Nr. Toetsdoel Komt Weging
aan de
orde in
1 Kan de regulatie van de bloeddruk door de nieren uitleggen en de rol van het Renine 1
Angiotensine Aldosteron Systeem (RAAS) hierbij verklaren
Regulering glomerulaire filtratiesnelheid
Regulering van de nierfunctie:
- Plaatselijke regulering (autoregulatie)
o Diameter afferente en efferente
arteriolen en glomerulaire capillairen
o Compenseren kleine variaties in de
bloeddruk
- Sympathisch zenuwstelsel
o Gaat aan het werk bij acute situaties
o Sterke vernauwing afferente arteriolen
verlaagt de druk
o Bij stress/inspanning
- Hormonale regulering
o Angiotensine II
Krachtige vaatvernauwing
capillairnetwerk; druk nierarteriën
Vernauwing efferente arteriolen; GFS
Bevordering ADH afgifte reabsorptie water en Na+
Afgifte aldosteron en epinefrine doorbijnieren; bloeddruk en
reabsorptie Na+
o Antidiuretisch hormoon (ADH)
Afgifte door angiontensine II of hypothalamus
Vergroot de doorlaatbaarheid van water
Distale tubulus contortus
Verzamelbuis
Versterkt het dorstgevoel
o Aldosteron
Afgifte door angiontensine II en stijging K+
Bevordert reabsorptie Na+ en afgifte kalium in de DTC
o Atriaal natriuretisch peptide (ANP)
Afgifte door hartspiercellen atria bij hoge bloeddruk/bloedvolume
Afname Na+ resorptie
Verwijding glomerulaire capillairen toename GFS en
waterverlies
Remming RAAS
Renine-angiotensinesysteem
Renine-angiotensinesysteem:
- Renine zet het inactieve angiotensinogeen om in anginotensine I dat weer wordt
omgezet in angiontensine II vindt plaats in longcapillairen
- Lage glomerulaire druk
, - Juxtaglomerulaire complex geeft renine (regelt de bloeddruk en erytropoëtine) af
2 Kan uitleggen hoe de nieren inspelen op veranderingen in de concentraties vocht, zuren of 1
zouten in het menselijk lichaam, met als doel om de homeostase te bewaken en kan
uitleggen waaruit de urine is samengesteld
Factoren homeostase van vloeistofvolumes, concentraties opgeloste deeltjes en de
pH
Vochtbalans
= hoeveelheid opgenomen water is gelijk aan hoeveelheid afgescheiden water
- D.m.v. waterverplaatsing tussen ECF en ICF:
o Uitscheiden per dag = 2500 ml
o Osmose
o Hypertoon = concentratie extracellulaire vloeistof is hoger dan de
intracellulaire vloeistof water verplaatst zich naar de extracellulaire
vloeistof
o Hypotoon = de concentratie extracellulaire vloeistof is lager dan de
intracellulaire vloeistof water verplaatst zich naar de cellen
o Isotoon =
concentratie is
gelijk
Mineralenbalans
- Mineralenbalans
beïnvloed de waterbalans
- Van invloed op celfuncties
- Na+ en K+ osmotische
waarde
Natriumbalans:
- Opname
, spijsverteringskanaal en excretie via o.a. de nieren
- Aldosteron en atriale natriuretische peptiden
- Na+ trekt water aan
- Bloeddruk
Kaliumbalans:
- Opname spijsverteringskanaal en excretie via de nieren
- Aldosteron opname natrium en excretie kalium
Compensatie door de nieren:
- Proximale tubulus
o Reabsorptie ionen
- Stijgende tak lis van Henle
Renale compensatie zuur-base evenwicht
Renale regulatie pH:
- = Balans in waterstofionen
- H+ ionen kunnen met de urine worden uitgescheiden
- H+, CO2 en HCO3- komen bij filtratie in de voorurine
- Excretie H+ of reabsorptie van HCO3-
3 Kan de gevolgen van fysiologische veroudering voor het urinewegstelsel uitleggen 1
Afname
- Functionele nefronen
- Glomerulaire filtratiesnelheid
o Verminderde renale compensatie pH
- Gevoeligheid aldosteron en ADH
o Afname reabsorptie water en natriumionen, toename kaliumverlies
- Totale watergehalte
Problemen met de blaasreflex
- Afname tonus kringspieren
- Verlies regulatie urinelozing
- Urineretentie bij de man
Verlies mineralengehalte door afname spier- en botmassa
4 Kan de definitie, risicofactoren, symptomen, onderzoeken en behandeling uitleggen bij 1
Urineweginfecties, nierfalen, Cystitis, glomerulonephritis en pyelonefritis, Nierstenen,
Cystenieren en Nierinsufficiëntie
Urineweginfecties (UWI)
Definitie:
= Het slijmvlies aan de binnenkant van de urinewegen is ontstoken
Oorzaken Bacteriën, virussen of andere ziekte verwekkers
Symptomen:
- Vaak plassen
- Pijn bij het plassen
, - Afwijkende urine
Diagnose:
- Urineonderzoek ochtendurine
- Urine in het lab kweken
Behandeling:
- Lichte versie gaat vanzelf over
- Zware versie antibiotica
Behandeling:
- Beperken van eiwitten, water, zouten en calorieën
o Mindere urineproductie
o Het voorkómen van grote hoeveelheden stikstofhoudende afvalstoffen
- Nierdialyse
Vormen:
1. Acuut nierfalen
- Oorzaken;
o Shock Prerenaal = Verminderde bloedtoevoer naar de nieren (grote
bloeding/trauma of vernauwing nierarterie, shock ontwikkelen)
o Tubulaire necrose = Afsterven van de nierkanaaltjes
o Renaal = Ontsteking in de nieren (auto-immuunziekte of door ziekteverwekker
van buitenaf)
o Urinestase Postrenaal = Blokkade van de urinewegen (tumor of
nierstenen)
- Symptomen;
o Oligurie = Verminderde urineproductie
o Anurie = Volledig afwezige urineproductie
2. Chronisch nierfalen
- Diabetes
- Hoge bloeddruk
- Aangeboren afwijkingen (bijv. cystenieren)
- Niet opgelost acuut nierfalen
Behandeling:
- Z.s.m. starten
- Medicijnen, dialyse en speciaal dieet
Cystitis/blaasontsteking
Definitie:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mlknibbe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.26. You're not tied to anything after your purchase.