Intern milieu= de weefselvloeistof, lymfevloeistof, cytoplasma en bloedplasma
Homeostase= het proces waarbij organisme het interne milieu van chemische en fysische processen
in evenwicht proberen te houden, ondanks veranderingen n de omgeving waarin het organisme zich
bevindt.
De gewenste waarde in de regelkring ligt vast als norm in de hersenen. Regelkringen bestaan uit
receptoren en effectoren die samen een waarde ronde de ingestelde norm proberen te behouden.
Receptoren registreren de actuele waarde in het interne milieu en geven dit door aan het
regelcentrum. Het regelcentrum vergelijkt deze informatie met de norm en stuurt de afwijking door
naar de effectoren. De werking van de effectoren herstelt de afwijking, dit heeft negatieve
terugkoppeling.
Vitale organen= belangrijkste organen in het lichaam; hart, lever, longen, hersenen.
Kerntemperatuur= temperatuur in het centrale deel van het lichaam, waar de vitale organen liggen.
Deze temperatuur varieert bijna niet en de norm ligt vast op 37*C. Dat draagt bij aan een goede
werking van de processen in de diepliggende vitale organen.
De hypothalamus bevat receptoren in aan de hand van de bloedtemperatuur de kerntemperatuur
registreren. Ook bevat de hypothalamus de norm en het regelcentrum van de kerntemperatuur.
Schiltemperatuur= temperatuur in buitenste lagen van het lichaam (de huid, onderhuidsvet en
ledematen). Deze varieert met de temperatuur van zijn omgeving de receptoren voor de
schiltemperatuur liggen in de huid en skeletspieren, het zijn aparte koude- en warmtereceptoren. De
schiltemperatuur is over het algemeen lager dan de kerntemperatuur. Bij regeling van de
schiltemperatuur zijn meerdere hersencentra betrokken die van invloed zijn op de warmteproductie
in de kern.
Bij een extreem koude buitentemperatuur of afwijking in de stofwisseling kan het lichaam meer
warmte afgeven dan het produceert, onderkoeling (hypothermie) is het gevolg.
Bij koorts heeft de hypothalamus de norm verhoogd, hierdoor gaan enzymen aan de slag alsof er
onderkoeling dreigt. Een hogere lichaamstemperatuur stimuleert de productie en afgifte van
afweerstoffen. Een verhoging van de norm voor kerntemperatuur vindt plaats onder invloed van
cytokine--> een eiwit geproduceerd door witte bloedcellen bij ontstekingen.
Het regelcentrum voor de samenstelling van het interne milieu bevindt zich ook in de hypothalamus.
__________________________________________________________________________________
De lever krijgt bloed uit de leverslagader en de poortader. De poortader bevat verteringsproducten
en de leverslagader breng O2-rijk bloed uit de aorta en ook voedingstoffen. De lever is verdeeld in
, groepen cellen met elk een eigen aftakking van de lever- en poortader. Dit zijn de leverlobjes en
hierin bevinden zich speciale bloedruimtes; de sinusoïden.
Koolhydraatwisseling (lever):
Weefsels nemen onder invloed van insuline glucose op. Hierdoor daalt de glucose concentratie in
het bloed. In de lever stimuleert insuline de omzetting van glucose in de polysacharide glycogeen:
glycogenese. Is de voorraad glycogeen gevuld dan zetten de cellen extra aangevulde glucose om in
vetten. Daalt de glucoseconcentratie in het bloed onder de normwaarde, dan maakt de alvleesklier
glucagon aan. Hierdoor zet de lever glycogeen weer om in glucose en geeft dat af aan het bloed. Stel
de glucosevoorraden in her bloed en de glycogeenvoorraden in de lever raken beide uitgeput, dan
kunne de levercellen ook glucose uit aminozuren en vetten maken: gluconeogenese.
Vetstofwisseling (lever):
Eet je iets vet, dan ontvangt je lever glycerol en vetzuren. Vetzuren dienen als brandstof en als
bouwstof voor bijvoorbeeld je celmembranen. De lever kan ongeschikte vetzuren ombouwen tot
geschikten. Cholesterol is nodig voor de stabiliteit van celmembranen en als grondstof voor
hormonen. Vetten zijn hydrofoob en dus niet oplosbaar in het bloedplasma. Daarom voorziet de
lever stoffen als cholesterol van een hydrofiele laag van eiwitten en vormt zo de lipoproteïnen, die
het bloedplasma wel kan vervoeren.
Essentiele vetzuren= vetzuren die het lichaam niet zelf kan maken.
Eiwitstofwisseling (lever):
Van de aminozuren die je binnenkrijgt is een deel bruikbaar voor de opbouw van nieuwe
voedingsstoffen. Een teveel aan eiwitten kan de lever niet opslaan, maar het kan aminozuren wel
omzetten en afbreken. Ombouwen gebeurt via transaminering: een aminozuur ruilt zijn
aminogroep(-NH2) tegen een ketogroep (=O) van een ander molecuul, dit molecuul veranderd
daardoor in het aminozuur wat nodig is. Blijven er aminozuren over, dan worden deze afgebroken.
Eerst verwijderd de lever de aminogroep; deaminering. Uit de aminogroep vormt de lever
vervolgens ammoniak. Daarna koppelt de lever ammoniak aan CO2, waarbij ureum ontstaat. De rest
van het aminozuur dient als brandstof en ook kan de lever restanten omzetten in vet(lipogenese) of
glucose (gluconeogenese).
Andere functies lever:
1. Rode bloedcellen opruimen --> het ijzer uit de hemoglobine slaat de lever op in het eiwit
ferritine, deze kan gebruikt worden voor het maken van nieuwe rode bloedcellen. Uit
hemoglobine ontstaat de afvalstof biliverdine. Je lever maakt hi bilirubine van en scheidt
deze voornamelijk uit via galg, bloed en urine.
2. Ontgiften --> je levercellen breken giftige stoffen af; detoxificatie. Bij de afbraak van alcohol
zet de lever alcohol, met behulp van alcoholdehydydrogenase, om in ethanal. Daarna zet
aldehydedehydrogenase het ethanal om in het niet-giftige azijnzuur.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sanneamvbuuren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.90. You're not tied to anything after your purchase.