100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding Europese Rechtsgeschiedenis (MET1022) $13.78   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding Europese Rechtsgeschiedenis (MET1022)

 24 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit document bevat alle huiswerktaken en opdrachten, voorzien van commentaar van de tutor. Veel succes!

Preview 4 out of 33  pages

  • Yes
  • February 11, 2021
  • 33
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Huiswerktaak 1
1.1 Justinianus (482-565)
Justinianus werd in 482 in Servië geboren, de voertaal was Latijn  Grieks. Het dorp behoorde tot het
Oostromeinse rijk. De vader van Justinianus was een eenvoudige boer, Justinianus heeft zijn succes
aan zijn moeder te danken. Zij was de zus van een succesvolle generaal van het Romeinse leger, welke
later tot keizer van het Romeinse rijk werd benoemd. In 521 woonde Justinianus in Constantinopel en
werd hij Consul. Consul was het hoogst mogelijke ambt. Ie der jaar werden er twee verkozen, ze zaten
om de beurt de senaat voor en leidden de werkzaamheden van de senaat. 1 Justinianus werkt zich
omhoog en in het jaar 527 wordt hij alleenheerser in de periode van het Dominaat. Met zijn
wetgevingsproces wilde Justinianus de oude glorie van het Romeinse recht herstellen 2, dit probeerde
hij te bereiken door middel van twee instrumenten: wapenen en wetten (armis legibusque).3 Vanuit
zijn ambitie om het Rijk te herstellen door middel van wetten, stelde Justinianus is de het later
genoemde Corpus Iuris Civilis samen. Onderdeel hiervan zijn de Digesten, een verzameling van de
belangrijkste stukken geschreven door juristen. De Digesten bestonden uit responza (adviezen) en
commentaren (voornamelijk geschreven door Papinianus, Paulus en Ulpinianus, de drie grootste
juristen).4 Ze werden uitgevaardigd in het jaar 533. In datzelfde jaar vaardigt Justinianus ook de
Instituten uit. Dit was een inleidend leerboek over het Romeins recht, gemaakt voor gebruik in het
onderwijs en gebaseerd op de instituten van Gaius uit de tweede eeuw. De instituten bestonden uit
vermogensrecht, personenrecht en acties. 5 Ook al waren de instituten een leerboek voor scholen, ze
hadden dezelfde status als Digesten en de Codex. 6 In het jaar 534 besluit Justinianus de codex
Theodosianus uit 529 te herzien omdat deze verouderd was na het uitbrengen van de Digesten en
Instituten. De codex betrof kerkelijke rechtspraak, publiek- en privaatrecht en diende als verzameling
van het geldende recht. Door de codex probeerde hij ordening aan te brengen in de grote hoeveelheid
van wetenschappelijke erfenis. Justinianus verbood dat men in de toekomst tekst en commentaar zou
toevoegen aan de codex, hiermee bevestigde Justinianus dat hij de enige wetgever was in het Rijk en
dat er maar één rechtsbron was. Van Justinianus zelf waren er 400 wetten opgenomen in de codex, de
verzameling omvatte in totaal 4600 wetten. De wetten die Justinianus na 535 uitvaardigde heeft hij
niet meer zelf kunnen codificeren in de codex, ze zijn na zijn dood toegevoegd in particulieren
Novellen.7
In de Digesten zitten onderwerpen die eerder aan bod kwamen in de geschiedenis dan de Instituten
(Gaius). De codex komt alleen uit de tijd van de keizers, en is niet het grootst. De Digesten zijn het
grootst omdat het casuïstische onderdelen zijn en is dan ook het grootst.
1.2 Nakoming van verbintenissen: Celsus
Als er een verbintenis is, is het niet zo dat alleen door de verbintenis het goed wordt overgedragen. De
romeinen kende 4 contractsvormen.
De tekst heeft het over een verplichting om te doen voortvloeiend uit een stipulatie. De schuldenaar
wordt verplicht tot het betalen van een geldbedrag. De tekst licht niet nader toe of dit een
schadevergoeding betreft. Uit stipulatie volgt pas een verbintenis na vraag en antwoord, dus wanneer
de ander beloofd heeft ermee in te stemmen. Het recht op nakoming is in ons huidige recht heel
belangrijk. Bij de Romeinen was dat anders, je had recht op schadevergoeding en niet op nakoming.
1
R. Lesaffer, Inleiding tot de Europese Rechtsgeschiedenis, Leuven: Leuven University Press, 2008, p. 28
2
P. Stein, Roman Law in European History, Cambridge: Cambridge University Press, 1999, p. 33.
3
http://www.rjhbrink.eu/Berolini/medewerkers/Lokin/Justinianus.htm Geraadpleegd op 12-01-2016.
4
College 10-01-2017.
5
Lesaffer 2008, p. 100 en 101.
6
Stein 1999, p. 35.
7
Lesaffer 2008, p. 100 en 101.

