H4 Voedingsstoffen
Een tekort of teveel aan bepaalde voedingsstoffen heeft invloed op de mond- en algehele
gezondheid. Voedingsmiddelen bestaan uit meerdere voedingsstoffen en voedingsstoffen zijn
opgebouwd uit macro- en micronutriënten.
Macronutriënten: opbouw en herstel van weefsel, hormonen en enzymen. Ze leveren
energie àeiwitten, vetten, koolhydraten, vezels
Vet
Zijn opgebouwd uit verschillende soorten vetzuren:
Verzadigd vetzuur: alle bindingen hebben een H-atoom. Vaste vorm
Onverzadigd vetzuur: C-atomen delen een H-atoom dus je krijgt dubbele bindingen. Vloeibare
vorm.
o Enkelvoudig onverzadigde vetzuren (EOV)
Omega-9-vetzuren (oliezuur)
o Meervoudig onverzadigde vetzuren (MOV)
Omega-3-vetzuren (alfalinoleenzuur) remmen ontstekingen
Omega-6-vetzuren (linolzuur)
Functies van vet:
Vet is een energie leverancier en zorgt dat lichaamsfuncties in stand worden gehouden.
Essentiële vetzuren kan het lichaam niet zelf maken dus moeten we door voeding naar
binnen krijgen.
Vet draagt ook oplosbare vitamines A,D,E,K.
Zorgen ook voor de natuurlijke reiniging van de mond.
Een teveel aan vetzuren verhoogt het LDL-cholesterol en zorgt voor hart-en vaatziekten of oxidatieve
stress. Bladzijde 28: in welk voedsel zitten de vetzuren in?
Eiwitten
Functies van eiwitten:
Bouwstof van weefsels dus ook van het orale weefsel
Onderdeel van enzymen en hormonen
Zijn nodig bij de afweer omdat antilichamen en immunoglobulinen hieruit zijn gebouwd
Eiwitten zijn lange ketens van verschillende aminozuren.
Fenylalanine, isoleucine, leucine, lysine, methionine, threonine, tryptofaan en valine zijn
essentiële aminozuren.
Een eiwit tekort verhoogt de vatbaarheid voor orale infecties, vooral vegetariërs zijn hier gevoelig
voor.
Koolhydraten
Functies van koolhydraten:
Nodig bij energievoorziening van de hersenen en rode bloedcellen
Ze zijn opgebouwd uit C, H, O-atomen en kunnen in 3 groepen worden verdeeld:
Mono- en disachariden (suikers)
Glucose en fructose: groenten, fruit
Maltose: graanstroop àintrinsieke suikers
Lactose: melkproducten (bestaat uit galactose en glucose)
Bij suiker spreekt met van lege calorieën: het levert wel energie maar geen micronutriënten, de
voedingsstoffen waar we dagelijks een hoeveelheid van nodig hebben.
Toegevoegde suikers: suikers die smaak verbeteren àextrinsieke/toegevoegde suikers
De gezondheidsraad adviseert alleen personen met overgewicht de inname van producten met
toegevoegde suikers te beperken.
Bij een suikerinname van meer dan 15kg per persoon per jaar neemt cariës toe.
Oligosachariden
,Bestaan uit een keten van 3-10 monosachariden
Worden prebiotica genoemd omdat ze bacteriën in de darmen als voedingsbron gebruiken.
Zitten in: gedroogd fruit, knollen, granen, noten, zaden en peulvruchten.
Polysachariden (zetmeel en voedingsvezels)
Bestaan uit een keten >10 monosachariden.
Voedingsvezels: aardappelen, groenten, fruit, granen, peulvruchten, noten, volkorenboord,
zilvervliesrijst. Ze geven ons eten volume zodat er langere verzadiging is.
Vezelrijke voeding moet gekauwd worden want dat verbetert de natuurlijke reiniging van de mond.
Glykemische index: maat voor de snelheid waarmee koolhydraten de bloedglucosespiegel laten
stijgen.
Producten met mono-en disachariden hebben een hogere GI dan polysachariden en
voedingsvezels.
Vuistregels voor een lage glykemische lading: vezelrijke producten, koolhydraten beperken,
eiwitten gebruiken zodat de koolhydraten vertraagd worden opgenomen in het bloed.
Micronutriënten
Dit zijn vitamines, mineralen, sporenelementen, bioactieve stoffen.
Vitamines: zijn nodig om lichaamsweefsels, hormonen en enzymen te maken
Mineralen: regelprocessen bloeddruk, energieproductie, geven stevigheid aan botten.
Vitamine D en B3 kan het lichaam zelf maken, de rest moet je innemen.
Zwangere vrouwen, ouderen, kinderen, lacterende vrouwen hebben een hogere aanbeveling
voor vitamines en mineralen.
Tekorten van vitamines en mineralen beïnvloeden het orale weefsel.
