Samenvatting van het boek 'Recht voor de sociaal professional'. In dit document staat per hoofdstuk de relevante informatie samengevat. Zelf heb ik het openboek tentamen met deze samenvatting gemaakt en gehaald met een 8.
Samenvatting Sociale veiligheid
Recht voor de sociaal professional
Hoofstuk 1 - Inleiding in het recht
Recht is een verzamelnaam voor alle overheidsregels die in onze samenleving gelden.
Tweedelig doel van recht:
1. Ordent het menselijk gedrag door het stellen van regels.
2. Zorgt ervoor dat er bij een conflict een rechtvaardige oplossing komt
Er zijn vier rechtsbronnen (bronnen waar we recht kunnen vinden)
1. Internationaal verdrag: afspraken tussen twee of meer staten die op schrift vast zijn
gesteld.
2. Wet: Wetten bevatten rechtsregels die zijn vastgesteld door de overheid.
3. Jurisprudentie: dit zijn de uitspraken van rechters. Rechters maken gebruik van de
wet, als dit niet kan maakt deze zelf een regel. In de ECLI-code zijn uitspraken van
rechters te lezen.
4. Gewoonte: bindende regels die niet in de wet vast zijn gelegd. (handjeklap op de
markt)
Hier geld: hogere regels gaan voor lagere regels.
Er zijn twee rechtsgebieden Nederland;
- Publiekrecht geeft regels voor de juridische verhouding tussen burgers en de
overheid en omvat de rechtsgebieden: staatsrecht, strafrecht en bestuursrecht
- Burgerlijk recht behoort tot het privaatrecht. Dit zijn de regels voor de rechtsrelaties
tussen onderlinge burgers
Staatsrecht: hierin wordt de organisatie van de staat beschreven (overheidsorganen).
De belangrijkste wet is de grondwet, hierin zijn grondrechten opgenomen. Grondrechten zijn
fundamentele rechten van de mens zoals een discriminatieverbod of recht op een eerlijk
proces. Grondrechten kunnen onderverdeeld worden in klassieke en sociale grondrechten.
Op klassieke grondrechten mag de overheid geen inbreuk maken, tenzij de wet haar die
bevoegdheid geeft.
Sociale grondrechten leggen de overheid een taak op (bevorderen volksgezondheid).
Klassieke grondrechten kunnen bij de rechter worden afgedwongen, dit is bij sociale
grondrecht bijna nooit het geval.
Ook zijn grondrechten die niet in onze grondwet staan van belang, deze staan bijvoorbeeld
in mensenrechtenverdragen.
- In het strafrecht staan regels die de overheid belangrijk vindt voor de veiligheid van
de burgers. Als deze regels worden overtreden is dit niet een zaak die tussen de
dader en slachtoffer kan worden afgehandeld.
- Het bestuursrecht geeft regels waaraan de overheid zich moet houden als deze het
land bestuurd. Deze regels staan in de algemene wet bestuursrecht (Awb). Regels
voor een bepaalde bestuurstaak staan in speciale wetten als de vreemdelingenwet.
- Het burgerlijk recht geeft regels voor de rechtsverhoudingen tussen burgers
onderling (bedrijven). De regels staan in het burgerlijk wetboek (BW).
, - Internationaal recht zijn de internationale verdragen als het EU-recht
Recht kan ingedeeld worden in materieel en formeel recht. Materieel recht betreft de
inhoud van de rechten en plichten (wat afdwingen).
Formeel recht is het procesrecht (op welke manier wat afdwingen bij problemen)
Trias politica
- Wetgevende macht
- Uitvoerende macht
- Rechterlijke macht
In Nederland is de wetgeving in de handen van de 1e en 2e kamer. De regering houdt zich
bezig met de bestuurstaak (uitvoerende macht). De rechtspraak is in handen van
onafhankelijke rechters.
Wanneer de regering een wet maakt heet het een algemene maatregel.
Wanneer een minister een wet maakt: ministeriële regeling.
