100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Ross en Wilson Anatomie en Fysiologie in gezondheid en ziekte-, ISBN: 9780702069413 AFPF leerdoelen blok 1A $6.57
Add to cart

Summary

Samenvatting Ross en Wilson Anatomie en Fysiologie in gezondheid en ziekte-, ISBN: 9780702069413 AFPF leerdoelen blok 1A

 33 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle leerdoelen uitgebreid uitgewerkt per casus die behandeld wordt.

Preview 4 out of 32  pages

  • Yes
  • February 11, 2021
  • 32
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Casus 1
· Een beschrijving geven van de complexiteitsniveaus van structuren in het
lichaam
- Mens
- Stelselniveau (spijsverteringsstelsel)
- Orgaanniveau (maag)
- Weefselniveau (spierweefsel)
- Celniveau (spiercel)
- Scheikundig niveau (atomen/moleculen).

· Een definitie geven van de begrippen ‘milieu intérieur’ en ‘homeostase’
- Homeostase: letterlijk zonder verandering. Maar in feite: een dynamische situatie die
binnen nauwe grenzen in verandering is. Bij verstoring van deze balans loopt het welzijn
van het individu in gevaar. Enkele belangrijke fysiologische variabelen die binnen nauwe
grenzen gehandhaafd worden door homeostatische regelmechanismen zijn:
- Kerntemperatuur (36,5 - 37,5)
- Water en elektrolytenhuishouding
- Zuurgraad (pH) van lichaamsvloeistoffen
- Bloedsuikergehalte
- Bloed- en weefselvloeistof en koolstofdioxidegehaltes
- Bloeddruk
De homeostase wordt gehandhaafd door systemen die veranderingen in het milieu
interieur opsporen en daarop reageren. Zo’n regulatiesysteem heeft 3
basiscomponenten:
1. Detector
2. Regelcentrum: bevat de waarden waarbinnen de variabele factor moet
worden gehandhaafd. Ontvangt het bericht van de detector en verwerkt
het. Als er aanpassing nodig is reageert het controlecentrum door wijziging
van de opdrachten die het zendt naar de effector.
3. Effector: door dit dynamische proces worden de fysiologische variabelen
continu bijgesteld
- Milieu intérieur: de vloeistof buiten de cel dus het vocht dat om de cellen heen zit, ook wel
de extracellulaire vloeistof. Ruimte buiten de cellen van een weefsel wat bescherming
voor weefsels en organen biedt.

· Negatieve en positieve feedbackmechanismen met elkaar vergelijken
- Negatieve feedbackmechanismen: in systemen die door negatieve feedback
worden gereguleerd zorgt het signaal naar de effector afname of negatie (het
tegenovergestelde) van het effect van de oorspronkelijke stimulus, ten einde
homeostase te handhaven of te herstellen. het heet negatief omdat het de
verandering is die uiteindelijk een negatief signaal afgeeft → gaat terug naar
homeostase.
- Positieve feedbackmechanismen: versterkende of cascade-mechanismen, bestaan
er maar een paar, stimuleert verder activiteit. Hierbij doet stimulus de respons
progressief toenemen zodat, zolang de stimulus aanhoudt, de respons
progressief wordt versterkt → bloedstolling, baarmoedercontracties bij
bevalling. Bij bevalling worden contracties van baarmoeder gestimuleerd door

, het hormoon oxytocine. Hierdoor hoofdje van baby in baarmoederhals geperst
waar receptoren worden gestimuleerd. Er wordt meer oxytocine afgescheiden
waardoor contracties sterker worden en de bevalling wordt voortgezet. Baby
ter wereld → stopt afscheiding oxytocine.

