Sociale psychologie:H3 en 4 sociale cognitie en perceptie
Hoe maken mensen een indruk en hoe trekken mensen conclusies?
Sociale cognitie: Hoe mensen over zichzelf denken en de sociale wereld. Hoe mensen informatie
interpreteren, selecteren, herinneren
Associatie met een woord heeft te maken met:
- Gemoedstoestand
- Interesse
Gecontroleerd sociale cognitie: overwogen en veel nagedacht over beslissingen
Schema= mentale structuren die mensen gebruiken om hun kennis over de sociale wereld te
organiseren rondom thema’s of objecten
Scripts= schema’s over specifieke gebeurtenissen, oftewel de beschrijving van hoe zo’n gebeurtenis
gewoonlijk loopt
Automatisch sociale cognitie:
Automatisch denken heeft te maken met schema’s
- Mentale structuur om informatie en kennis te verzamelen op basis van schema’s
- Woorden en beelden activeren schema’s
- Ze sturen zo onze interpretaties van het “hier en nu”
- Schema’s bepalen ons handelen door eerdere ervaringen en kennis die schema’s vormgeven
Gevolgen van een schema:
- Schema’s zijn gebaseerd op persoonlijke ervaringen, indrukken en kennis van een onderwerp
- Dus schema’s kunnen een andere inhoud hebben per persoon
- Iedereen heeft een andere beleving door verschillende inhoud van een schema
Positieve schema: roept positief gevoel op positief gedrag
Negatief schema: roept negatief gevoel op negatief gedrag
Als hulpverlener kun je een schema veranderen of beïnvloeden om het gedrag en het gevoel te
veranderen
Toegankelijkheid van schema’s: mate waarin schema’s en concepten zich op de voorgrond van ons
bewustzijn bevinden waardoor het waarschijnlijker is dat we ze gebruiken
Priming: tijdelijk toegankelijk maken van een specifiek schema zodat ze dat schema ook gebruiken
bij een situatie
Priming mislukt wanneer er een ander schema chronisch toegankelijker is
Perseveratie effect: opvattingen die mensen over zichzelf en de sociale wereld aanhouden terwijl het
tegendeel bewezen is
Bestraffingseffect: positieve bevindingen over zichzelf en de sociale wereld die bewezen worden als
onjuist, kunnen omslaan naar zeer negatieve bevindingen
Zeigarnikeffect: niet voltooide doelen blijven het automatisch denken beheersen
, Cultuur is bepalend voor alle mogelijke schema’s waar een kind mee in aanraking kan komen
(Negatief) Selffulfilling prophecy: verwachtingen die worden gevormd door schema’s, door de
verwachtingen te geloven ga je er naar handelen (studeren kan ik niet dus doe ik minder mijn best)
Overtuigingen (schema) verwachtingen gedrag resultaat overtuigingen (schema)
Schema’s zorgen voor discriminatie je hebt verwachtingen waar je je naar gedraagt (jongens in
het steegje)
Beoordelingsheuristieken = mentale aannamen die mensen gebruiken om snel en efficiënt te
kunnen oordelen
Hoe maken we snelle beslissingen?
Heuristiek = een vuistregel
Type heuristieken:
1. Beschikbaarheidsheuristiek = op het gemak en basis van kennis een beslissing maken
2. Representativiteitsheuristiek= je wilt iets categoriseren, kijkt naar kenmerken
3. Anker en correctie heuristiek= waarde of getal als beginpunt, vervolgens onvoldoende
corrigeren op dit ankerpunt
anker= gemiddelde waarde van iets
correctie = ankerpunt niet los kunnen laten, niet voldoende kunnen corrigeren
Bv schoenen, anker= hoeveel is de gemiddelde prijs, correctie= goedkope prijs dus kopen want anker
is meer waarde, onvoldoende correctie
Informatie over de basisfrequentie= informatie over de regelmaat waarmee leden van verschillende
categorieën voorkomen
Analytische denkstijl= manier van denken waarbij mensen zich richten op de kenmerken van
objecten en niet naar de context kijken
Holistische denkstijl= manier van denken waarbij mensen zich richten op het geheel
Gecontroleerd denken= bewust, opzettelijk en uit vrije wil nadenken, dit vereist inspanning
Tegenfeitelijk denken= het verleden op mentaal niveau veranderen zodat je je kunt voorstellen hoe
het had kunnen zijn
Gedachteonderdrukking= alle gedachten dat we willen vergeten proberen te vermijden
Barrière van overdreven zelfvertrouwen= gevoel alles precies te weten dus niks meer te hoeven
leren
Attributietheorie = beschrijving vd manier waarop mensen de oorzaken van hun eigen en
andermans gedrag verklaren
Coderen= uitdrukken van non-verbaal gedrag, glimlachen, of op rug kloppen
Decoderen= interpreteren van de non-verbale uitdrukking van de ander
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller imketubee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.03. You're not tied to anything after your purchase.