Samenvatting recht
In een samenleving heb je
• Individuele belangen (bv. inkomen en eigen woning) en
• Collectieve belangen (bv. Veiligheid, volksgezondheid en onderwijs).
Om dit allemaal in evenwicht te brengen is een ordening van de samenleving nodig. Als een
organisatie het hoogste gezag uitoefent op een gemeenschap spreken we van een staat.
Kenmerken van een staat;
1) Grondgebied= Het territorium van de staat die in een verdrag vast zijn gelegd. In
internationale verdragen zijn ook de grenzen aan de kust vastgelegd. Verder hoort het
luchtruim boven het land ook bij het grondgebied van een staat.
2) Gemeenschap= Mensen die daartoe behoren vanwege hun afstamming of de nationaliteit
hebben gekregen. Een gemeenschap kan bestaan uit mensen met een verschillende identiteit
die zich met elkaar verbonden voelen.
3) Gezag= Het exclusieve zeggenschap dat de staat heeft over het hele grondgebied. Het
hoogste gezag is gericht op het scheppen en handhaven van de orde. Het hoogste gezag heeft
ook een geweldsmonopolie. Dit is van toepassing op iedereen die op hun grondgebied
bevindt. Met de staat kan zowel de overheid als het land bedoeld worden.
De staat is soeverein. De Nederlandse staat is ook een rechtspersoon. Andere staten
erkennen dit en moeten het zelfbeschikkingsrecht van Nederland respecteren. Erkenning van
de staat wordt wel als een vierde kenmerk van een staat beschouwd. Echter zijn er landen die
niet door alle staten erkend worden (bv Palestina). \
De staat zorgt voor bescherming van de burgers door landsgrenzen te verdedigen en de
orde te handhaven. Ook zorgt het ervoor dat het algemeen belang wordt gediend. De
overheid vervult haar taken door als wetgever op te treden, door te besturen en door
middel van rechtsspraak. Het hoogste gezag is verspreid over verschillende organen van
een staat. De verhouding tussen de staat en burger noemen we het publiekrecht. De
juridische verhouding tussen (rechts)personen noemen we het burgerlijk recht. Het
publiekrecht kan je onderverdelen in het staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht.
Staatsrecht= Rechtsgebied dat de inrichting van de staat en het optreden van de overheid
regelt.
Bestuursrecht= Rechtsgebied dat de manier regelt waarop de staat wordt bestuurd.
Strafrecht= Rechtsgebied dat de vervolging en bestraffing van (rechts)personen regelt.
,Rechtsbescherming
Rechtsbescherming: de mogelijkheid om te kunnen gaan naar een rechter om je zaak voor te
leggen.
Rechtsgang: naar welke rechter je kan en eventueel daarna in hoger beroep kan gaan (of
verder).
Ieder rechtsgebied (m.u.v. het staatsrecht) kent zijn eigen rechtsgang.
Rechterlijke macht: Heeft als taak de regels toe te passen zodat deze gehandhaafd kunnen
worden en indien nodig sancties uitvoeren.
Rechters:
1. Rechtbank
• De lagere rechter. Ook wel de eerste aanleg genoemd.
• Heeft verschillende kamers (zoals straf-, familie-, handel- en bestuurskamers.
• Kantongerechten maken onderdeel uit van de rechtbanken.
2. Gerechtshof (civiel en straf)
• Dit is voor hoger beroep tegen uitspraak van een lagere rechter
3. Hoge Raad
→ Hoogste rechtscollege
→ ‘Beroep in cassatie’
→ Er wordt niet meer naar de feiten gekeken (zijn immers vastgesteld). Er wordt alleen
gekeken of het recht goed is toegepast.
4. Bestuursrechtspraak Raad van State
• Hoogste rechter in het bestuursrecht.
,Rechtsgang per rechtsgebied
Bestuursrecht
→ De overheid neemt een besluit ten onvrede van de burger en maakt bezwaar tegen de
overheid en gaat nog niet naar de rechter.
→ Als dat niet lukt dan gaat de burger naar de rechtbank.
→ Als dat is gebeurd kunnen beide partijen in hoger beroep bij de afdeling
bestuursrechtspraak Raad van State
→ Dit besluit is dan ook het definitieve besluit en de zaak is hiermee gesloten.
Strafrecht
→ Verdachte krijgt door OM een dagvaarding. Dit is de start van het strafproces.
→ Verdachte komt in eerste instantie bij de Rechtbank in eerste aanleg met het OM als
tegenpartij.
→ De Rechtbank doet een uitspraak en daarna kunnen beide partijen als ze niet met de
uitspraak eens zijn in hoger beroep bij het Gerechtshof.
→ Als dat ook niet lukt kan men in cassatie.
Privaatrecht
→ Een van beide partijen start een rechtszaak bij een rechtbank. Dit wordt ook wel
procedure in eerste aanleg genoemd.
→ Vervolgens kan een van de partijen in hoger beroep.
→ Als dat ook niet lukt gaat men naar de Hoge Raad (in cassatie).
Bij het staatrecht kan je geen procedure starten. Een verandering in het staatsrecht kan
alleen door politiek te bedrijven.
Belangrijk: diverse rechtsgebieden hebben een eigen procesrecht en eigen regels.
, Rechtsbronnen
Er zijn 3 rechtsbronnen
− 1 Wetten (inclusief verdragen)
Een wet is een geheel van bij elkaar horende rechtsregels die samen een geheel vormen
over een bepaald onderwerp (bijvoorbeeld Opiumwet dat gaat over handel, verkoop etc.
van drugs). Een wet bestaat uit meerdere wetsartikelen. Een wetboek is een wet die zo
omvangrijk is dat die wetboek is genoemd. Dit is dus een grote wet (bijvoorbeeld
wetboek van strafverordening). Een wettenbundel is een geheel van wetten die is
geselecteerd door een uitgever die in een bundel zijn geplaatst. De wetten zijn gekoppeld
aan rechtsgebieden.
Wetten uit bestuursrecht
▪ Algemene wet bestuursrecht (AWB) — Vooral formeel recht (ook stukje materieel
recht
▪ Bijzondere bestuurswetten (vooral materieel) zoals:
▫ Participatiewet
▫ Omgevingswet
▫ Vreemdelingenwet
▫ Werkloosheidswet
▫ Wet op inkomstenbelasting
▫ Wet op hoger of wetenschappelijk onderwijs
Wetten uit strafrecht
▪ Wetboek van Strafrecht (WVSR, SR) (materieel)
▫ Staan allerlei delicten opgenomen
▪ Wetboek van Strafvordering (WvSv, SV) (formeel)
▫ Gaat over procedureregeld. Wanneer kun je aangemerkt worden als verdachte, hoe je
gedagvaard kunt worden, hoe je in hoger beroep kan etc.
▪ Bijzondere wetten zoals Wet op Wapens en Opiumwet
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eacar1923. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.39. You're not tied to anything after your purchase.