· De functies van de transportsystemen in het lichaam beschrijven
Bloed: via het netwerk van bloedvaten transporteert het bloed stoffen door hele lichaam.
→ Bestaat uit 2 componenten:
1. Vloeistof (plasma)
2. Bloedcellen
→ Bestaat uit 3 soorten bloedcellen:
1. Erytrocyten (rode bloedcellen) vervoeren zuurstof en koolstofdioxide tussen longen en
lichaamscellen
2. Leukocyten (witte bloedcellen) beschermen het lichaam tegen infecties en andere
xenobiotica, zijn groter en minder talrijk dan erytrocyten
3. Trombocyten (bloedplaatjes) kleine cellen, belangrijk bij bloedstolling
Bloedsomloop: netwerk dat bestaat uit bloedvaten en het hart.
→ Bestaat uit 3 soorten bloedvaten:
1. Arteriën (slagaders) die bloed vanuit het hart vervoeren
2. Venen (aders) die bloed van het hart terugvoeren
3. Capillairen (haarvaatjes) die arteriën en venen met elkaar verbieden, hier vindt de
uitwisseling van stoffen plaats tussen het bloed en de weefsels
Lymfoïde systeem: in de lymfevaten zitten ophopingen lymfeklieren waar de lymfe wordt gefilterd
en worden microben/andere stoffen verwijdert. Het zorgt voor productie/rijping lymfocyten, de
witte bloedcellen die betrokken zijn bij het immuunsysteem.
→ Bestaat uit aantal lymfevaten

· De functies van het zenuwstelsel en het endocriene stelsel van interne
communicatie samenvatten
Zenuwstelsel: snelwerkend communicatiesysteem.
- Het centrale zenuwstelsel bestaat uit: de hersenen, ruggenmerg.
- Het perifere zenuwstelsel (vertakkende zenuwvezels), bestaat uit:
→ Sensorische (afferente) zenuwen: sturen signalen van het lichaam naar de hersenen.
→ Motorische (efferente) zenuwen: sturen signalen van hersenen naar de
effectororganen, zoals spieren en klieren. Somatische zintuigen detecteren 4 prikkels:
pijn, tast, warmte en koude. Deze bestaan uit gespecialiseerde sensorische receptoren op
de uiteinde van zenuwvezels.
Endocriene stelsel: bestaat uit:
- Stelsel van afzonderlijke klieren die verspreid door het lichaam liggen. Deze klieren
scheiden chemische stoffen, hormonen en bloed af.
- Hormonen stimuleren specifieke doelorganen die betrokken zijn bij metabolische
processen en andere cellulaire activiteiten groei en rijping van het lichaam.
- Endocriene klieren reageren op het gehalte van bepaalde stoffen in het bloed, waaronder:
glucose, ionen en speciale hormonen.
- Regulaties via het endocriene stelsel verlopen langzamer dan die door het zenuwstelsel
Interne communicatie: dit gebeurt door activiteiten van het endocriene stelsel en zenuwstelsel.

, · In hoofdlijnen beschrijven hoe het lichaam stoffen absorbeert
→ Zuurstof wordt opgenomen:
- Zuurstofgehalte in de buitenlucht is 21%.
- Een continue toevoer van zuurstof is van essentieel belang voor het menselijk bestaan.
- Zuurstof wordt gebruikt voor de chemische reacties waarbij energie vrijkomt uit
voedingsstoffen.
→ Lucht gaat van: pharynx (keel) → larynx (strottenhoofd) → trachea → twee
hoofdbronchiën → aantal kleinere bronchiën → vertakkingen eindigen in de
longblaasjes (miljoenen kleine dunne luchtzakjes die omgeven zijn door een netwerk
van dunne capillairen) → op dit niveau vindt de uitwisseling plaats van vitale gassen
tussen de longen en het bloed.
- 80% van de buitenlucht bestaat uit stikstof.
- Het lichaam kan geen gebruik maken van de stikstof in het buitenlucht (gasvorm). De
stikstof die het lichaam nodig heeft wordt uit eiwithoudend voedsel gehaald (vlees en vis):
voedingsmiddelen:
- Belangrijk voor celopbouw, groei, herstel en ondersteunen.
- Water, koolhydraten, eiwitten, vetten, vitaminen en mineralen.
- Onmisbaar voor:
- handhaving vochtbalans van het lichaam
- toevoer van energie
- toevoer van de bouwstenen voor synthese van grote en complexe moleculen die
het lichaam nodig heeft
→ Spijsvertering:
- Voeding wat wordt opgenomen is zelden rechtstreeks bruikbaar voor het lichaam.
- Functie: voedsel afbreken en verteren om het geschikt te maken voor absorptie in het
bloed en gebruik door lichaamscellen.
- Bestaat uit: maag/darmkanaal (pharynx, slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm en
rectum).
- Spijsverteringskanaal met bijbehorende organen: speekselklieren en alvleesklier
(synthetiseren en scheiden spijsverteringsenzymen af wat belangrijk is voor de afbraak
van voedsel) en lever.
→ Metabolisme: chemisch processen in het lichaam.
- Anabolisme: opbouw of synthese van grote en complexe stoffen.
- Katabolisme: afbraak van stoffen om energie vrij te maken en om grondstoffen te vormen
voor anabole processen die naast afvalstoffen kunnen worden uitgescheiden.
Koolhydraten zijn de voornaamste energiebronnen. Bij dieet arm worden de eiwitten gebruikt
voor energielevering.