,Celsus leefde in de eerste eeuw na Christus.
Hypothetisch: A heeft een fiets, en geeft deze in bruikleen aan B. C zegt “ik wil die fiets ook
gebruiken”, en sluit een overeenkomst met B ‘onderbruikleen’. C heeft de fiets en vernielt hem. B had
de fiets in bruikleen en kan hem niet meer teruggeven, maar B lijdt geen schade want de fiets was niet
van hem. A lijdt schade. In het Romeinse recht: C gaat d.m.v. een extra verbintenis (stipulatie) aan B
beloven dat hij hem niet kapot zal maken, dit gebeurt wel en de stipulatie is dus gebroken. C moet
schadevergoeding betalen aan B. D.m.v. deze vergoeding kan B aan A vergoeden.
Stipulatie (contractus verbis) is een verbintenis om te doen, wanneer niet nagekomen wordt moet
schade vergoed worden.
1.3 Nakoming van verbintenissen: Ulpianus
Hij was geen Romein  Ulpianus is een van de bekendste romeinse rechtsgeleerden. Hij werd
geboren in het jaar 170 na Christus. Over zijn opleiding is niets bekend. Hij werd uiteindelijk de meest
invloedrijke man na de keizer als praefectus praetorio en lid van de kroonraad. In 223 werd hij
vermoord.8 In de Digesten uitgevaardigd door Justinianus zijn er teksten van 39 juristen bewaard, de
teksten van Ulpianus maken 40% van het totaal uit. 9 Ulpianus schreef commentaar op het werk van
zijn voorgangers op een duidelijke maar complexe manier voor latere generaties. In een instituut voor
scholen maakte Ulpianus voor het eerst helder onderscheid tussen privaatrecht en publiekrecht.
Hiervoor had publiekrecht nog geen eenduidige definitie en werd het meestal gebruikt om
privaatrechtelijke regels aan te geven die niet gewijzigd konden worden door privaatrechtelijke
overeenkomst, in contrast met de privaatrechtelijke regels die wel door partijen opgelost konden
worden. Ulpianus gebruikte de term publiekrecht voor recht van een publieke aangelegenheid.
Ulpianus wilde waarschijnlijk de traditionele privaatrechtelijke regels beschermen tegen inmenging
van de keizer en de niet-Romeinse burgers waar de Romeinse wetten na de Constitutio Antoniniana op
van toepassing waren verzekeren dat privaatrecht anders is dan publiekrecht. 10
In de casus worden verschillende dienstbaarheden genoemd. Dit kunnen verbintenissen zijn om te iets
te geven. Wanneer er niet nagekomen wordt moet er een actie worden verleend. Dit betekent dat de
eiser rechtsingang wordt verleend.
“Het edict” uit de tekst in het blokboek slaat op het Eeuwige edict, daar had hij commentaar op.
Wanneer een stukje uit de Codex komt staat er een ‘C’ voor het stuk. Komt het uit een instituut staat er
‘Inst.’ Staat er een ‘D’ komt het uit een Digest.
“Stipulaties aangaande zaken die geen deling verdragen, bijv. rechten van weg, overpad, dreef,
waterleiding en de overige dienstbaarheden, kunnen niet worden gesplitst.”  het betreft een absoluut
beperkt goederenrecht. Dit betreft een verbintenis om te geven aangezien het een zakelijk recht is. Een
recht tot overpand kan niet gesplitst worden.
“Hetzelfde geldt mijns inziens ook als iemand gestipuleerd heeft dat er iets gedaan zal worden, bijv.
het overdragen van een perceel grond, het graven van een greppel, het bouwen van een woonkazerne,
of dagdiensten of iets van dien aard. Deling daarvan maakt de stipulatie immers waardeloos.”  dit is
een mening van Ulpianus. Hij is van mening dat het niet kan, dit betekent niet dat het ook
daadwerkelijk niet kan. In dit stukje gaat het niet meer om een verbintenis tot geven, maar een
verbintenis tot doen. Ulpianus zegt dat een verbintenis tot te doen ook niet gesplitst kan worden er zou
geen sprake moeten zijn van schadevergoeding, maar van nakoming.



8
http://www.stilus.nl/oudheid/wdo/ROME/AUT/ULPIAN.html Geraadpleegd op 12-01-2016.
9
Lesaffer 2008, p. 99
10
Stein 1999, p. 20 en 21.

