100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Toetsmatrijs beroepssituatie 5 + 6 $5.89
Add to cart

Summary

Samenvatting Toetsmatrijs beroepssituatie 5 + 6

 101 views  13 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een ingevulde toetsmatrijs voor beroepssituatie 5 en 6 van de studie HBO-V aan Hogeschool Leiden.

Preview 4 out of 54  pages

  • February 11, 2021
  • 54
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Toetsmatrijs Beroepssituatie 5 en 6

Nummer Toetsdoel
1 Kan de anatomie en fysiologie van het zenuwstelsel uitleggen (3)

Zenuwweefsel
Bestaat uit:
- Neuron(en) = zenuwcel(len)
- Neuroglia = ondersteunende cellen, zorgen ervoor dat de neuronen hun werk
kunnen doen (steunweefsel)
- Glia = lijm
Neuron:
- Cellichaam
- Dendrieten
- Axon (myeline = geleiding gaat
sneller)
- Synapsknop(pen) = aan het
axonuiteinde
Membraanpotentiaal!
- Heel klein ladingverschil tussen de binnen- en buitenkant van de cel
 Buitenkant = veel Na+ en Cl-
 Binnenkant = veel K+ en negatief geladen eiwitten
 Rust/membraanpotentiaal = - 70 mV (ladingsverschil)
 Buitenkant is meer positief geladen deeltjes dan de binnenkant =
ladingsverschil




Zenuwstelsels
Autonome zenuwstelsel;
- Geen invloed op
- Gescheiden door een tweede motorisch neuron (= preganglionaire neuronen 
sturen hun axonen (preganglionaire vezels) naar autonome ganglia buiten het
CZS)
- Delen:
1. Sympathische zenuwstelsel
 Hier vormen preganglionaire vezels synapsen
 Stimuleert de stofwisseling in de weefsels
 Verhoogt de waakzaamheid
 Onderdelen:
 Preganglionaire neuronen die tussen de segmenten T1 en L2 van
het ruggenmerg binnenkomen
 Neuronen in de ganglia (prevertebrale ganglia = ongepaard) nabij
de wervelkolom
 Het bijniermerg
2. Parasympatische zenuwstelsel
 Hier ontspringen de preganglionaire vezels aan de hersenen en de
sacrale segmenten van het ruggenmerg

,  ‘Rust-systeem’
 Structuren:
 Preganglionaire neuronen in de hersenstam en in sacrale
segmenten van het ruggenmerg
 Ganglionaire neuronen in perifere ganglia in of nabij doelorganen
Somatische zenuwstelsel;
- Wel invloed op
- Skeletspieren worden direct door lagere motorische neuronen aangestuurd

Actiepotentiaal!
Bij prikkeling:
1. Celmembraan wordt doorlaatbaar voor Na+ ionen
2. Na+ inlflux (natrium stroomt het membraan in)
3. Binnenkant cel is positief geladen
4. Depolarisatie (positief worden)  piek in de grafiek
Drempelwaarde = -50 mV (depolarisatie niet te stoppen, tot max. 30 mV)
- Verschil -70 en 30 = 100 mV = actiepotentiaal (er gebeurt iets in het membraan 
prikkeling)


Repolarisatie
1.




Celmembraan ook doorlaatbaar voor K+
2. K+ efflux (kalium gaat naar buiten
Hyperpolarisatie= Niet alle kaliumkanalen sluiten
zich tegelijker tijd
Na+/K- pomp = Verhouding ionen weer in evenwicht
 -70 mV

Saltatoire geleiding
- Neuron met myelineschede (voor signaaltjes
die een langere afstand moeten afleggen)
- Cellen van Schwann
Isolerende werking waardoor de impuls snel verder
‘springt’ = saltatoire geleiding
Membraan- en actiepotentiaal = filmpje
Impulsoverdracht
- Impuls loopt van dendriet naar axon-uiteinde
- Overdracht via synaps
Synaps
- Synapsspleet = ruimte die de plasmamembranen van de neuronen gescheiden
houdt  op de synapsspleet zitten synapsblaasjes (na een prikkeling geven de
blaasjes hun inhoud aan de spleet over)
Neurotransmitters (chemische stoffen die door de synapsknop worden