Verordening: regel die door de overheid is vastgesteld en waar je je aan moet houden
Wet in materiele zin: algemeen bindend voorschrift (geld voor iedereen). Gemaakt door een
overheidsorgaan
Wet in formele zin; een wet die door samenwerking van de regering en tweede en eerste
kamer tot stand is gekomen. (hoeft niet voor iedereen te gelden)
In de onderstaande tabel staat de hiërarchie van de wetgeving
Rechtspraak: is in handen van
onafhankelijke rechters. Als je
het niet eens bent met de
uitspraak kan je in hoger beroep
gaan. Daarna is meestal nog
cassatie mogelijk bij het hoogste
rechtscollege, de Hoge Raad.
Absolute competentie >wie?
Als iemand een geschil aan de rechter wil voorleggen moet eerst gekeken worden welke
soort rechter bevoegd is om over de zaak te beoordelen, dit wordt absolute competentie
genoemd. De rechtbank is bevoegd om te oordelen over privaatrecht en strafrechtelijke
verschillen.
In artikel 93 staat wanneer de kantonrechter bevoegd is om over de zaak te oordelen. De
kantonrechter is o.a. bevoegd to oordelen over vorderingen tot 25.000, - en over huur en
arbeidsgeschillen.
Een gerechtshof is in hoger beroep bevoegd om over strafzaken en civiele zaken te oordelen.
Bij bestuursrecht moet er een andere gerechtsgang worden gevolgd. In dat geval is de
afdeling bestuursrechtspraak van de raad van state bevoegd.
Op het terrein van burgerlijk recht, het strafrecht en het belastingrecht is nog een
rechtscollege; de Hoge Raad der Nederlanden. Na hoger beroep bij het gerechtshof, is in
, sommige gevallen cassatie bij de Hoge raad der Nederlanden mogelijk, deze kijken niet naar
feiten maar doet alleen uitspraken over juridisch-technische zaken.
Strafrecht > strafrechter
Burgerlijke zaken > Burgerlijke rechter (kantonrechter bij klein geschil)
Bestuursrecht > bestuursrechter
Relatieve competentie > waar?
Als besloten is welke rechter moeten oordelen moet er nog gekeken worden bij welke
rechtbank, gerechtshof of bestuursrechtelijke beroepsinstantie de zaak voorgelegd moet
worden; dit is relatieve competentie.
Hoofstuk 2, Burgerlijk recht
Het burgerlijk wetboek bestaat uit tien onderdelen (boeken). Als je een artikel uit het
wetboek op wilt schrijven, begin je met het boeknummer en meld je vervolgens het
artikelnummer.
Het burgerlijk recht kan worden
ingedeeld in drie rechtsgebieden:
Personen- en familierecht (boek 1)
Rechtspersonenrecht (boek 2)
Vermogensrecht (overige boeken)
2.2 Vermogensrecht
Vermogensrecht is een onderdeel
van het burgerrecht. Het beschrijft
de rechten waaruit het vermogen van een persoon kan zijn opgebouwd. Vermogensrecht is
boek 3 tot 10. Een vermogen bestaat uit goederen. Op grond van artikel 3:2 BW zijn zaken
voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten.
Zaken kunnen onderverdeeld worden in roerende en onroerende zaken. Onroerende zaken
zijn op grond van artikel 3:3 BW de grond. zijn de grond, de nog niet gewonnen delfstoffen,
de met de grond verenigde beplantingen, alsmede de gebouwen en werken die duurzaam
met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen
of werken. Alles wat niet
onroerend is is roerend (boek,
schoenen).
Bij vermogen worden ook
schulden meegerekend.
Vermogensrecht kan
omschreven worden als het
geheel van regels over het vermogen van een persoon die op geld waardeerbaar zijn en in
beginsel ook overdraagbaar zijn.
2.3 goederenrecht- absoluut
Vermogensrechten zijn te verdelen in absolute en relatieve rechten. Absolute rechten op
goederen wordt goederenrecht genoemd. Relatieve rechten worden verbintenissen
genoemd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jgeurken. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.47. You're not tied to anything after your purchase.