Deze samenvatting bestaat uit aantekeningen die zijn omgezet in een samenvatting. Het boek heb ik ter ondersteuning gebruikt en hoofdstuk 11 komt uit het boek. Het bevat 5 oefenvragen uit een eerder tentamen ter voorbereiding op de toets!
Psychologie
College 1.
Mensen worden bewust/onbewust beïnvloed door anderen.
● sociale psychologie : de manier waarop de gedachten, gevoelens en gedragingen van
mensen worden beïnvloed door de werkelijke of voorgestelde aanwezigheid van anderen.
- subjectief : wat jij waarneemt hoeft niet hetzelfde te zijn als dat anderen waarnemen.
- invloed : is overal zonder dat het die bedoeling heeft
- je wordt beïnvloed door feitelijke mensen en het idee van..(media, mening van
anderen) → mensen worden voornamelijk beïnvloed door wat ze denken dat anderen
denken
↪ eigen interpretatie van het gedrag van mensen.
Mensen zijn kuddedieren/groepsdieren : overleven, mensen passen zich daarom aan, van belang dat
ze erbij horen (vroeger, ons brein is erop gemaakt)
● spiegelneuronen : hersencellen die de activiteiten/ervaringen van anderen weerspiegelen in
het eigen brein, drang om hetzelfde te doen als anderen is heel groot.
Door die weerspiegeling weten we wat anderen ervaren, ook als we hetzelfde niet rechtstreeks
doormaken.
Extreme socialiteit heeft ertoe geleid dat ons brein in twee miljoen jaar 3 keer zo groot is
geworden → hersencapaciteit nodig om informatie op te slaan over alle mensen met wie
we omgaan.
● social tuning : het onbewust op elkaar afstemmen van gedrag, gedachten en gevoelens
(ongemerkt besmetten).
● kameleon-effect : overnemen van elkaars bewegingen/mimiek, gebeurt
onbewust/automatisch.
Imiteren is nuttig, de persoon die door jou geïmiteerd wordt gaat jou onbewust aardiger vinden
(sociale band versterken).
Dodenherdenking 2010 : schreeuwen, er was eigenlijk niks aan de hand maar het voelt
als een bedreigende situatie → perspectief uit overleven. Niet wetende hoe te
gedragen en zich dan aan te passen aan anderen (conformisme)
● hindsight bias : als je eenmaal iets weet lijkt het vaak alsof je het al wist
Mensen kunnen er zelf onopgemerkt voor zorgen dat hun eerste indruk bewaarheid
wordt, je beïnvloed iemands gedrag → self-fulfilling prophecy (zichzelf bevestigende
voorspelling)
● brainstormen : mensen doen minder hun best, minder ideeen.
● slijmen : werkt manipulerend behalve als het er te bovenop wordt gelegd.
● hard to get spelen : dingen of personen die je al aantrekkelijk vond, extra aantrekkelijk
worden als ze moeilijk te krijgen zijn.
Gedrag van mensen is het resultaat van interne-en externe factoren.
Omstandereffect
Hoe meer, hoe kleiner de kans op hulp (diffusion of responsibility)
Het gaat erom hoe deze wordt waargenomen (subjectief) en geïnterpreteerd.
> mens als kuddedier (niemand doet iets, niks aan de hand)
> invloed van de omgeving (honden opeten is erg, varkens niet)
Autoritair(e) persoonlijkheid
Milgram : ‘Hoe ver gaan mensen bij het gehoorzamen van een autoriteit?’.
, ↪ onderzoek naar of proefpersonen bereid zijn mensen pijnlijke/gevaarlijke schokken te
geven. Fout antwoord of geen is voltage omhoog.
Of mensen bereid zijn een autoriteit te gehoorzamen hangt af van :
- identificeren mensen zich met de autoriteit en diens doeleinden?
- is degene overtuigd dat de autoriteit gelijk heeft?
Bij Milgram werd gezegd dat het onderzoek nodig was in belang van de wetenschap (mensen zullen
er niet in meegaan als ze het geen zinnig doel vinden).
● perverse commandoketen : autoriteit hoeft niet zelf te doen, degene doet het onder
verantwoordelijkheid van een ander.
● voet-tussen-de-deur-techniek : steeds iets meer, sluw.
Mensen filtreren dingen uit hun waarnemingen, voegen dingen toe of veranderen dingen.
Mensen zijn eigenlijk niet in staat tot objectieve waarneming, komt door de manier waarop we
informatie verwerken. Vullen zelf gegeven informatie aan.
Je laat dingen weg op basis van wat je daarvoor al dacht of belangrijk vond.
Basisprincipes informatieverwerking (conformation bias)
Mensen geven betekenis aan hun waarnemingen (bevat talloos veel momenten van selectie en
interpretatie), zien het gedrag van mensen altijd in relatie tot hun andere kenmerken.
Mensen gebruiken hun cognitieve capaciteit (hoeveelheid denkkracht dat je hebt) zo efficiënt mogelijk
(wanneer iets of iemand niet heel belangrijk is let men minder goed op)
↪ beeld van iemand onjuist/onvolledig, genoeg ruimte voor wat er wel toe doet.
Motieven en belangen kleuren de waarneming (je denkt dat iets zo is omdat je het
wenst/hoopt en omdat het strookt met je motieven en belangen) → je zet je
denkvermogen selectief en partijdig in om op de conclusie uit te komen die je voorkeur
heeft.
Behoefte aan controle en voorspelbaarheid (het gevoel van controle vermindert stress, kan bepalen
hoe (on)prettig we iets vinden).
Mensen reageren vaak automatisch op basis van onbewuste processen (onbewust houd je alles in de
gaten).
● (bewust) expliciet geheugen : kennis waarvan we weten die te hebben
● (onbewust) impliciet geheugen : kennis en ervaringen waar we onbewust gebruik van maken
↪ kennis die ons denken en handelen beïnvloedt zonder dat we dat goed beseffen.
De sociale constructie van de werkelijkheid
Er is een objectieve/feitelijke situatie → mensen maken een interpretatie van de
werkelijkheid → hun gedrag is een reactie op hun beeld van de situatie → met hun gedrag
beïnvloeden ze de werkelijkheid
werkelijkheid/situatie 1. interpretatie 2. gedrag 3. werkelijkheid
Cognitieve dissonantie
Je ervaart een tegenstelling tussen twee gedachten, als je iets doet waar je zelf niet echt in gelooft is
het mogelijk dat je ietsje meer in gaat geloven om jezelf te rechtvaardigen.
Cognitieve dissonantie kan ook optreden door een gebrekkig inzicht in de invloed van de situatie op
het eigen gedrag.
Egocentrische vertekening
Mensen zijn geneigd hun eigen invloed te onderschatten (vanuit onszelf) maar wanneer
we een actieve rol spelen in de interactie gaan we nadenken over wat we moeten
zeggen/denken → hebben daardoor minder aandacht om naar de ander te kijken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentivk2204. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.