,afgegeven)
Acetylcholine (Ach);
- Vrijgemaakt bij cholinerge synapsen
- Stimulerend, tijdelijk effect
- Actiepotentiaal komt aan bij het presynaptische neuron:
1. De aankomst van een actiepotentiaal bij de synapsknop
2. Het vrijmaken van de neurotransmitter Ach
3. De binding van Ach en de depolarisatie van de postsynaptische membraan
(natrium-ionen komen binnen)
4. De verwijdering van Ach door AChE
Norepinefrine (NA);
- Belangrijk in de hersenen en in gedeelten van het auto-nome ZS
- Synapsen heten: Adrenerg
- Stimulerend, tijdelijk effect
Andere neurotransmitters: (Allemaal remmend)
- Dopamine
- Gamma-aminoboterzuur (GABA)
- Serotonine
- Stikstofoxide
- Koolmonoxide
Neuronale groepen
= groep onderling verbonden schakelcellen met specifieke functies
- Neuronen en neurale groepen communiceren in schakeldiagrammen
1. Divergentie: info verspreidt zich vanuit 1 neuron naar meerdere neuronen
Voorbeeld: wanneer we op een voorwerp stappen
2. Convergentie: info komt van verschillende neuronen naar 1 neuron
Voorbeeld: onwillekeurige regeling (ademhaling)
Hersenvliezen
Meningen = schokdempers
1. Dura Mater = harde hersenvlies
- Buitenste laag
- Vergroeid met botweefsel
- Durale plooien =
hersenvliesplooien
- Durale sinussen = holten
- Epidurale ruimte = tussen het bot
en de dura mater
- Anesthesie: Epiduraalblok
2. Arachnoïdea =Spinnenwebvlies
- Plaveiselepitheelcellen
- Subarachnoïdale ruimte = gevuld met cerebrospinale vloeistof (Web van
collagene en elastische vezels)
3. Pia Mater
- Binnenste hersenvlies
- Bevat bloedvaten
Hersenventrikels
- Vier delen van de hersenen
- Interne holtes gevuld met liquor

, Cerebrospinale vloeistof (CSF)
- Ook wel liquor of hersenvocht
- Schokbreker
- Ondersteunt gewicht (in het water ben je lichter dan normaal)
- Ondersteunt de circulatie:
 Voedingsstoffen
 Hormonen
 Afvalstoffen
- Wordt aangemaakt in plexus choreoïdeus
(haarvatenetwerk)
 Netwerk van doorlaatbare haarvaten en
Ependymcellen (speciale neuronen die
vanuit het vocht wat in je bloed zit, het
liquor kunnen maken)  leven liquor af
- Productie = +/- 500 ml/24u
+/- 150 ml continue aanwezig (circuleert er
rond)
- Afvoer via granulationes arachnoidales (uitstulpingen van het spinnenwebvlies in
een ader (saggitale sinus))
Ruggemerg
- Hernia = breuk in tussenwervelschijf
- Ependymoom = tumor uit een ependymcel (neurogliacel voor de aanmaak
liquor)
Hersenzenuwen
Namen:
Op Ons Oude Tuin Terras At Frits Verse Groente Van Albert
Heijn
Functie (S = sensorisch, M = motorisch, B = beide):
Sexy Sixpacks Make Money, But My Brother Says: ‘Big
B*n*ers Make More’.
I N. Olfactorius (S) = Reuk
II N. Opticus (S) = Oogzenuwbaan
III N. Oculomotorius (M) = Oogbewegingszenuw
IV N. Trochlearis (M) = Oogspieren aansturen
V N. Trigeminus (SM) = Gevoel in het gezicht
VI N. Abducens (M) = Rechter oogspier
VII N. Facialis (SM) = Gezichtsuitdrukkingen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mlknibbe. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50843 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89  13x  sold
  • (0)
Add to cart
Added