· De afvalstoffen noemen die door het lichaam worden verwijderd
Koolstofdioxide: afvalproduct van het cel metabolisme:
- lost op in lichaamsvloeistoffen.
- om de pH binnen normale waarden te houden, moet het koolstofdioxide in voldoende
mate worden verwijderd, dit gebeurt hoofdzakelijk in de longen tijdens het uitademen.
Urine: urinewegstelsel bestaat uit, nier, ureter, blaas en urethra:
- urine bestaat uit water en afvalproducten, vooral eiwitten en ureum.
- de nieren handhaven de vochtbalans onder invloed van hormonen van het endocriene
systeem, ook spelen ze een rol bij de regulatie van pH in het bloed.
- blaas is de opslagplaats tot mictie.

, Feces: afvalproducten als defecatie/stoelgang:
- onverteerbare voedselresten die achterblijven in de maag/darm kanaal + gal uit de lever
die afvalproducten bevat van afgebroken rode bloedcellen en een groot aantal microben.

· Activiteiten benoemen die een individu onderneemt ter overleving en ter
bescherming
Beweging en voortplanting.

· Een opsomming geven van mechanismen die vaak tot ziekte leiden
- Ontsteking: reactie van een weefsel op beschadiging door bijvoorbeeld een trauma of een
infectie.
- Tumoren: ontstaan doordat abnormale cellen aan de controle van het lichaam
ontsnappen en zich verspreiden. Deze cel productie is sneller dan de normale celdood,
waardoor een massa ontstaat.
- Abnormale immunologische mechanismen: ongewenste reactie van het immuunsysteem,
dat normaliter beschermend werkt.
- Trombose, embolie, infarcering: gevolgen van afwijkingen van het bloed en/of de
vaatwanden.
- Degeneratie/slijtage: vaak hoort dit bij het normale verouderingsproces, maar het kan ook
te vroeg optreden in het geval structuren verslijten en minder goed gaan functioneren.
- Metabolische afwijkingen: leiden tot ongewenst metabolisch gevolgen, zoals diabetes.
- Genetische afwijkingen: kunnen ontstaan door overerving of omgevingsfactoren zoals
straling.

· Een definitie geven van de termen etiologie, pathogenese en prognose
- Etiologie: onderzoek naar, of de leer van de oorzaken van een bepaald soort
verschijnselen → ontstaansgeschiedenis van iets.
- Pathogenese: het ziekteproces, ontstaan/ontwikkelen van een aandoening, met gevolgen
voor het lichaam.
- Prognose: voorspelling/uitspraak en dus het vermoedelijke verloop van de
aandoening/ziekte.

· Het proces van osmose vergelijken met dat van diffusie en met behulp van deze
begrippen uitleggen hoe moleculen zich verplaatsen binnen en tussen compartimenten
van het lichaam
- Osmose: verplaatsing van water dat gaat van een lage concentratie naar een plek met
hoge concentratie, dus met de concentratiegradiënt mee.
- Diffusie: verplaatsing van stoffen (moleculen) die van een hoge concentratie naar een
plek met lage concentratie gaan, wat plaatsvindt in gas, vloeistof of oplossing.
Moleculen zijn te groot om het membraan te passeren met een suikeroplossing die is
gescheiden door een semipermeabele membraan met poriën die te klein zijn om de
suikermoleculen door te laten, is de suikeroplossing aan de ene kant twee keer zo
geconcentreerd als aan de andere kant. Na een tijd zal door de osmotische druk het
membraan het water uit de dunnere oplossing trekken waardoor dit in de
geconcentreerde oplossing gaat. Zo ontstaat er evenwicht tussen de concentratie
suikermoleculen.
· Een definitie geven van de termen intra- en extracellulaire vloeistof

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romeehoogervorst. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.57. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.57
  • (0)
Add to cart
Added