In dit document zijn alle opdrachten van de werkgroepen uitgewerkt. Het zijn mijn eigen originele antwoorden waardoor het antwoord soms niet helemaal overeen kwam zoals het in de werkgroep werd besproken. Onder de 'foute antwoorden' staat in het rood het goede antwoord bijgeschreven. De antwoorden ...
Neuro- En Revalidatiepsychologie (B_NEURREVPSY)
All documents for this subject (17)
Seller
Follow
mabelbrands
Reviews received
Content preview
De weekopdrachten voor de werkgroepen van
Neuro- en revalidatiepsychologie
Opdracht week 1
Vraag 1: In het paper van Gainotti (2018) wordt een ‘psychodynamische’ verklaring
van anosognosie besproken. Wat wordt hiermee bedoeld, en denk je dat dit ook van
toepassing is op deze casus met patiënt NS?
Met een psychodynamische verklaring wordt de theorie van Freud bedoeld waarin de
componenten ‘onbewustzijn’ en ‘verdedigingsmechanisme’ worden genoemd. Er is sprake
van een dynamische onbewustzijn die gebaseerd is op een defensiemechanisme. Bij
dynamische onbewustzijn is de patiënt zich niet bewust van zijn gebreken, doordat er een
actief mechanisme opspeelt die de bewuste informatie onderdrukt. Dus wanneer een patiënt
zijn gebrek niet kan accepteren, zal hij als bescherming het gebrek ontkennen. Het optreden
van dynamische onbewustzijn wordt sterk beïnvloed door de omgeving van de patiënt
waarin sociale en culturele factoren een rol spelen. De acceptatie van een gebrek wordt
door de omgeving makkelijker of juist moeilijker gemaakt.
Deze psychodynamische verklaring van anosognosie zou zeker een rol kunnen
spelen bij NS. Wanneer NS geconfronteerd wordt met zijn parese, is hij zich bewust van zijn
beperking. NS is nog jong (27 jaar) en hij vindt surfen leuk. Hij laat merken dat hij emotioneel
wordt wanneer hij merkt dat een beweging niet lukt. Het blijkt dus dat NS moeite heeft om
zijn beperking te accepteren. Door zijn persoonlijke omstandigheden wordt acceptatie
moeilijker gemaakt. Hierdoor zal hij actief bewuste informatie onderdrukken en ontkennen
dat hij een beperking heeft.
Vraag 2. In het paper van Jenkinson et al. (2011) wordt een ander
verklaringsmechanisme besproken van anosognosie, met name in het hoofdstuk
‘Neuropsychology of anosognosia’, met de nadruk op de theorie van motor control.
Ze benadrukken het belang van ‘intention to move’. Waarom is dit belangrijk? Is bij
deze patiënt wel / geen sprake van intention to move?
Mensen worden zich bewust van een beweging door de ‘voorspelde sensorische
informatie’ die ze voorafgaand aan de beweging maken en niet door de ‘daadwerkelijke
, sensorische informatie’ die ze na de beweging krijgen. De voorspelde sensorische informatie
wordt verkregen wanneer iemand de intentie heeft om te bewegen. Men wordt zich dus
bewust van een beweging, wanneer hij/zij de intentie heeft om te bewegen. Normaal
gesproken wordt de ‘voorspelde sensorische informatie’ vergeleken met de ‘daadwerkelijke
sensorische informatie’ om na te gaan of een beweging goed is uitgevoerd. Bij mensen met
anosognosia werkt dit anders. Door Heilman, Barrett, & Adair (1998) wordt gedacht dat de
‘intention to move’ ontbreekt bij mensen die anosognosia hebben, waardoor zij geen
‘voorspelde sensorische informatie’ verkrijgen. Volgens Frith, Blakemore, en Wolpert (2000)
en Berti (met collega’s) (2006 en 2007) blijkt dat mensen met anosognosia een goede
‘intention to move’ hebben en dus ook een juiste voorspelde sensorische informatie. Het
probleem is alleen dat ze geen daadwerkelijke sensorische informatie ontvangen, omdat ze
de beweging niet hebben gemaakt. Er wordt vervolgens geen mismatch gedetecteerd
tussen de voorspelde en daadwerkelijke sensorische informatie en hierdoor denken ze dat
ze de beweging toch hebben gemaakt.
Bij NS is er zeker sprake van intention to move. Tijdens het onderzoek probeerde hij
duidelijk zijn spieren aan te spannen, maar wel zonder succes. De intentie om te bewegen is
er, maar de beweging zelf niet. NS was zich op dat moment bewust dat de beweging niet
werd gemaakt. NS is dus nog wel in staat om het verschil tussen een echte beweging en de
intentie om te bewegen te herkennen.
Vraag 3. In het paper van Jenkinson et al. (2011) kunnen we lezen dat sommige
gevallen van anosognosie mogelijk een psychiatrische oorzaak hebben. Welk
psychiatrisch syndroom betreft het in het paper? (leg uit). Is dat volgens jou ook het
geval bij deze casus?
Naast motorische kenmerken zijn er ook niet-motorische kenmerken van
anasognosie. Turnbull et al. (2005;2002) beschrijven in hun onderzoek dat patiënten met
anasognosie normale positieve en negatieve emoties laten zien. Echter, er is een verschil
tussen patiënten met anasognosie en patiënten zonder anasognosie. Patiënten met
anasognosie leggen de focus van hun emoties niet op hun aandoening. Patiënten zonder
anasognosie leggen de nadruk juist meer op hun aandoening.
Bij NS is ook het geval dat hij de nadruk legt op gebeurtenissen afzonderlijk van zijn
aandoening. NS laat zien dat hij zijn emoties baseert op gebeurtenissen uit zijn leven
afzonderlijk van het letsel. In het begin van het gesprek geeft hij aan dat het heel goed gaat
met hem waar hij geen rekening houdt met de aandoening en dat hij niet kan lopen.
Daarnaast geeft hij ook aan dat je sterke armen nodig hebt om te surfen en zegt daarbij niks
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mabelbrands. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.06. You're not tied to anything after your purchase.