Bioactieve stoffen
Hebben gezondheid bevorderende eigenschappen maar hier is geen behoefte voor vastgesteld.
Bioflavonoïden in: groenten, fruit, rode kleurstof in groenten en fruit.
Antioxidanten
Zitten in speeksel, plasma en weefsel, dus ook in het pocketepitheel.
Glutathionperoxidase selenium afhankelijk
Superoxidedismutase zink en koper afhankelijk
Vitamine A, vitamine E, selenium, zink en mangaan komen ook voor in het orale weefsel
Vitamine A (retinol)
Zit in lever, vis, eieren.
Onderhoudt het epitheelweefsel. Een tekort zorgt voor een mindere immuunreactie door
minder IgA en IgG.
Is een antioxidant: draagt bij aan algemene gezondheid.
Zorgt voor wondgenezing na een dentale ingreep
Vitamine B-complex
Zitten in enzymen die bij celstofwisseling betrokken zijn
B1, B2, B3, B5, B6, B12 en foliumzuur
Zitten in: volkorenproducten, peulvruchten, zuivel, vlees
Vitamine B2 tekort vermindert de barriérefunctie van het slijmvlies tegen pathogene
bacteriën.
Vitamine B12
, Zit in: vlees, vis, zuivel en ei
Rode bloedcellen en zenuwcellen zijn afhankelijk van vitamine B12. Zorgt voor aanmaak van
DNA.
Als het in het lichaam opgenomen wordt, is er een intrinsic factor nodig. Dit is een eiwit wat
in de maag wordt gemaakt.
Een tekort heb je bij <150 pmol/L en tekenen van een tekort zijn:
o stomatitis, afwijkende groei van het epitheel, tintelingen in vingers, geheugenverlies,
spierzwakte, coördinatiestoornissen..
Risicogroepen voor tekort aan vitamine B12 zijn:
o Medicatie voor bloedglucose, malabsorptie, pancreasdysfunctie en ziekte aan maag-
darm kanaal. Bij ouderen zou er een gebrek kunnen zijn in die intrinsic factor.
o Tekort kan optreden bij vegetariërs of bij mensen die geen zuivel eten.
Hoge dosering van vitamine B12 kan een tekort aan foliumzuur geven. Dit wordt er meestal
bijgegeven.
Foliumzuur
Groenten en fruit , foliumzuur is vitamine B11. Belangrijk om groenten niet te lang te
verhitten
Foliumzuur is betrokken bij de vorming van eiwit en rode bloedcellen en zwangere vrouwen
kunnen een tekort hiervan krijgen. Hierdoor bestaat er een kans dat het kind een open ruggetje
krijgt of een gehemelte spleet.
Het epitheel is gevoelig voor een tekort aan vitamine omdat het een snelle turnover heeft.
Een tekort verhoogt de doorlaatbaarheid van het mondslijmvlies en het verzwakt de fagocytose.
Hoe meer foliumzuur hoe meer fagocytose dus hoe beter je afweer werkt.
Risicogroepen voor foliumzuurtekort zijn: ouderen, zware drinkers, zwangere vrouwen
Hoe krijg je een foliumzuurtekort: weinig groente en fruit, te weinig voeding en veel
medicatie.
Homocysteïne is een risicofactor voor hart- en vaatziekten. Een verhoogd gehalte in het
bloed kan erfelijk zijn of veroorzaakt worden door een tekort aan vitamine B6, foliumzuur en
vitamine B12.
Vitamine C
Zit in aardappelen, groenten en citrusfruit
Zorgt ervoor dat het bindweefsel een gesloten en vaste structuur heeft en is nodig bij
de wondgenezig.
Bij tekort aan vitamine C verandert het losmazig bindweefsel en hierdoor krijgen bacteriën
meer de kans om een infectie te veroorzaken.
Vitamine C stimuleert de fagocytose en als je te weinig binnenkrijgt wordt de
doorlaatbaarheid in het sulcus epitheel hoger.
Vitamine C daalt bij een infectie of een trauma. Roken zorgt ervoor dat het verbruik van
vitamine C stijgt en moeten dus meer vitamine C innemen als dagelijkse hoeveelheid.
Symptomen van scheurbuik zijn: paarse laesies op benen, verstoorde aanmaak van
collageen, scheurtjes in bloedvaten, gezwollen tandvlees, bloedend tandvlees na licht aanraken,
vertraagde wondgenezing, vermoeidheid, spierpijn, gewrichtsklachten, veranderingen in
de tandpulpa.
Symptomen van scheurbuik op de gingiva zijn: bloedingen in de submucosa, hyperplasie van
het tandvlees en hypermobiliteit van gebitselementen.
Vitamine D
Helpt bij de opname van calcium en je krijgt botontkalking als je er een tekort van hebt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mdmzk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.