,“Toch vermeldt Celsus in het 38e boek van zijn Digesten dat Tubero van mening was dat er, wanneer
wij bedingen dat iets moet gebeuren, in het geval dat dit niet gebeurd is een geldsom dient te worden
betaald en dat daarom ook in zo’n geval de stipulatie wordt verdeeld. Wanneer men de opvatting van
Tubero volgt, kan men dus, aldus Celsus, zeggen dat op basis van een schatting van hetgeen had
moeten gebeuren een actie** moet worden verleend.”  Ulpianus vermeld nu de mening van Celsus.
Wanneer niet nagekomen wordt bij een verbintenis om te doen dient schadevergoeding te volgen.
Tubero en Celsus zeggen bij niet nakomen (bijvoorbeeld: aannemer zou een huis bouwen maar bouwt
alleen de kelder), dat je dan recht hebt op schadevergoeding. Ulpianus is van mening dat je dan recht
hebt op nakoming. De meningen verschillen zodoende over dit onderwerp.
Tubero: 193 v. Chr. Jurist.
‘De actie’ = formula proces (praetor).
Er komen in dit stukje dus verbintenissen tot geven en verbintenissen tot doen naar voren. Er is dus
een verschil tussen beiden.
 denk na voor de opdracht, wat er zo vreemd is (voor ons) dat in de tekst staat. Wat is het
merkwaardige karakter?
1.4 Nakoming van verbintenissen uit verkoop
“Als een verkochte zaak niet wordt geleverd, kan een actie worden ingesteld voor het belang, d.w.z.
het belang dat de koper erbij heeft de zaak te hebben. Dit gaat soms de koopprijs te boven, wanneer
zijn belang groter is dan de waarde van de zaak of de ervoor betaalde prijs.”  Ulpianus heeft in dit
stuk commentaar op het commentaar van Sabinus op het edict.
“De doorluchtige keizers Diocletianus (keizer Oost-romeinse rijk) en Maximianus (keizer West-
romeinse rijk) aan Mucianus. Indien door het onbeschaamde gedrag van de verkoper de levering van
de verkochte zaak niet in overeenstemming met het koopcontract plaatsvindt, zal de
provinciegouverneur ervoor moeten zorgen dat de taxatie van de veroordeling wordt gesteld op het
belang dat de koper er naar zijn schatting bij had, dat de koop zou worden uitgevoerd.”  dit stukje
komt uit de Codex en is een rescript (het is een antwoord op een vraag die Mucianus aan de keizer
stelt). Beiden teksten (bovenstaand en deze) zeggen hetzelfde. Het betreft een verbintenis tot doen
(niet tot geven, dit is een logische redenatie i.v.m. levering, echter was dit voor de Romeinen een
‘doen’.) Aangezien het een verbintenis tot doen betreft, heb je bij niet-nakoming recht op
schadevergoeding.
Diocletianus werd keizer in het jaar 284. De keizertijd veranderde met zijn komst van Principaat naar
Dominaat. Waar in de tijd van het Principaat het individu niet centraal stond, en de staat bestond uit de
senaat en het volk van Rome, vereenzelvigde Diocletianus de keizer met de republiek. De keizer werd
Meester en God. In de tijd van het Dominaat veranderde het keizerlijk regime in een militaire
dictatuur. De keizer was niet meer afhankelijk van de Senaat en het volk van Rome. 11 Omdat de keizer
alle macht naar zich toe trok ging het Romeinse Rijk er op verscheidene gebieden op achteruit, qua
politiek, economie, recht en op militair gebied. Justinianus trachtte door middel van zijn
wetgevingsproces eenheid te scheppen in het Romeinse Rijk en hij wilde orde/logica aanbrengen in
het recht door het vast te leggen. Wanneer het recht vaststaat in ‘wetboeken’ wordt het lastig voor een
alleenheerser om het recht te omzeilen en naar zijn hand te zetten, het geldende recht staat immers
zwart op wit.
Er waren in de tijd van de Romeinen twee procesvormen. De Cognitio Extraordinaria en het Formula
proces. Het Cognitio proces bestond uit één fase en de zaak werd behandelt door een professionele
rechter. De procedure vond voornamelijk schriftelijk plaats en er was de mogelijkheid om in hoger

11
Lesaffer 2008, p. 48-50.

, beroep te gaan. Het Formula proces bestond uit twee fasen. In de eerste fase, in iure, vond de
juridische kwalificatie plaats door een praetor, een magistraat. De tweede fase, apud iudicem, werd
berecht door een lekenrechter, hij controleerde de feiten. De procedure vond mondeling plaats en er
was geen hoger beroep mogelijk. Door het Formula proces was het makkelijk greep te houden op de
rechtsvorming. De praetor hoefde zich niet bezig te houden met de bewijsvoering.
Het Formula proces en Cognitio proces lopen in de tijd van het Principaat en Dominaat parallel aan
elkaar. Echter, des te meer macht de keizer krijgt (wanneer de staatsvorm van Principaat naar
Dominaat verschuift) des te meer het Cognitio proces belangrijk wordt. Op enig moment staat de
ontwikkeling van het Formula proces stil en wordt het Cognitio proces de enige heersende
procesvorm.12
In het tekstfragment krijgt de provinciegouverneur de bevoegdheid om het bedrag vast te stellen dat de
verkoper moet betalen aan de koper wanneer hij niet conform het koopcontract handelt. Het betreft
hier nakomen van een specifieke zaak. De provinciegouverneur bepaalt dit bedrag aan de hand van het
belang dat de koper bij de overeenkomst zou hebben gehad, hij treedt op als rechter. Het betreft in de
casus een verbintenis tot een ‘doen’, wanneer een partij niet nakomt kan hij tot een geldbedrag worden
veroordeeld. In de casus is sprake van het Cognitio proces.




12
College 10-01-2017.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller robinUM. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $13.78. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78998 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$13.78
  • (0)
  Add to cart