■ Week 5 – Psychische overmacht en ontoerekenbaarheid
Theorie / literatuur
Grondtrekken par. 4.2.3, 4.2.4, 4.2.7
Psychische overmacht (schulduitsluitingsgrond) = van buiten komende drang
waaraan men redelijkerwijs geen weerstand kan of behoeft te bieden, of: externe
factor die de vrije wilsvorming belemmert.
Overmacht als noodtoestand (rechtvaardigingsgrond) = overtreding strafwet
door aan een maatschappelijk belang een zwaarder gewicht toe te kennen, met
vereisten van subsidiariteit en proportionaliteit – art. 40 Sr.
Ontoerekeningsvatbaarheid (schulduitsluitingsgrond) = ´niet in vrijheid
gevormde wil´ – art. 39 Sr. De ontoerekeningsvatbaarheid tast niet automatisch
het opzet (willens en wetens handelen) aan. Dat is pas het geval als ‘elk inzicht in
de draagwijdte van de gedraging ontbreekt’. In dat geval zal de einduitspraak
OVAR luiden; bij culpoze delicten vrijspraak, omdat de verwijtbaarheid onderdeel
is van de culpa.
De methode H7
Bij ontoerekenbaarheid (art. 39 Sr) gaat het om drie vragen: was er ten tijde
van het begaan van het strafbare feit sprake van een geestelijke stoornis; zo ja
bestaat er een causaal verband tussen het strafbare feit en de stoornis; zo ja,
kan daarom het feit niet aan de dader worden toegerekend? Een geestelijk
gestoorde kan opzettelijk hebben gehandeld tenzij hij ‘van elk inzicht in de
draagwijdte van zijn gedragingen en de mogelijke gevolgen daarvan
verstoken was’ – arrest Culpa in causa. Volgens de HR zal hiervan slechts bij
hoge uitzondering sprake zijn – arrest Tolbert. Het opzet is o.m. af te leiden uit
de uiterlijke verschijningsvorm van gedragingen: ‘doelgericht handelen’. Een
stoornis is aan zichzelf te wijten als de verdachte ‘verwijtbaar is komen te
verkeren in een toestand van ziekelijke storing van zijn
geestvermogens’ – arrest Culpa in causa. Verwijtbaar betekent hier: hij had
anders moeten handelen en hij had ook anders kunnen handelen. In dat geval
wordt de verwijtbaarheid niet weggenomen door de aanwezigheid van de
geestelijke stoornis: de dader had de ziekte bij zichzelf opgewekt en hij wist of
kon weten uit eerdere ervaringen wat de effecten daarvan zijn.
Materieel strafrecht pagina 1 van 8
, Psychische overmacht neemt als schulduitsluitingsgrond de verwijtbaarheid
weg. Twee factoren: drang van buitenaf (psychische toets) die van zodanige
aard is dat redelijkerwijs geen weerstand kon of hoefde te worden geboden
(normatieve toets incl. subsidiariteit en proportionaliteit).
Een beroep op psychische overmacht kan ook worden afgewezen op culpa in
causa (‘eigen schuld’): wanneer de dader zichzelf verwijtbaar in de situatie
heeft gebracht waarin een van buiten komende drang op hem werd
uitgeoefend – arrest Eigen schuld. In de zaak In de steek gelaten vrouw
was volgens de HR geen sprake van culpa in causa. Op basis van de criteria voor
psychische overmacht had het beroep daarop al kunnen worden verworpen; de
drang kwam meer van binnenuit dan van buitenaf.
Verminderde toerekeningsvatbaarheid neemt noch de verwijtbaarheid, noch de
wederrechtelijkheid van een strafbare gedraging weg.
De methode H8
Overmacht – (art. 39 Sr) kan zijn: psychische overmacht
(schulduitsluitingsgrond) of noodtoestand rechtvaardigingsgrond – arrest
Opticien. Criteria: maatschappelijke plicht; beginselen van
proportionaliteit en subsidiariteit. Daarnaast is er nog absolute overmacht
(fysieke onmogelijkheid anders te handelen; in de zin van het strafrecht geen
gedraging). Noodtoestand belangrijk in rechtspraak over euthanasie en
hulp bij zelfdoding – standaardarrest Euthanasie Alkmaar.
Criterium: ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Arrest Chabot (hulp bij
zelfdoding): consultatie tweede arts indien geen lichamelijke ziekte.
Levensbeëindiging op verzoek is strafbaar volgens art. 293 Sr;
strafuitsluitingsgrond op basis van art. 293 lid 2, sinds 2002 – tot dan kon een
arts zich beroepen op overmacht in de zin van noodtoestand. In het arrest
Brongersma was betrokken bejaarde niet ziek, waardoor ‘uitzichtloos’ niet vast
te stellen, bovendien arts niet deskundig. De HR oordeelde dat in dat geval een
arts geen hulp mag verlenen, en verwees naar ‘medisch classificeerbare ziekten’;
echter deze eisen waren niet bekend toen het feit werd gepleegd (1998).
Jurisprudentie
HR 9 juni 1981, NJ 1983, 412 Culpa in causa – jongen die zijn oma
doodstak na gebruik van heroïne en cocaïne. Over het opzet: HR bevestigde
oordeel hof dat niet aannemelijk is geworden dat sprake was van een zodanig
ernstige geestelijke afwijking dat de verdachte dientengevolge tijdens het begaan
van het bewezene ‘van elk inzicht in de draagwijdte van zijn gedragingen
en de mogelijke gevolgen daarvan verstoken was’. Over de toerekening:
verdachte is ‘verwijtbaar komen te verkeren in een toestand van
ziekelijke storing van zijn geestvermogens’.
Materieel strafrecht pagina 2 van 8
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anjalam. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.90. You're not tied to anything after your purchase.