Een uitgebreide samenvatting van het boek van hoofdstuk 1 t.e.m. 8. Deze cursus werd gegeven door mevrouw Bouchaert in het 2e jaarAccountancy-fiscaliteit Odisee Brussel
HOOFDSTUK 1 GROOTTE VAN DE VENNOOTSCHAP
1. Fiscale voordelen voor kleine vennootschappen
Verschillende fiscale gunstmaatregelen zijn voorbehouden aan kleine vennootschappen in de zin
van artikel 15. Zie lijst fiscale voordelen p. 23-24
Opmerking: Naast fiscale gevolgen heeft artikel 15 ook vennootschapsrechtelijke implicaties
voor de kleine vennootschap:
- Ze legt haar jaarrekening in het verkort schema neer
- Ze moet geen jaarverslag opstellen
- Ze moet geen commissaris benoemen
2. Definitie kleine vennootschap
A. Groottecriteria
Een vennootschap wordt als klein aangemerkt als ze op de balansdatum van het laatst
afgesloten boekjaar niet meer dan 1 criteria overschrijdt:
- Jaaromzet exclusief BTW: 9 000 000,00 euro
- Balanstotaal: 4 500 000,00 euro
- Jaargemiddelde personeel: 50
B. Consistentiebeginsel
Als een vennootschap meer dan 1 van de 3 grootcriteria overschrijdt of niet meer overschrijdt,
heeft dat slechts gevolgen als dat zich gedurende 2 achtereenvolgende boekjaren voordoet.
Dat noemt men het consistentiebeginsel.
Door een eenmalige overschrijding zal een vennootschap dus niet langer haar statuur van kleine
vennootschap verliezen.
Een kleine vennootschap wordt pas groot als ze 2 opeenvolgende boekjaren meer dan 1 criteria
overschrijdt. Ze krijgt ook pas het statuut van kleine vennootschap als ze 2 opeenvolgende
boekjaren niet meer dan 1 criteria overschrijdt.
C. Startende vennootschap
Voor de beoordeling van de groottecriteria mogen startende vennootschappen hun cijfers bij
het begin van het boekjaar ter goeder trouw schatten.
D. Berekening aantal werknemers
Het gemiddelde personeelsbestand moet berekend worden als het gemiddelde aantal
werknemers in voltijdse equivalenten.
E. Berekening omzet
Omzet is het bedrag van de verkoop van goederen en de levering van diensten aan derden, in
het kader van de gewone bedrijfsuitoefening van de vennootschap. Dit bedrag omvat niet de
BTW.
Het M.A.R. voorziet binnen de rubriek 70 volgende onderverdeling:
- 700 tot 707: verkopen en dienstprestaties
- 708 toegekende kortingen
,F. Balanstotaal
Het balanstotaal is de totale boekwaarde van de activa zoals ze blijkt uit het balansschema. Het
balanstotaal moet worden vastgesteld op afsluitdatum.
G. Geconsolideerde berekening
Als de vennootschap met 1 of meerdere andere vennootschappen verbonden is, worden de
criteria inzake omzet en balanstotaal berekend op een geconsolideerde basis.
De geconsolideerde beoordeling is enkel geldig voor:
- Moedervennootschappen
- Vennootschappen die consortium vormen
- Vennootschappen opgericht met als doel verslaggeving van bepaalde informatie te
ontwijken
Als de grootcriteria op geconsolideerde basis te beoordelen zijn, moet rekening gehouden
worden met de gegevens van alle verbonden vennootschappen.
Voor verbonden vennootschappen zijn 2 berekeningsmethodes voorzien:
- Methode 1: de consolidatiemethode
- Methode 2: de vereenvoudigde optelmethode
METHODE 1
Alle interrelaties tussen de verbonden vennootschappen geëlimineerd om dubbeltellingen te
voorkomen. We kunnen enkel relaties vinden tegenover derden, en niet tot de verbondenheid
behorende vennootschappen.
METHODE 2
Hier worden de financiële grensbedragen verhoogd met 20%
H. Wat zijn verbonden ondernemingen
Onder verbonden vennootschappen wordt verstaan:
- De vennootschappen waarover zij controlebevoegdheid uitoefent
- De vennootschappen die een controlebevoegdheid over haar uitoefent
- De vennootschappen waarmee zij en consortium vormt
- De andere vennootschappen die bij weten van haar bestuursorgaan onder de controle staan
van de vennootschappen in bovenstaande gevallen
3. Definitie van microvennootschappen
Microvennootschappen zijn kleine vennootschappen met rechtspersoonlijkheid die op datum
van de jaarafsluiting geen dochtervennootschap of moedervennootschap zijn en die niet meer
dan 1 criteria overschrijden:
- Jaaromzet exclusief BTW: 700 000,00 euro
- Balanstotaal: 350 000,00 euro
- Jaargemiddelde personeel: 10
, HOOFDSTUK 2 WIE IS ONDERWORPEN AAN DE
VENNOOTSCHAPSBELASTING
Zie p. 40-45 voor de uitgesloten rechtspersonen
, HOOFDSTUK 3 DE AANGIFTEPROCEDURE IN DE
VENNOOTSCHAPSBELASTING
1. Aanslagjaar en boekjaar
De vennootschapsbelasting is een eenjarige belasting die wordt gevestigd voor een bepaald
aanslagjaar. Ze heeft betrekking op de inkomsten die de vennootschap verkregen heeft tijdens
het boekjaar dat aan dat aanslagjaar is verbonden. Zo’n boekjaar hoeft niet noodzakelijk samen
te vallen met het kalenderjaar.
Vb: Afsluitdatum is 31-12-N dan is het aanslagjaar N+1
Afsluitdatum is voor 31-12-N dan is het aanslagjaar N
2. Begin en einde van de belastingsplicht
De belastingsplicht ontstaat normaal vanaf de oprichting van de vennootschap. De
belastingsplicht eindigt pas bij de definitieve sluiting van de vereffening.
3. De aangifteplicht
A. Aangifteformulier en verplichte bijlagen
Een aantal bijlagen moeten verplicht bij het aangifteformulier gevoegd worden omdat ze er een
integrerend deel van uitmaken:
- De jaarrekening
- De verslagen aan en besluiten van de algemene vergadering
- De documenten ingeval de vennootschap haar winst vrijstelt in het kader van de wet op
continuïteit van ondernemingen na de homologatie van een reorganisatieplan en na
vaststelling van een minnelijk akkoord
- De in de aangifte opgesomde standaardformulieren waarmee de vennootschap aanspraak
kan maken op de toepassing van het desbetreffende fiscale voordeel, alsook een kopie van
de opgave 275.
De toe te voegen documenten moeten worden gewaarmerkt, gedagtekend en ondertekend
worden
B. Elektronische aangifte vennootschapsbelasting
De FOD stelt het systeem BIZTAX ter beschikking. De aangifte mag enkel nog bij wijze van
uitzondering op papier worden ingediend.
C. Aangiftetermijn
De indieningstermijn mag:
- Niet korter zijn dan 1 maand vanaf de datum van goedkeuring van de jaarrekening
- Niet langer zijn dan 6 maanden vanaf de datum van afsluiting van het boekjaar
D. Geldigheid van de aangifte
Een aangifte is pas geldig als ze tijdig werd ingediend en als regelmatig wordt beschouwd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lexivandenbranden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.