieuze waarden of idealen, maar ook
algemeen-menselijke.
- Persoonlijke zingeving
7. Kernkwaliteiten:
- Verwijzen naar ‘who we are’; hoe onze kern zich uit in onze beroepsidentiteit
Als de lagen goed op elkaar afgestemd zijn, verkrijg je een goed functionerende leerkracht. Anderzijds
kunnen er ook spanningen ontstaan tussen de lagen.
Competenties Kernkwaliteiten
Kan je van Fundamenteel
buitenaf aanwezig in de
aanleren mens
Meestal bij een
bepaald Breed inzetbaar
vakgebied
De componenten van het zelfverstaan van de leraar (volgens Kelchtermans)
noemen en in verband brengen met het model van Korthagen en illustreren met
een eigen voorbeeld.
Kelchtermans had kritiek op Korthagen; hij zei dat een professionele identiteit dynamisch moest zijn en
gaf het dus een andere naam.
Professioneel zelfverstaan: verwijst naar het geheel van opvattingen en representaties van een leraar
over zichzelf. De term verwijst naar een nooit afgesloten proces (= dynamisch) - weergegeven in
3
, Er zijn 5 componenten te onderscheiden:
1. Zelfbeeld - Descriptief
= descriptieve component: de wijze waarop de leraar zichzelf typeert als leerkracht
- Gebaseerd op zelfperceptie en terug spiegeling naar betrokkene
- Hangt af van hoe je door anderen gezien wordt
2. Zelfwaardegevoel – Evulatief
= evaluatieve component: de mate waarin een leerkracht tevreden is over zijn/ haar werk
- Ook belang sociale feedback
3. Taakopvatting – normatief
= normatieve component: wat een leraar vindt dat hij/zij dient te doen om terecht het gevoel te hebben
goed werk te leven
- Functiebeschrijving en formele taakdefinities van belang → worden wel door iedereen anders
geïnterpreteerd
- Verwijst naar persoonlijk antwoord op vragen als: wat moet ik doen om een goede leerkracht te
zijn? Wat behoort tot mijn kerntaken?..
- Leraarschap is nooit neutraal
4. Beroepsmotivatie – conatief
= conatieve component: omvat drijfveren die leraren deden kiezen voor het beroep, doen beslissen om
in het vak te blijven.
- Taakopvatting en werkcondities hebben grote invloed
- Dit kan evolueren in tijd
5. Toekomstperspectief
= de verwachtingen die de leraar heeft voor zijn/ haar beroepssituatie in de toekomst en hoe hij/ zij zich
daarbij voelt
- Niet statisch
- Belang voortdurende betekenisvolle reacties van leraren met hun omgeving
- Iemands oordelen en acties in het heden zijn gekleurd door ervaringen uit verleden
Subjectieve onderwijstheorie: eigen beeld van ‘goed onderwijs’, samengesteld uit kennis en
opvattingen. Hoe geef ik mijn job best gestalte en waarom zo?
Persoonlijk interpretatiekader: geheel van opvattingen dat werkt als een soort bril waarmee de
leraar zijn/haar concrete beroepssituatie waarneemt.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller florvolckaert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.13. You're not tied to anything after your purchase.